NMa, ActiZ en BTN werken aan alternatieve regeling voor thuiszorg
06-05-2010
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), ActiZ, de organisatie van
zorgondernemers en Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN) werken aan
een collectieve regeling om te komen tot een thuiszorgsector waarin
geen onnodige beperkingen van de concurrentie meer plaatsvinden. Met
deze regeling kan de thuiszorgsector een streep zetten onder het
verleden en met een schone lei beginnen. Tegelijkertijd ontstaat
hierdoor meer helderheid bij de thuiszorginstellingen over wat wel en
niet is toegestaan volgens de mededingingsregels. Via een
complianceprogramma krijgen zij hierover training. De leden van ActiZ
en BTN zullen zich in hun eerstvolgende algemene ledenvergaderingen van
de organisaties uitspreken over de regeling die nu voorligt.
In 2008 heeft de NMa boetes opgelegd aan een aantal
thuiszorgorganisaties. De thuiszorg heeft dit ervaren als een spagaat
tussen ketensamenwerking en kartelvorming. De mededingingsautoriteit en
de brancheorganisaties van de thuiszorgaanbieders willen bezien of dat
in de toekomst anders kan door middel van een alternatieve regeling.
Met deze regeling wordt beoogd dat de thuiszorgsector zich houdt aan de
mededingingsregels. Duidelijkheid over wat wel en niet is toegestaan,
is belangrijk voor thuiszorgorganisaties die zich in een transitiefase
bevinden waarin enerzijds de nadruk ligt op meer concurrentie en
anderzijds de vraag naar ketensamenwerking groeit.
Afspraken melden
Volgens de regeling melden de thuiszorginstellingen hun afspraken bij
een speciaal daartoe ingestelde onafhankelijke Commissie. Wanneer de
Commissie van oordeel is dat er mededingingsbezwaren aan de gemelde
afspraken kleven, dan dienen de thuiszorginstellingen het gedrag per
direct te staken en een bedrag te storten in een fonds dat ten goede
komt aan cliënten in de thuiszorgsector. Dit fonds zal onafhankelijk
van de sector worden gepositioneerd. De NMa zal niet handhavend
optreden tegen de gemelde afspraken van de thuiszorginstellingen die
zich vóór 31 december 2010 bij de Commissie hebben gemeld. Als de NMa
na de meldingsperiode toch mededingingsbeperkende afspraken of
herhaling van gedrag vaststelt, dan zal zij daar hard tegen optreden,
ook tegen de betrokken leidinggevenden.
In de praktijk kan het voorkomen, zeker wanneer het gaat om een markt
die aan verandering onderhevig is, dat zorginstellingen tegen vormen
van samenwerkingsverbanden aanlopen waarbij het moeilijk te bepalen is
of deze concurrentiebeperkend zijn. Daarom kan de thuiszorgsector voor
de duur van de regeling om extra guidance vragen van de NMa. Daarnaast
starten de thuiszorgorganisaties complianceprogrammas om te waarborgen
dat ze ondernemen binnen het kader van de Mededingingswet. Onderdeel
van de complianceprogrammas is een training om duidelijkheid te
bewerkstelligen over wat toegestaan is en wat niet bij de
thuiszorgorganisaties.
Het belang voor de cliënt
Deze regeling zorgt ervoor dat zorginstellingen op een snelle en
efficiënte manier weer naar de toekomst kunnen kijken en tegelijkertijd
afrekenen met het verleden. Het naleven van de concurrentieregels geldt
immers voor iedereen, dus ook voor de thuiszorg. Het leidt ertoe dat de
keuzevrijheid en de kwaliteit van de zorgverlening voor cliënten wordt
gewaarborgd,licht Pieter Kalbfleisch, voorzitter van de Raad van
Bestuur van de NMa, toe.
Helderheid over wat wel en niet is toegestaan volgens de
mededingingsregels is juist in een tijd waarin thuiszorgorganisaties
voor grote maatschappelijke opgaven staan heel belangrijk. Niet alleen
hebben zij te maken met concurrentie en de bijbehorende regels, ook
wordt van hen innovatie verwacht gericht op ketensamenwerking en
kleinschaligheid, aldus ActiZ. Het is in het belang van de cliënt dat
bijvoorbeeld ketenzorg goed geregeld wordt. Daartoe moeten
concurrerende zorgorganisaties soms afspraken maken. Om dat soort
afspraken in goede banen te leiden binnen de kaders van de
mededingingsregels, is meer duidelijkheid nodig. Daarin voorziet het
gezamenlijke voorstel.
ActiZ, BTN en de NMa hechten aan een ruime deelname van de leden van
beide brancheorganisaties aan de regeling. De regeling vindt alleen
doorgang als de deelnemers aan de regeling 75% of meer van de totale
extramurale thuiszorgomzet vertegenwoordigen.
Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)