Gemeente Dirksland
Herdenkingstoespraak burgemeester Stoop
Dinsdagavond 4 mei jl. vond de nationale dodenherdenking plaats. Ook in
Dirksland werd stil gestaan bij de gevallenen â burgers en militairen â
die, waar ook ter wereld, zijn omgekomen sinds het uitbreken van de
Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.
Â
Burgemeester Stoop sprak de volgende woorden tijdens de
herdenkingsbijeenkomst in de Hervormde kerk in Dirksland:
Â
Intro
Enkele weken geleden was ik op bezoek in de Dijksynagoge van
Sliedrecht. Tijdens een presentatie over de geschiedenis van het gebouw
ging het vanzelfsprekend ook over de geschiedenis van de kleine Joodse
gemeenschap in Sliedrecht en Hardinxveld-Giessendam. Huiveringwekkend
was de constatering dat geen van de Sliedrechtse Joden terugkeerde uit
de Nazi-kampen. Ik kreeg er een koude rilling van en voor mij werd
opnieuw duidelijk dat herdenken moet.
Herdenken nog steeds noodzakelijk!
Nu de Tweede Wereldoorlog al 65 jaar achter ons ligt, is het goed te
begrijpen dat de vraag naar boven komt, waarom we jaar in jaar uit
moeten stilstaan bij die verschrikkelijke periode uit de
wereldgeschiedenis. Waarom is een nationale Dodenherdenking nodig?
Waarom iedere keer die confrontatie met de verhalen van honger,
marteling en vernietiging? Waarom herdenken, terwijl de verzoening met
de grote vijanden uit de oorlog, namelijk Duitsland en Japan al heeft
plaatsgevonden?
Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft onderzoek laten verrichten naar
het draagvlak onder de Nederlandse bevolking voor herdenken en vieren.
Het overgrote deel van ons volk vindt herdenken en vieren belangrijk,
zolang er oorlog en onderdrukking bestaan. Veel mensen hebben het besef
dat we ieder jaar expliciet moeten stilstaan bij de gevolgen van
oorlog, zowel vroeger als nu. Ook vinden we dat de viering van de
bevrijding wenselijk is, omdat vrijheid niet vanzelfsprekend is.
Jaarthema: Vrijheid wereldwijd, wat is daarvoor nodig?
Het jaarthema van 2010 draait om de vraag: Vrijheid wereldwijd, wat is
daarvoor nodig?
Om hierop een antwoord te kunnen geven, is het allereerst nodig dat we
vrijheid betekenis geven. Hoewel we al 65 jaar in een vrij land leven,
blijven er vragen bij vrijheid. Vragen die duiden op onzekerheid. Velen
hebben het gevoel geen of onvoldoende greep te hebben op de wereld om
hen heen. Er is een gebrek aan vertrouwen in de overheid, die soms
vrijheden beperkt. Er wordt gemopperd op de bureaucratie, die
verlammend werkt. De grote economie schijnt in al haar grillen al even
onbeheersbaar. Wie of wat geeft houvast bij het bepalen van wat
vrijheid inhoudt? Waar ligt de grens tussen de vrijheid van de één en
de onvrijheid van de ander? Hoe gaan we om met het beknibbelen op
vrijheid? Anders gezegd: hoe verdedigen we vrijheid? Het nadenken over
deze vragen is al moeilijk voor onze eigen directe omgeving of voor ons
land. Je vraagt je bijna af of we eigenlijk wel toekomen aan het
beantwoorden van de vraag wat er wereldwijd nodig is voor het
bevorderen van vrijheid of het in stand houden ervan? Eén ding lijkt
mij boven alle twijfel verheven: vrijheid vraagt om inspanning, om
inzet, iedere dag weer!
Aanzet tot gesprek
Ik denk bij vrijheid zeker niet alleen aan individuele vrijheid, die
uiteindelijk niet bestaat. Er is altijd sprake van vrijheid in
gebondenheid. Vandaag lijkt het er op dat de ik-gerichtheid het hoogste
goed is: Ik bepaal mijn eigen norm en een ander zoekt het verder maar
uit.
Ik vind dat dit in een SAMENleving niet kan. Ik-gerichtheid is
surrogaat-vrijheid. Zoân extreme vorm van vrijheidsbeleving leidt tot
chaos. Er moet dus een ordening zijn. Een ordening van de maatschappij
op basis van grondprincipes. Een ordening waarin vrijheidsrechten van
toepassing zijn. Met andere woorden: Voorwaarden voor vrijheid waar
iedereen op deze wereld recht op heeft.
In Nederland zijn deze voorwaarden voor vrijheid voor een deel benoemd
in onze Grondwet, de fundamentele basis van ons staatsbestel. Daarnaast
zijn waarschijnlijk de Four Freedoms van Franklin Roosevelt het meest
bekend. Deze Amerikaanse president benoemde ze in een wereldberoemde
toespraak in 1941 als volgt: vrijheid van meningsuiting, vrijheid van
godsdienst, vrijheid van wil en vrij zijn van angst.
We kunnen vrijheden ook spiegelen aan het tegenovergestelde.
Vanzelfsprekend denk ik dan aan de Tweede Wereldoorlog. In die periode
van onderdrukking en geweld was er angst en vrees voor vervolgingen
gevangenschap. Groepen mensen werden willoos gemaakt, uitgesloten en
gemanipuleerd. Mensen hadden niet de vrijheid God te aanbidden op hun
eigen manier. Uitkomen voor je mening was letterlijk levensgevaarlijk.
Het is daarom niet verwonderlijk dat na de oorlog de Universele
Verklaring van de Rechten van de Mens tot stand kwam en dat er
internationale verdragen en rechtssystemen kwamen die vrijheid moesten
waarborgen. Er werden algemene afspraken gemaakt over het optreden
tegen vrijheidsschendingen. Toch blijft het een worsteling om deze
concreet te maken. Want wie is er eigenlijk verantwoordelijk voor de
vrijheid elders in de wereld? Wanneer is internationaal ingrijpen
geoorloofd en welke opoffering is de vrijheid van een ander waard?
Kortom: wat zijn eigenlijk de minimale voorwaarden voor vrijheid
wereldwijd en wat hebben we daar voor over? Welke verantwoordelijkheid
een klein land als Nederland hierbij?
Het ontbreken van vrijheid is niet hetzelfde als oorlog. Er hoeft niet
altijd sprake te zijn van bombardementen of ander geweld om te kunnen
spreken over een conflict of een oorlog. Het kan ook meer subtiel zijn.
Ik noem Congo als schokkend voorbeeld. Het land wordt al jarenlang
geteisterd door een burgeroorlog. Bij dat verschrikkelijke zijn er ook
nog eens duizenden en duizenden vluchtelingen. Verjaagd en opgejaagd
weten zij zich niet veilig, genieten zij geen of nauwelijks bescherming
en om te overleven zijn zij niet zelden gedwongen tot een bestaan van
zwerven en schuil houden in het oerwoud.
Bij alle kritieken, commentaren, alle mitsen en maren die we in onze
samenleving van vandaag naar voren brengen en horen brengen, geldt dat
we ze uitspreken in een rechtsstaat. Er zijn heel veel landen in de
wereld die geen rechtsstaat zijn. Hebben inwoners van die landen dan
geen verlangen naar het ontbreken van geweld en onderdrukking? Is er
niet de diep vanbinnen gewortelde wens om niet verjaagd en opgejaagd te
worden? Natuurlijk, ook voor die burgers geldt de noodzaak van de
aanwezigheid van veiligheid en bescherming en vooral van respect voor
elkaar en elkaars gewoonten en gebruiken. Voor vrijheid is
wederkerigheid nodig: geven en nemen.
Uitleiding
Vrijheid is een collectief goed op grond van de inzet van vele
individuen. Vrijheid is van ons allemaal. We moeten haar in ere houden
en er voor werken. Wat doet u er aan in de praktijk van alledag? Hoe
ondersteunt u anderen die wereldwijd werken aan het verwezenlijken van
voorwaarden voor vrijheid? Vanavond gedenken we in dankbaarheid
gedenken hen die zich in het verleden hebben ingezet voor de vrijheid.