Woonbond


06-05-2010

Misplaatste aanval van Aedes op 'scheefwoners'

Scheefwonen is een groot probleem. Dat zegt Marc Calon, voorzitter van de brancheorganisatie Aedes, in het FD. Volgens hem woont meer dan 30 procent van alle Amsterdamse huurders van een corporatiewoning scheef. Om het scheefwonen aan te pakken zou onder bewoners van corporatiewoningen periodiek een inkomenstoets moeten plaatsvinden. 'Dat is onontkoombaar. Wie te veel verdient komt niet meer in aanmerking voor een dergelijke woning.' Calon: 'Dan wordt het moven.'

De Nederlandse Woonbond heeft heeft geen goed woord over voor deze uitlatingen. In de eerste plaats wordt de mate van scheefheid schromelijk overdreven. Meer dan 30 procent is een slag in de lucht. In de tweede plaats kunnen de zogenaamde scheefwoners geen kant op. Geliberaliseerde huurwoningen zijn veel te duur, koopwoningen eveneens. 'Corporaties doen er beter aan mensen betaalbare alternatieven te bieden in plaats van de belastinginspecteur te gaan spelen met een ontruimingsbevel in de achterzak', aldus René van Genugten van de Woonbond. 'Zo ga je niet met je huurders om.'

De Woonbond wil echter niet de ogen sluiten voor het feit dat een beperkte groep huurders met relatief hoge inkomens weinig betaalt. Wij spreken daarom ook liever van scheefbetalen dan van scheefwonen. De minister voor WWI (april 2009) en de VROM-raad (Stap voor stap) wijzen er terecht op dat er sprake is van een probleem van bescheiden omvang. Slechts 4 procent van de betaalbare huurwoningen wordt bewoond door huishoudens met een inkomen boven de 33.000. Landelijk gaat dat om 120.000 huurders op een totaal van 2,4 miljoen. Bovendien levert een bepaalde mate van goedkope scheefheid een bijdrage aan het tegengaan van segregatie. Dat de 'scheefheid' in Amsterdam relatief groot is, heeft ook alles te maken met de kwaliteit van de woningen. De gemiddelde huurprijs is dan wel niet zo hoog, maar de huurder krijgt daar ook weinig voor terug. De gemiddelde huurwoning in Amsterdam meet slechts 55 vierkante meter en betreft doorgaans een slecht geïsoleerde portiek-etagewoning zonder lift.

De Woonbond bepleit een veel effectiever instrument om het scheefwonen tegen te gaan dan huurders weg te jagen na een periodieke inkomenstoets. Het scheefbetalen kan worden verminderd door verhuurders, binnen de marges van een gematigde algehele huurstijging, de mogelijkheid te geven om de huur van relatief goedkope woningen (t.o.v. de maximale huur volgens het puntenstelsel) jaarlijks wat extra te verhogen. Voor de lagere inkomens worden de effecten van die extra verhoging gecompenseerd door de huurtoeslag, maar hogere inkomens krijgen deze huurverhoging wel volledig voor hun rekening. Maar in de allereerste plaats moeten er aantrekkelijke en betaalbare huisvestingsalternatieven worden gecreëerd, met name voor de middeninkomens. Juist in Amsterdam is daaraan een gierend gebrek. Daar ligt voor de corporaties een schone taak.