Kennisverspreiding kan opmars processierups stoppen

07/05/2010 12:38

Kennis- en Adviescentrum Dierplagen

De eikenprocessierups, inmiddels wijd verspreid over België en een groot deel van Nederland, is ondanks zijn bestrijding aan een opmars naar het noorden bezig. De zorg ligt bij de Gemeenten, maar kennis en een onderlinge samenwerking ontbreekt vooralsnog. Het moment en de wijze van bestrijding bepaalt ieder op zijn eigen manier. Dit heeft ertoe geleid dat het Kenniscentrum Dierplagen (KAD) in samenwerking met de Plantenziektekundige Dienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en met de praktijkkennis van de Plagen Preventie Dienst (PPD) twee cursussen en twee trainingen heeft ontwikkeld voor ondermeer medewerkers van gemeenten, provincies, waterschappen, GGD-en, Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat, hoveniersbedrijven en plaagdierbeheersbedrijven. Kennisverspreiding moet zo verdere verspreiding van de eikenprocessierups voorkomen.

Begin april 2010 kwamen de eerste meldingen binnen: de eieren van de vlinder Thaumetopoea processionea L. waren uitgekomen. Die vlinder is beter bekend als de beruchte eikenprocessierups. De rups veroorzaakt sinds 1987 in toenemende mate gezondheidsproblemen. De rups is berucht omdat de brandharen van de volgroeide rupsen jeuk, huidirritaties en allergie veroorzaken. Mei en juni zijn de maanden met de meeste risico's en overlast. De overlast door brandharen uit lege nesten kan voortduren tot en met september. Beperking van risico's en overlast kan ten minste op drie manieren worden aangepakt. Vroegtijdige biologische bestrijding voorkomt problemen effectief, maar het nadeel is dat de gebruikte middelen (bacteriepreparaten) niet specifiek zijn en de biodiversiteit ongewenst aantasten. De tweede aanpak is het opzuigen of wegbranden van rupsen en nesten. Helemaal niets doen is een derde mogelijkheid maar dan moet de omgeving van aangetaste eikenbomen worden afgezet om contact met de huid van voorbijgangers te voorkomen. Alle hoop op een uiteindelijke oplossing is in dat geval gevestigd op succes van natuurlijke vijanden zoals vogels, sluipwespen en sluipvliegen. Deze zijn echter nog niet in voldoende aantallen aanwezig. Uitwisseling van mogelijkheden en praktijkervaringen zijn essentieel voor een eenduidige landelijke aanpak en een uniforme beoordelingsrichtlijn.

De expertise over de eikenprocessierups komt samen binnen de Expertgroep Eikenprocessierups. De groep is een samenwerkingsverband van ministeries, provincies, gemeenten en kennisinstituten zoals het RIVM, de GGD en de Plantenziektenkundige Dienst (PD). De PD draagt zorg voor de voorlichting (pd.info@minlnv.nl).

De toenemende overlast en verspreiding van de eikenprocessierups in Nederlandse provincies die nog niet met dit plaagdier te maken hebben gehad, heeft er nu dus toe geleid dat het Kenniscentrum Dierplagen (KAD, info@kad.nl) in samenwerking met de Plantenziektekundige Dienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en met de praktijkkennis van de Plagen Preventie Dienst (PPD) twee cursussen en twee trainingen heeft ontwikkeld voor ondermeer medewerkers van gemeenten, provincies, waterschappen, GGD-en, Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat, hoveniersbedrijven en plaagdierbeheersbedrijven. De trainingen worden met ingang van nu in Wageningen of Werkendam gegeven. Ook op locatie in geheel Nederland kunnen de opleidingen door het KAD worden verzorgd.