ChristenUnie
ChristenUnie presenteert visie op burgerschapsvorming
vrijdag 07 mei 2010 16:57 Aan de begrippen `inburgeren' en `integratie'
kleeft teveel de suggestie dat iedereen in Nederland op elkaar moet
gaan lijken en zich gelijk moet gaan gedragen. Belangrijk is echter dat
alle Nederlanders, met behoud van en respect voor hun verschillen, als
medeburgers in vrede samen leven. Daarom moet er gewerkt worden aan
burgerschapsvorming in plaats van aan integratie, vindt de
ChristenUnie. Bij burgerschapsvorming gaat het niet om het aannemen van
oppervlakkige gewoonten en gebruiken, maar om het aanvaarden van onze
democratische rechtstaat en de vrijheden, rechten en plichten die
daarbij horen.
Dat staat in de notitie Samen Leven die de ChristenUniefractie in de
Tweede Kamer zaterdag 8 mei presenteert tijdens haar jaarlijkse
Vriendendag. Auteur is Tweede Kamerlid Cynthia Ortega-Martijn, met
onder andere Wonen, Wijken en Integratie in portefeuille en vijfde op
de kandidatenlijst voor de aanstaande Kamerverkiezingen.
De notitie ontstond op basis van onder meer een reeks
`huiskamergesprekken' met leden van diverse minderheidsgroeperingen:
Nederlanders met een Molukse, Marokkaanse, Chinese, Antilliaanse,
Surinaamse, Afrikaanse, Turkse en Kaapverdiaanse achtergrond,
vluchtelingen en `geboren Nederlanders', christenen en moslims.
Kernpunten uit de notitie zijn:
1. Integratiebeleid - hoe goed bedoeld ook - heeft de neiging
verschillen te benadrukken; inburgeren en integratie worden te veel
verstaan als synoniem aan assimilatie. Er is behoefte aan een meer
neutrale en natuurlijke benadering. De ChristenUnie kiest daarom voor
burgerschaps-vorming. Die keuze is gericht op een juiste balans tussen
de inzet op gemeenschapszin enerzijds en op eigen verantwoordelijkheid
anderzijds. Tevens wordt hiermee benadrukt waar het echt om gaat: hoe
kunnen wij ondanks verschillen samen leven in Nederland.
2. Een eerlijk maatschappelijke debat over integratie vraagt om een
duidelijk onderscheid tussen migranten die goedwillend en vredelievend
zijn enerzijds, en anderzijds hen die dit land vijandig gezind zijn en
zich afzetten tegen de Nederlandse samenleving. Burgerschapsvorming is
dus uitnodigend, maar heeft nadrukkelijk wel twee kanten.
3. Generiek beleid is lang niet altijd zinvol. Specifieke maatregelen,
gericht op de diversiteit en de verschillende generaties van
bi-culturele burgers is in veel gevallen doelmatiger. Er is maatwerk
nodig om met minimale middelen maximaal effect te bereiken.
4. Integratiebeleid dat burgers helpt een plaats te verwerven in de
Nederlandse samenleving, moet primair gericht zijn op de eerste (jonger
dan 60 jaar) en tweede generatie van hen die zich in Nederland hebben
gevestigd en die zich in een lage sociaaleconomische positie bevinden.
De middenklasse met een bi-culturele achtergrond bestaat uit burgers
die geen bijzonder ondersteuning nodig hebben; hun burgerschapsvorming
is een natuurlijk proces.
5. Het is niet goed om alle burgers met een bi-culturele achtergrond én
alle (ex) Koninkrijksburgers over één kam te scheren. Dat wordt door
een groot deel van deze groepen als onrechtvaardig ervaren, en daardoor
komen ook de onderlinge verhoudingen tussen deze groepen onder druk te
staan.
6. Een samenleving waarin de integratie in harmonie verloopt, waarin
ook plaats is voor absorptie van nieuwe gewoonten en gebruiken, van
waardering voor de positieve kanten van een diverse samenleving, is
slechts mogelijk bij beheersing en regulering van immigratiestromen.
Beheersing betekent: beperking van de omvang. Regulering betekent: de
toegang tot Nederland geschiedt onder voorwaarden.
In de notitie wordt voorts onder meer grenzen gesteld aan religieuze
vrijheden (religie en levensbeschouwing zijn geen vrijbrief voor dwang;
geen import van onvrijheid door financiële relaties met onvrije landen
als Saoedi-Arabië). Ook wordt er gepleit voor verdere verbetering van
het vluchtelingenbeleid (specifieke aandacht voor de
burgerschapsvorming van vluchtelingen, eerder toegang tot werk of
stage). En de notitie staat uitvoerig stil bij de situatie van
multiculturele christenen in zogenoemde migrantenkerken. En de fractie
vraagt klemmend om meer respect voor de situatie van
(ex)koninkrijksgenoten: burgers met een Surinaamse, Molukse of
Antilliaanse achtergrond, die zich te midden van het oplaaiende
integratiedebat ineens als vreemdelingen bejegend voelen terwijl zij
als iedere geboren Nederlander historisch geworteld zijn in het
Koninkrijk der Nederlanden.
De notitie Samen Nederland wordt officieel gepresenteerd tijdens de
Vriendendag 2010 van de ChristenUnie, 8 mei in het gebouw van de Tweede
Kamer. Gert-Jan Segers, directeur van het Wetenschappelijk Instituut
van de ChristenUnie en auteur van de islamstudie Voorwaarden voor
Vrede, zal Cynthia Ortega-Martijn interviewen over de notitie. Ook
vindt er een rondetafelgesprek plaats over het onderwerp
burgerschapsvorming.