geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en de Raad Buitenlandse
Zaken (inclusief Ontwikkelingssamenwerking) van 10 mei 2010
Kamerbrief inzake geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en de Raad
Buitenlandse Zaken (inclusief Ontwikkelingssamenwerking) van 10 mei 2010
Kamerbrief | 27 april 2010
Graag bied ik u hierbij aan de geannoteerde agenda van de Raad Algemene
Zaken en de Raad Buitenlandse Zaken van 10 mei 2010. De ministers voor
Ontwikkelingssamenwerking zullen deelnemen aan het voor hen relevante
deel van de Raad Buitenlandse Zaken.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
G eannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en de Raad Buitenlandse
Zaken (inclusief Ontwikkelingssamenwerking) van 10 mei 2010
Raad Algemene Zaken
Presentatie agenda van de Europese Raad van 17 juni
De Raad Algemene Zaken (RAZ) zal de agenda vaststellen van de Europese
Raad van 17 juni aanstaande. Het voorzitterschap heeft de agenda nog
niet verspreid. Bespreking op deze RAZ betreft dan ook een louter
procedureel agendapunt. De inhoudelijke voorbereiding van de Europese
Raad vindt plaats tijdens de RAZ van 14 juni as.
EDEO
Het Voorzitterschap heeft de Europese Dienst voor het Externe Optreden
(EDEO) op de agenda van de RAZ gezet. Het is verwachtbaar dat de Raad
onder meer zal spreken over het organigram, het formatieplan en de
begroting van de EDEO in het licht van de voortgang van de inspanningen
van Hoge Vertegenwoordiger Ashton en haar besprekingen met het Europees
Parlement. Pas als het EP zijn advies heeft gegeven, kan de Raad
overgaan tot het vaststellen van het instellingsbesluit. Het is op dit
moment niet de verwachting dat dit voor juni zal gebeuren.
De kabinetsappreciatie van Ashton's voorstellen, die uw Kamer op 19
april toeging, is de leidraad voor de Nederlandse inzet.
Raad Buitenlandse Zaken
Somalië
De Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) zal spreken over de overdracht van
piraterijverdachten door de EU-missie Atalanta. De EU heeft momenteel
overdrachtsovereenkomsten met Kenia en de Seychellen. Kenia draagt met
117 overgedragen verdachten tot nu toe de grootste last. Deze
activiteiten leggen een groot beslag op het Keniaanse rechtssysteem.
Het is onduidelijk of Kenia de overeenkomsten met verschillende landen
en organisaties over de overdracht van piraterijverdachten, inclusief
de overeenkomst met de EU, nu wil opzeggen of niet.
De regering is bezorgd over de mogelijke gevolgen van beëindiging van
de overeenkomst met Kenia. Hiermee komt het juridische sluitstuk van de
overigens succesvolle Atalanta-missie in gevaar. Daarom moet de komende
periode worden benut om met Kenia en andere landen in de regio een
betere regionale lastenverdeling tot stand te brengen. Nederland zal er
in de Raad voor pleiten dat Hoge Vertegenwoordiger Ashton met het
brengen van een bezoek aan de landen in de regio, op korte termijn de
knelpunten in kaart brengt en een betere verdeling van de lasten van
piraterijbestrijding voorbereidt, waarbij ook de mogelijkheid van het
oprichten van een regionaal tribunaal opnieuw zou moeten worden
overwogen.
Rusland
De Raad zal spreken over de relaties tussen de EU en Rusland ter
voorbereiding van de halfjaarlijkse EU-Rusland Top op 31 mei en 1 juni
in Rusland (Rostov aan de Don). De EU zal tijdens de Top onder andere
de stand van de onderhandelingen over een nieuw samenwerkingsakkoord
aan de orde stellen en opnieuw aandringen op spoedige toetreding van
Rusland tot de WTO. Ook zal nader worden gesproken over een mogelijk
EU-Rusland Partnerschap voor Modernisering, over visumaangelegenheden
en over mogelijkheden voor Russische deelname aan
EU-crisisbeheersingsoperaties.
Nederland is voorstander van het sluiten van een nieuw diepgaand,
veelomvattend en juridisch bindend samenwerkingsakkoord tussen de EU en
Rusland, dat zowel verdieping van de politieke samenwerking behelst als
de weg voor andere samenwerkingsverbanden opent. Geïntensiveerde
samenwerking tussen de EU en Rusland is wenselijk om voortgang te
kunnen boeken op belangrijke internationale vraagstukken van vrede en
veiligheid, energie, klimaat, en non-proliferatie. Nederland is van
mening dat in de EU-Rusland relatie ook voldoende ruimte moet zijn voor
dialoog over onderwerpen waarover de meningen verschillen, zoals
mensenrechten en Georgië. Tijdens de EU-Rusland Top zal de EU dan ook
expliciet aandacht moeten vragen voor de mensenrechtensituatie in
Rusland.
Non-proliferatie
De Raad zal mogelijk spreken over het verloop van de vijfjaarlijkse
Toetsingsconferentie van het nucleaire Non-Proliferatie Verdrag (NPV),
die van 3 tot en met 28 mei as. plaatsvindt in New York.
Nucleaire ontwapening en het voorkomen van nucleaire proliferatie
behoren tot de meest complexe vraagstukken van de 21^eeeuw. Het NPV
staat onder druk door de ontwikkelingen in Noord-Korea en Iran.
Tegelijkertijd heeft in het afgelopen jaar de internationale discussie
over non-proliferatie en ontwapening een nieuwe dynamiek gekregen.
Nederland wil de NPV-Toetsingsconferentie aangrijpen om hernieuwde
bereidheid te tonen om aan een kernwapenvrije wereld te werken. De
inzet van de Nederlandse regering tijdens de Toetsingsconferentie heb
ik in mijn brief van 12 april jl. aan uw Kamer (kenmerk 32123-V-81)
uitgebreid uiteengezet.
De regering staat een evenwichtige benadering voor, met voldoende
aandacht voor elk van de drie pijlers van het NPV - ontwapening,
non-proliferatie en vreedzaam gebruik. Concrete afspraken zijn nodig om
de doelstellingen van het NPV dichterbij te brengen en de naleving van
het verdrag en controle daarop te verstevigen. Met name de juridische
basis van het non-proliferatieregime zelf verdient aandacht. Nederland
wil dat er afspraken worden gemaakt die er voor zorgen dat de
internationale gemeenschap doortastend en beslist optreedt wanneer de
regels van het NPV worden overtreden, zoals in het geval van Iran en
Noord-Korea, omdat dit de geloofwaardigheid van het NPV raakt.
Daarnaast moeten afspraken worden gemaakt om de nucleaire activiteiten
voor vreedzaam gebruik wereldwijd transparanter te maken en moeten er
sterkere verificatiemechanismen komen zodat de internationale
gemeenschap er zeker van kan zijn dat nucleaire activiteiten geheel
vreedzaam zijn. Verdere ratificatie en inwerkingtreding van het
Alomvattend Kernstopverdrag (CTBT) en de totstandkoming van een
splijtstofstopverdrag (FMCT) dragen volgens de Nederlandse regering bij
aan de versteviging van de juridische basis van het
non-proliferatieregime.
Tijdens de Toetsingsconferentie zal Nederland zoveel mogelijk in
EU-kader opereren. Interventies op nationale titel vinden complementair
aan het EU-optreden plaats. De basis voor de inzet van de EU wordt
gevormd door het Raadsbesluit inzake een EU-standpunt voor de
NPV-Toetsingsconferentie 2010 dat is aangenomen op 29 maart jl. en op
10 april in het EU Publicatieblad is gepubliceerd.
Iran
Het overleg in New York tussen de vijf permanente leden van de
VN-Veiligheidsraad (VNVR) en Duitsland (de E3+3) over een nieuwe
VNVR-sanctieresolutie jegens Iran duurt voort. In afwachting van
vooruitgang in dit proces is besloten Iran tijdens de RBZ van mei aan
de orde te stellen, in plaats van tijdens de RBZ van april.
De inhoud van de bespreking in de Raad zal afhangen van de vorderingen
die in New York worden gemaakt. De interne voorbereidingen van de EU op
de doorvoering van additionele maatregelen tegen Iran gaan intussen op
technisch niveau door.
Zoals bekend, betreurt de Nederlandse regering het voortdurend
uitblijven van constructieve samenwerking van Iran met het IAEA en de
VNVR. De Iraanse opstelling draagt geenszins bij aan het herstel van
het internationale vertrouwen in het door Iran geclaimde vredelievende
karakter van zijn nucleaire programma. Nederland steunt de inspanningen
van de E3+3 om overeenstemming te bereiken over additionele maatregelen
tegen Iran in een VN-Veiligheidsraadresolutie. Om snelle, eensgezinde
opvolging door de EU van een dergelijke resolutie mogelijk te maken, is
het van belang dat de interne voorbereidingen resoluut worden
voortgezet. De nadruk moet hierbij liggen op krachtige maatregelen
gericht tegen het Iraanse leiderschap die de bevolking zo veel mogelijk
ontzien. Zoals u bekend is de regering van mening dat de EU met
gelijkgezinde landen maatregelen moet treffen indien blijkt dat
hierover in de VNVR geen overeenstemming kan worden gevonden.
Nederland zal zich daarenboven binnen de EU blijven inzetten voor
voortgezet krachtig en zichtbaar protest tegen mensenrechtenschendingen
en aandringen op spoedige uitwerking van Nederlandse voorstellen tot
maatregelen gericht tegen internetcensuur. Raadswerkgroepen werken
momenteel aan de voorbereiding van maatregelen op basis van de
Raadsverklaring van 22 maart jl.
China
De Raad zal onder dit agendapunt naar verwachting spreken over de
verhouding tussen de EU en China ter voorbereiding van een strategische
meerjarenvisie op het EU-beleid ten aanzien van China. Zoals beschreven
in het verslag aan uw Kamer van het Gymnich-overleg van 5 en 6 maart
jl. zal Hoge Vertegenwoordiger Ashton strategieën voor de omgang met de
opkomende actoren voorbereiden.
Gezien het toenemende economische en politieke gewicht van China wordt
dit land een steeds belangrijkere speler op het internationale niveau.
De EU moet in toenemende mate rekening houden met China voor het
realiseren van haar economische, sociale en politieke doelstellingen.
Hierbij wordt de EU geconfronteerd met de relatief intern georiënteerde
visie van China op internationale vraagstukken. De centrale
doelstelling van het Chinese buitenlandbeleid is het bevorderen van
interne stabiliteit en economische groei, wat spanning kan opleveren
met economische belangen van de EU en met door de EU uitgedragen
waarden.
De EU staat voor de uitdaging in haar lange-termijnstrategie het voeren
van effectief economisch beleid te combineren met het uitdragen van de
fundamentele waarden van de Unie. De EU zal zich tegenover China
zakelijker moeten opstellen. Zo moet de EU China ertoe aanzetten een
minder protectionistisch economisch beleid te voeren en een level
playing fieldte bieden aan Europese bedrijven. Tegelijkertijd zal de EU
China ertoe moeten bewegen meer verantwoordelijkheid te nemen in
belangrijke mondiale kwesties, zoals conflictbeheersing en
klimaatverandering. Hierbij zal de EU moeten blijven benadrukken dat
respect voor de internationale rechtsorde, waaronder mensenrechten, een
randvoorwaarde is voor effectieve en duurzame internationale
samenwerking. De EU is een belangrijke handels- en investeringspartner
van China en speelt een actieve rol in alle relevante internationale
fora. Dit maakt het ook voor China interessant een meer strategisch
georiënteerde dialoog met de EU te voeren.
Effectief optreden van de EU is in grote mate afhankelijk van de mate
waarin de EU in staat is met één stem te spreken en een coherente en
consistente boodschap uit te dragen op alle terreinen van samenwerking
met China. Nederland zal benadrukken dat de EU optimaal gebruik moet
maken van de mogelijkheden die het Verdrag van Lissabon biedt voor het
versterken van de interne cohesie en van de positie van Hoge
Vertegenwoordiger Ashton.
Raad Buitenlandse Zaken, deel Ontwikkelingssamenwerking
Haïti
De Raad zal stilstaan bij de situatie in Haïti en de lopende
wederopbouwinspanningen. Specifiek zal worden gesproken over de
EU-inspanningen, voortbouwend op de donorconferentie in New York van 31
maart jl. Hoge Vertegenwoordiger Ashton zegde daar namens de EU 1,2
miljard euro toe voor de implementatie van het door de regering van
Haïti gepresenteerde actieplan. In totaal werd een bedrag van ruim 9
miljard USD toegezegd, waarvan 5 miljard USD al in 2010 en 2011
beschikbaar zal zijn.
Nederland blijft inzetten op een goed gecoördineerde en eenduidige
EU-inzet voor de wederopbouw van Haïti. Nederland ondersteunt het
voornemen van de Europese Commissie zich in eerste instantie vooral te
richten op het herstel van de belangrijkste infrastructuur,
overheidsdiensten en de onderwijssector. Daarnaast meent Nederland dat
de EU de nodige aandacht moet besteden aan aspecten als goed bestuur en
rule of law. Dit werd ook door Hoge Vertegenwoordiger Ashton in New
York onderstreept als belangrijk aandachtspunt.
Gendergelijkheid en ontwikkeling
Naast de brede discussie tijdens deze Raad over de inzet voor de
MDG-top in september (zie hieronder) zal de Raad een separate
oriënterende discussie voeren over gendergelijkheid. Dit onderwerp is
een prioriteit van het Spaanse voorzitterschap. Daarnaast nopen
achterblijvende resultaten op MDG 3 `Gelijke rechten en kansen voor
vrouwen en meisjes' en MDG 5 `Het terugbrengen van moedersterfte' tot
extra aandacht voor dit onderwerp. De discussie zal waarschijnlijk de
lijnen volgen van het in maart 2010 gepresenteerde EU-actieplan voor
gendergelijkheid en versterking van vrouwen in ontwikkeling. In dit
actieplan doet de Commissie voorstellen voor een extra inspanning van
de EU om op het gebied van gendergelijkheid tussen nu en 2015 concrete
resultaten te realiseren. Deze extra inspanning zou volgens de
Commissie onder andere moeten bestaan uit het vergroten van technisch
capaciteit om mainstreamingvan gender te verbeteren, specifieke
projectmatige ondersteuning om ongelijkheid tegen te gaan en het
incorporeren van gender in de politieke en beleidsdialoog. De discussie
in de komende Raad zal de basis vormen voor een afrondende bespreking
tijdens de Raad van juni 2010.
Nederland is blij met de publicatie van het actieplan van de Commissie
en zal inzetten op conclusies in de Raad van juni die een hoog Europees
ambitieniveau voor de komende jaren zekerstellen.
EDEO
Ook de ministers voor Ontwikkelingssamenwerking zullen spreken over de
EDEO. Zij zullen daarbij met name ingaan op de wijze waarop
ontwikkelingssamenwerking zal worden belegd binnen de Dienst.
Zoals ook is gesteld in de kabinetsappreciatie over de EDEO (uw kamer
op 19 april jl. toegegaan), is Nederland van mening dat de Dienst een
geïntegreerd buitenlandbeleid moet voeren, waarbij rekening wordt
gehouden met de verschillende aspecten van dat beleid, zoals
veiligheid, mensenrechten, armoedebestrijding, etc. Zulks neemt niet
weg dat in het externe beleid van de EU armoedebestrijding en
ontwikkelingssamenwerking een zelfstandige doelstelling blijft, zoals
is vastgelegd in het Verdrag.
De Hoge Vertegenwoordiger krijgt een belangrijke taak bij de
strategische programmering, bijvoorbeeld bij het opstellen van de
meerjaren strategische landenbeleidsdocumenten en bij de uitvoering van
de diverse fondsen en instrumenten, zoals het mensenrechtenfonds, het
nabuurschapsinstrument, het Europese Ontwikkelingsfonds en het
Development-Cooperation Instrument. De HV zal hierbij nauw afstemmen
met de OS-commissaris.
De uitvoering van de programma's blijft in handen van de Commissie. De
commissaris voor ontwikkelingssamenwerking wordt verantwoordelijk voor
het EuropeAid Co-Operation Office, de commissiedienst die de
buitenlandse hulp uitvoert.
Nederland is tevreden hoe een en ander in het concept-EDEO besluit is
neergelegd. De EDEO zal in zijn beleidstaken voldoende rekening houden
met de specifieke uitgangspunten van het OS-beleid, waaronder voldoende
focus op het behalen van de millennium ontwikkelingsdoelen,
armoedefocus in de programma's, uitvoering van de Parijs-agenda en de
onderlinge werkverdeling tussen donoren.Er zijn geen aanwijzingen dat
het uiteindelijke EDEO-besluit van bovengeschetste lijnen zal afwijken.
Millennium Development Goals ^^1
Het Spaanse voorzitterschap heeft een oriënterend debat voorzien over
het EU-beleid ten aanzien van de millennium ontwikkelingsdoelen (MDGs).
De Commissie heeft hierover op 21 april een mededeling gepresenteerd
(COM(2010)159). De ministers voor Ontwikkelingssamenwerking zullen deze
mededeling bespreken als onderdeel van de voorbereiding van de MDG-top
van de VN in New York op 20-22 september as.
De mededeling wijst op de belangrijke rol die de MDGs de afgelopen tien
jaar hebben vervuld bij het katalyseren van internationale
samenwerking. Met nog vijf jaar te gaan tot de beoogde einddatum van
2015 is de voortgang sterk wisselend, zowel tussen de verschillende
MDGs onderling als tussen regio's. Economische groei en de kwaliteit
van het bestuur en het nationale beleid in ontwikkelingslanden zijn
daarbij sterk bepalende factoren. Wereldwijd is een forse vermindering
van extreme armoede gerealiseerd en ook sterke vooruitgang op het
gebied van toegang tot basisonderwijs, gendergelijkheid in het
onderwijs en toegang tot veilig drinkwater. Maar ondervoeding en
armoede zijn met name in sub-Sahara Afrika nog wijdverbreid, terwijl
ook de voortgang op de MDGs aangaande moedersterfte en sanitaire
voorzieningen zeer beperkt is.
De Commissie stelt een reeks van acties voor om het Europese MDG-beleid
te versterken. In de eerste plaats wil de Commissie dat lidstaten die
dat nog niet hebben gedaan, concrete plannen neerleggen voor verhoging
van hun officiële hulp tot minimaal 0,7% BNI in 2015. De Commissie
wijst erop dat het percentage ODA/BNI (Officiële Hulp/Bruto Nationaal
Inkomen) van de EU-27 in 2009 weliswaar is gestegen tot 0,42%, maar dat
dit nog ver onder het afgesproken tussendoel van 0,56% BNI in 2010
ligt. De nieuwste ODA-cijfers geven aan dat in 2009 Frankrijk, het VK
en België gerekend in euro's de grootste stijging hebben gerealiseerd.
Voor 2010 hebben volgens de Commissie 9 `oude' lidstaten meer dan het
2010 tussendoel begroot, terwijl 6 lidstaten daar onder blijven. Om
druk te houden op achterblijvende lidstaten stelt de Commissie een
jaarlijkse ODA Peer Reviewvoor, waarvan de resultaten op het niveau van
de Europese Raad besproken zouden moeten worden.
Verder bepleit de Commissie onder meer herschikking van hulp naar
landen en sectoren die het meest off-trackzijn met betrekking tot de
MDGs, onder andere ten gunste van Afghanistan en Pakistan. Tevens
dringt de Commissie aan op versnelde doorvoering van de
EU-hulpeffectiviteitagenda, waardoor volgens een recente studie
jaarlijks enkele miljarden aan effectiviteitwinst zouden kunnen worden
behaald. Meer aandacht zou uit moeten gaan naar versterking van
belastingsystemen van ontwikkelingslanden, en betere internationale
afspraken om belastingontduiking tegen te gaan. Verder wijst de
Commissie op het belang van implementatie van klimaatbeleid, verkenning
van de mogelijkheden voor innovatieve financiering, uitvoering van
beleidscoherentie, regionale integratie en handel, uitwerking van een
actieplan voor fragiele staten en aanpassing van de internationale
(hulp-) architectuur (global governance architecture).
Nederland verwelkomt de mededeling van de Commissie en de daarin
verwoorde ambitie ten aanzien van de MDGs. De Commissie benoemt
verschillende onderwerpen die ook Nederland belangrijk vindt, zoals
moedersterfte en fragiele staten en de nadruk op gebieden die ver
achterblijven zoals Afghanistan, Pakistan en Sub Sahara Afrika.
Nederland juicht toe dat de Commissie enerzijds verantwoordelijkheid
neerlegt bij de OS-landen zelf, maar er anderzijds ook op wijst dat
alle EU-lidstaten zich moeten houden aan de hulpafspraken en
versnippering van EU-hulp moeten tegengaan. Met het oog op de MDG-top
in september 2010 zal Nederland zich ervoor inzetten dat de Commissie
ook aandacht besteedt aan het belang van gender, aan het groei- en
verdelingsvraagstuk, innovatieve samenwerking met het bedrijfsleven en
aan inclusieve financiering waaronder microkredieten.
1 Deze passage vervangt een regulier BNC-fiche
Ministerie van Buitenlandse Zaken