VU medisch centrum

'Behandeling kanker is parel voor VUmc'

7 mei 2010

Het komende jaar werkt VUmc langzaam toe naar de nieuwe poli sneldiagnostiek oncologie. Artsen en verpleegkundigen van verschillende disciplines moeten straks nauw samenwerken om de patiënt snel te kunnen helpen. Afdelingshoofd interne geneeskunde Mark Kramer is voorzitter van de kerngroep. Hij verwacht weinig problemen met het doorbreken van bestaande structuren.

"Het is geen 'big bang'. Stap voor stap werken we toe naar de nieuwe situatie, waarin we patiënten met de 21 belangrijkste kankers zo snel mogelijk en liefst binnen 48 uur kunnen diagnosticeren. De stand staat nu al op samenwerken. De bindende factor is het belang van de patiënt. Kanker is voor VUmc een parel, de behandeling daarvan eveneens. We kunnen ons aandeel alleen vergroten als patiënten tevreden zijn en dat doorvertellen", aldus Mark Kramer.

Werkprocessen
Na het in het kaart brengen van alle werkprocessen en de bijbehorende zorgpaden worden alle betrokken medewerkers hierover de komende maanden geïnformeerd. "We zullen tussen nu en de opening in juli 2011 regelmatig kleinschalige informatiebijeenkomsten houden over de nieuwe poli. Wat wordt er van medewerkers verwacht en hoe komt het eruit te zien? De patiënt moet zich in de nieuwe poli thuis en veilig voelen, door een overdachte keuze van kleuren en meubilair. Maar natuurlijk gaat het in de eerste plaats om de bejegening van de patiënt. Medewerkers van de nieuwe poli worden extra getraind op een gastvrije en persoonlijke benadering."

Kramer verheugt zich zelf zeker ook op het werken in de nieuwe afdeling. "Uit een nulmeting onder patiënten bleek vorig jaar dat ze regelmatig meemaken dat verpleegkundigen en artsen niet van elkaar weten wat ze doen en wie wat verteld heeft. Zelf maak ik soms ook mee dat ik aan een patiënt moet vragen waar en met wie hij afspraken heeft gemaakt. Daar moet een eind aankomen. Ik wil de patiënt precies kunnen vertellen hoe het zit en wat hem te wachten staat. Dat is een veel prettiger manier om hem tegemoet te kunnen treden."

Jeroen Kleijne
bron: Tracer