Ministerie van Economische Zaken
'Een open economie maakt van Nederland een krachtige speler'
Nieuwsbericht | 10-05-2010
Op maandag 10 mei 2010 spreekt minister Van der Hoeven op Universiteit
Nyenrode over de betekenis van offshoring, het verplaatsen van
bedrijfsactiviteiten naar het buitenland, voor de Nederlandse economie.
Eind maart 2010 presenteerde Nyenrode het eerste brede onderzoek over
dit onderwerp. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat Nederland met
een open economie flink profiteert van internationale handelsstromen en
nieuwe investeerders van buiten ons land. Soms zit er echter een minder
rooskleurig beeld aan vast, bijvoorbeeld door het verdwijnen van
werkgelegenheid. Vijf vragen aan minister Van der Hoeven over hoe om te
gaan met offshoring.
U zet zich als minister in voor de wijze waarop Nederland zijn geld
verdient. Speelt het buitenland daarbij een belangrijke rol?
Nederland profiteert van een economie die open staat voor de
buitenwereld. Uit berekeningen blijkt dat de groei van de
Nederlandse economie voor een derde afhankelijk is van de
wereldhandel. Wij zijn werelds 5e grootste exporteur, 6e ontvanger
van buitenlandse investeringen en 7e investeerder in het buitenland.
En van de Nederlanders werkt 15 procent (meer dan 700.000) voor een
buitenlandse bedrijf. Deze bedrijven zorgen ook nog eens voor 24
procent van de totale toegevoegde waarde van het bedrijfsleven.
Economische gezien kunnen we gewoon niet zonder het buitenland.
Wat vindt u dan van de kritiek op bedrijven als zij activiteiten naar
het buitenland verplaatsen of als bedrijven moeten veranderen door de
concurrentie uit het buitenland?
Het nieuws dat bedrijven en werkgelegenheid naar het buitenland
gaan, zorgt regelmatig voor opschudding. Dat is goed te begrijpen.
Je baan verliezen is echt heel erg. De regionale gevolgen zijn vaak
ook ingrijpend en soms gaat het om delen van een bedrijf dat al
jarenlang onderdeel is van de regio. Bedrijven verplaatsen
activiteiten echter om concurrerend te blijven. Uit onderzoek blijkt
dat bedrijven die activiteiten verplaatsen, de snellere groeiers
zijn. Doen ze dit dus niet, dan verliezen ze hun concurrentiekracht
en dat kost op de lange termijn banen. De beste manier om banen in
ons land te behouden, bestaat uit het continu investeren in
onderwijs, innovatie, krachtig ondernemerschap en een aantrekkelijk
investeringsklimaat. Dat zorgt voor nieuwe sterke (Nederlandse)
bedrijven en de daarbij behorende werkgelegenheid. Met de voordelen
van een open economie maakt dat van Nederland een krachtige speler.
Uit onderzoek blijkt dat de meeste mensen in Nederland onze open
grenzen wel steunen. Juist vanwege het belang van een open economie.
Hoe zien zij echter het verplaatsen van activiteiten naar het
buitenland?
Uit onderzoek van mijn ministerie blijkt dat de helft van de
Nederlanders aangeeft dat zij in hun directe omgeving weinig merken
van banen die verdwijnen naar het buitenland. Slechts 14 procent
denkt dat het eigen werk gemakkelijk naar het buitenland verplaatst
kan worden. Je ziet dat veel Nederlanders de open economie steunen.
We staan over het algemeen positief tegenover globalisering. Maar de
verwachtingen voor de werkgelegenheid zijn somberder. Veel
Nederlanders, 42%, verwachten namelijk dat er steeds meer
hooggeschoolde banen naar het buitenland verdwijnen. Slechts 12%
verwacht dat daar hoogwaardigere werkgelegenheid voor terugkomt.
Komt dit beeld overeen met de cijfers?
Offshoring raakt zowel de onderkant van de arbeidsmarkt als de hoge
inkomens. Het onderzoek van Nyenrode laat zien dat het gaat om
minimaal 41.000 verplaatste banen in de afgelopen vijf jaar. Het
aantal valt in het niet bij de jaarlijkse veranderingen op onze
arbeidsmarkt. In 2005 zijn er bijvoorbeeld in Nederland 421.000
banen ontstaan en 526.000 verdwenen op een totaal van 11 miljoen. Op
langere termijn gaat het om gemiddeld 9 procent banen die er bij
gekomen zijn en 8 procent dat verdween. Offshoring speelt hierbij
dus maar een beperkte rol. Het komt vooral door nieuwe technieken.
Die zorgen ervoor dat oudere sectoren vernieuwen. Dat is een goede
stimulans voor onze economie, want die ontwikkeling zorgt op langere
termijn voor meer werkgelegenheid in dynamische bedrijven waar de
productiviteit hoger is. Daarom heeft het kabinet in het licht van
de crisis bijvoorbeeld 100 miljoen euro beschikbaar gesteld voor
innovatieprojecten voor sectoren waarin Nederland een
onderscheidende internationale positie heeft en die het nu zwaar te
verduren hebben. Uiteindelijk profiteren we daar als economie met
zijn allen van. Denk aan de keuze van Danone om te investeren in
onderzoek en innovatie in Nederland en de komst van steeds meer
snelle en innovatieve groeiers uit opkomende markten zoals Tata
(India) en Huawei (China).
U benadrukt ook altijd het feit dat we ook profiteren van buitenlandse
bedrijven die hier komen. Zij verplaatsen werk naar Nederland of
creëren hier nieuwe banen. Om welke getallen gaat het hier?
We hebben niet het volledige plaatje over het aantal banen dat
gecreëerd wordt door de investeringen door buitenlandse bedrijven in
Nederland. Wat we wel weten is dat alleen de projecten die in de
afgelopen vijf jaar door het Netherlands Foreign Investment Agency
(NFIA) zijn ondersteund, gezorgd hebben voor bijna 15.000 banen. Dit
is maar een klein deel van het totaal, omdat het alleen een beeld
geeft van projecten waarbij de overheid een rol heeft. Ik ga daarom
onderzoek doen naar het aantal banen dat in Nederland wordt
gecreëerd door de totale investeringen uit het buitenland. Want het
is een gigantische bedrag dat het buitenland in Nederland
investeert: in 2009 ging het om 19.4 miljard euro. De NFIA was in
dat jaar betrokken bij projecten ter waarde van 3.1 miljard euro.
Eind 2008 hadden buitenlandse bedrijven in totaal voor 459 miljard
euro in ons land geïnvesteerd. Het totale aantal banen door
buitenlandse investeerders is dus veel groter.'
Foto: Arenda Oomen - Minister van der Hoeven
Foto: Arenda Oomen - Minister van der Hoeven
Documenten en publicaties
Meerderheid bedrijven houdt activiteiten in Nederland
Meerderheid bedrijven houdt activiteiten in Nederland
Persbericht | 23-03-2010 | EZ