Ingezonden persbericht


Second opinion zou ook in sociale zekerheid normale zaak moeten zijn Bij 'ontvoogde verhoudingen, kracht van mensen' hoort een 'klant' die ook écht kan kiezen

Is het niet hoog tijd dat de second opinion, inmiddels volledig ingeburgerd in de zorg, nu ook maar eens normaal gaat worden in de sociale zekerheid? De klanten vragen er ook om: zij hebben behoefte aan aanvullend onafhankelijk advies, naast hun contacten met het UWV of een gemeentelijke sociale dienst.

De burger kan steeds meer kiezen: energie-, kabel-, internet- en zorgaanbieders. Op het terrein van de sociale zekerheid is er geen vrijheid bij de keuze van de organisatie die de uitkering verzorgt en hulp biedt bij de terugkeer naar werk. Een second opinion is in deze situatie een belangrijk middel om de positie van de burger te versterken. Uit het onderzoek 'Wat vraagt de klant' naar de wensen van cliënten in de sociale zekerheid blijkt dat meer dan 85 procent van de mensen met en zonder baan weet waar zij in geval van nood moeten aankloppen voor een uitkering en/of hulp bij het vinden van (ander) werk. Zij zijn over het algemeen ook tevreden over de ondersteuning die zij krijgen van UWV en de sociale diensten. Maar liefst 90 procent vindt echter dat er daarnaast toegang moet zijn tot bronnen voor onafhankelijke informatie en advies. Zij vinden deze informatie noodzakelijk om zelf het heft in handen te kunnen nemen als zij op zoek moeten naar (ander) werk, om goed voorbereid bij UWV of sociale dienst te kunnen verschijnen, de verkregen informatie achteraf nog eens te kunnen checken of om te kunnen onderzoeken of er nog andere mogelijkheden zijn om aan het werk te komen of te blijven. De ondervraagden geven aan dat onafhankelijk aanvullend advies motivatieverhogend en uitstroombevorderend werkt.

Succes
Het onderzoek is uitgevoerd door TNO in opdracht van de Stuurgroep van het project Onafhankelijk Arbeidsadviseur waarin UWV, Divosa en de Landelijke Cliëntenraad vertegenwoordigd zijn. De conclusies sluiten aan bij de bevindingen van eerdere onderzoeken van onder meer de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) en de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) waarin eveneens de behoefte werd aangetoond aan onafhankelijk advies, los van UWV, sociale dienst of werkgever. Te denken valt aan uiteenlopende bronnen variërend van familie en vakbond tot internet en een onafhankelijk arbeidsadviseur. Deze laatste is vanaf 2004 te vinden op de Werkpleinen waar UWV en sociale diensten hun krachten hebben gebundeld, maar staat los van beide organisaties. De Stuurgroep Arbeidsadviseur wijst op het succes van de onafhankelijk arbeidsadviseur en het belang dat deze ook daadwerkelijk los staat van de gevestigde instituties. Zij reageert hiermee impliciet op het voornemen van minister Donner van SZW om de subsidiering van deze onafhankelijk adviseur te willen stopzetten.

Nieuw systeem
De functie van onafhankelijk arbeidsadviseur sluit goed aan bij de conclusies van de denktank bestaande uit vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en de publieke sector die onlangs in het Baliemanifest 'Ontvoogde verhoudingen, kracht van mensen' hebben gepleit voor een nieuw systeem dat uitgaat van werknemers die hun eigen boontjes doppen. Aanleiding voor dit manifest is de scheefgroei in de sociale zekerheid waar een groeiende groep zzp'ers, maar ook uitzendkrachten en deeltijdwerkers minder gebruik kunnen maken van collectieve sociale regelingen dan werknemers met een vast contract. Uitgangspunt van het nieuwe model voor de toekomst is dat iedereen verantwoordelijk wordt voor zijn eigen sociale zekerheid. Tot slot concludeert de Stuurgroep dat het in de moderne verhoudingen past om klanten van de sociale zekerheid ook daadwerkelijk keuzemogelijkheden te bieden. In geval van een uitkeringsrelatie bestaat een onvermijdelijke zekere mate van afhankelijkheid en een bij wet geregelde verplichte 'winkelnering', maar daarmee is nog niet gezegd dat die er ook moet zijn in het geven en verkrijgen van informatie en advies.

Arbeidsadviseur
Het Project Onafhankelijk Arbeidsadviseur is een initiatief van de Landelijke Cliëntenraad (LCR), wordt gefinancierd door het ministerie van SZW en bestaat sinds 1 juli 2004. Hoewel het de bedoeling was deze onafhankelijke adviesfunctie te laten uitgroeien tot een integraal onderdeel van de dienstverlening op het terrein van de sociale zekerheid, wil minister Donner van SZW een einde maken aan de financiering. Met het onderzoek 'Wat vraagt de klant' reikt het project de minister tegenargumenten aan in de hoop dat hij van dit voornemen afziet. De keten van werk en inkomen zal altijd behoefte blijven houden aan een ombudsfunctie die zowel de klant als de ketenorganisaties scherp houdt. Verspreid over het land zijn 76 onafhankelijk arbeidsadviseurs werkzaam op 104 Werkpleinen. Zij genieten steeds meer bekendheid en krijgen het almaar drukker. Sinds 2005 hebben zij al meer dan 165.000 'activiteiten' uitgevoerd, voornamelijk bestaande uit individuele consulten en daarnaast het voeren van gesprekken met werkgevers en het geven van algemene voorlichting op banenmarkten. Deze niet-commerciële ombudsfunctie voorziet in een grote behoefte. De grootste groep klanten (bijna de helft) bestaat uit werkenden met vragen over dreigend ontslag of over ziekte en re-integratie. Een andere groep (ongeveer een derde) bestaat uit mensen met een uitkering van het UWV. De rest bestaat uit klanten die onder de re-integratieverantwoordelijkheid van de gemeenten vallen, zoals bijstandsgerechtigden en nuggers. De klanttevredenheid is al vanaf het begin opvallend hoog met gemiddeld 4,2 op een schaal van 1 tot 5, waarbij vooral de onafhankelijkheid, klantgerichtheid, bereikbaarheid, toegankelijkheid en de kwaliteit van het advies hoog scoren.

Noot voor de redactie,

Ingezonden persbericht