Nieuwe exportmarkten veroveren kost eerst geld
Bij exporteren gaat de kost voor de baat uit. Nog voordat een
Nederlands bedrijf ook maar één product verkocht heeft op een
buitenlandse markt, worden al kosten gemaakt. Die kosten worden hoger
naarmate de kwaliteit van regulering en openbaar bestuur in de
potentiële exportbestemmingen lager is, naarmate er meer corruptie is
en de cultuur meer verschilt. Alleen de meest productieve bedrijven
zijn bereid en in staat deze markttoetredingskosten te betalen. Als het
bedrijf eenmaal in een land actief is, hangt het exportvolume vooral af
van de koopkracht in de exportbestemming en de afstand tot Nederland.
Dat zijn de belangrijkste conclusies in de vandaag verschenen studie
'Export Margins and Export Barriers: Uncovering market entry costs of
exporters in the Netherlands'. Het onderzoek analyseert de
exportbeslissingen van Nederlandse bedrijven en relateert deze aan
kenmerken van de exportbestemmingen en van de bedrijven zelf. Hierbij
is gebruik gemaakt van gedetailleerde handelsstatistieken van de 1200
grootste niet-financiële ondernemingen in Nederland in 2006 en 2007.
Het CPB-onderzoek laat zien dat deze grote bedrijven gemiddeld naar
ongeveer 30 landen exporteren. De variatie is echter groot. Negen
procent exporteert maar naar één bestemming; slechts enkele Nederlandse
bedrijven exporteren naar meer dan 100 bestemmingen. De populairste
afzetmarkten zijn Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk
en Zwitserland. De top 20 bestaat alleen uit Europese bestemmingen,
variërend van Italië tot Hongarije, plus de Verenigde Staten. Dit zijn
dus vooral landen met een grote koopkracht die relatief dicht bij
Nederland liggen.
Vooral productieve bedrijven exporteren, omdat het opstarten van een
exporttraject geld kost. Minder productieve bedrijven kunnen de
markttoetredingskosten die met export samengaan vaak niet betalen. Een
exporteur maakt kosten om contacten met de overheid, distributeurs en
klanten in het exportland te leggen. Een exporteur heeft vaak licenties
nodig en producten moeten aan allerlei voorwaarden voldoen. Dit
onderzoek laat zien dat voor grote Nederlandse bedrijven de
markttoetredingskosten groter zijn naarmate de kwaliteit van
regelgeving en openbaar bestuur in het bestemmingsland lager zijn, er
meer corruptie optreedt en het land in cultureel opzicht verder van
Nederland afstaat. Als het niveau van corruptie in Bangladesh
bijvoorbeeld even laag zou zijn als dat in Finland (één van de minst
corrupte landen ter wereld) zou de kans dat een Nederlands bedrijf naar
Bangladesh exporteert met acht procentpunten toenemen. Deze factoren
verklaren een deel van de exportbeslissing. De afstand tot Nederland en
de koopkracht in het exportland hebben een grotere invloed op de
exportbeslissing.
Als de exportbeslissing eenmaal genomen is, vormen institutionele en
procedurele barrières niet langer een belemmering. Een grotere afstand
tot Nederland, minder koopkracht en hogere importtarieven in het
bestemmingsland hebben wel een negatief effect op het exportvolume. Zo
verhoogt een inkomenstoename van 10 procent in de afzetmarkt het
exportvolume van de Nederlandse bedrijven met gemiddeld 17 procent. Als
Bangladesh net zo rijk als Finland zou zijn, zou het export volume
verdubbelen.
De onderzoekers concluderen dat traditionele afspraken tussen landen
over een vrijer handelsbeleid (zoals lagere importtarieven) niet
effectief zijn om nieuwe handelsrelaties aan te gaan, maar vooral
helpen om bestaande exportrelaties te intensiveren. Voor het aangaan
van nieuwe handelsrelaties moeten overheden andere instrumenten
inzetten, zoals handelsmissies en economische diplomatie. Deze
instrumenten kunnen ertoe bijdragen dat de informatie- en netwerkkosten
voor nieuwe exportmarkten lager worden en dat de impliciete barrières
die verschillen in cultuur en instituties met zich mee brengen kleiner
worden.
CPB Document 208, 'Export Margins and Export Barriers: Uncovering
market entry costs of exporters in the Netherlands', is (gratis)
beschikbaar als PDF-bestand.
Zie het origineel
(070-3383423), of Jacqueline Timmerhuis (070-3383477)
Centraal Planbureau