Radboud Universiteit Nijmegen


Acute stress werkt anders bij mensen met veelvoorkomende genvariatie

Datum bericht: 10 mei 2010

Ongeveer de helft van alle mensen heeft een kleine hapering of deletie in het gen ADRA2B. Dat betekent dat er een paar basisparen op een specifieke locatie in het gen ontbreken. In principe merken mensen in het dagelijks leven niets van deze deletie. Eerder onderzoek had al aangetoond dat mensen met een ADRA2B-deletie meer last hebben van traumatische herbeleving van stresssituaties dan mensen zonder deze variatie. Het onderzoek waarover onderzoekers van het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour van de Radboud Universiteit Nijmegen nu in PNAS publiceren, maakt duidelijk hoe belangrijk de rol van de directe omgeving is.

Amygdala maakt overuren
Eerste auteur en neurowetenschapper Helena Cousijn onderzocht samen met het team van prof. Guillén Fernández 41 proefpersonen in de MRI-scanner. Wanneer de proefpersonen naar angstaanjagende filmpjes keken die tot acute stress leiden, reageerde de amygdala - waar emoties verwerkt worden - bij alle proefpersonen vergelijkbaar.

Wanneer er na deze filmfragmenten gezichten met emotionele uitdrukkingen werden getoond, nam echter alleen bij de mensen met een deletie in ADRA2B de activiteit nog toe. Terwijl de groep zonder deletie al een plafond had bereikt na de enge films, werd de amygdala van de deletiegroep nog actiever bij het zien van emotionele gezichten. Cousijn: Bij de deletiegroep maakt de amygdala tijdens stress dus overuren.

Selecteren op stressgevoeligheid
In principe maakt deze ontdekking het mogelijk een groep mensen te identificeren die meer stressgevoelig is. Cousijn: Dit zou misschien in de toekomst mogelijk zijn, maar of dat ethisch verantwoord is, is een tweede. Bovendien: het onderzoek toont juist aan dat je op basis van genen alleen nog niet veel kunt zeggen, maar dat de directe omgeving juist erg belangrijk is.