Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Belgie
van de wet van 30/12/2009 houdende diverse bepalingen
De crisispremie - Wijziging van de wet van 30/12/2009 houdende diverse
bepalingen
De aanpassingen aangebracht door de wet van 28/04/2010 houdende diverse
bepalingen staan in VET.
Toepassingsgebied
Deze maatregel is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die
onderworpen zijn aan de wet van 5 december 1968 betreffende de
collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
Onderwerp
Op grond van de artikelen 148 tot 150 van de wet van 30 december 2009
houdende diverse bepalingen (B.S. van 31 december 2009) zoals gewijzigd
door de wet van 28/04/2010 (B.S. van 10/05/2010) houdende diverse
bepalingen, kan elke werkman in de zin van artikel 2 van de wet van 3
juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (behalve in geval van
uitsluiting hieronder) van wie de overeenkomst werd beëindigd door de
werkgever (= ontslag) tijdens de periode van 01.01.2010 tot 30.06.2010,
recht hebben op een crisispremie van 1666 euro.
Gevallen van uitsluiting van het recht op de premie
De crisispremie kan niet worden toegekend in de volgende situaties :
* indien het ontslag zich voordoet tijdens de proefperiode;
* indien het gaat om een ontslag wegens dringende reden (als de
dringende reden niet wordt geaccepteerd door de arbeidsrechtbank,
zal de premie verschuldigd zijn);
* indien het gaat om een ontslag met het oog op pensionering of
brugpensioen;
* indien het gaat om het einde van een arbeidsovereenkomst voor
bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk of om het einde
van een vervangingsovereenkomst van bepaalde tijd;
* indien het gaat om het einde van een arbeidsovereenkomst in
onderling akkoord;
* in het geval van ontslag in het kader van een collectief ontslag,
indien de werkman op het tijdstip van de mededeling door de
werkgever van de intentie tot collectief ontslag ten minste één
jaar ononderbroken dienstanciënniteit heeft bij die werkgever en
hij zich kan inschrijven in een tewerkstellingscel overeenkomstig
artikel 34 van de wet van 23 december 2005 betreffende het
generatiepact (in die situatie bestaat er over het algemeen een
recht op een inschakelingsvergoeding).
3bis. â Beperking op de vernieuwing van het recht op de premie
De werkman heeft niet opnieuw recht op de crisispremie indien volgende
voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn:
* de werkman heeft op het tijdstip van de kennisgeving van het
ontslag minder dan 6 maanden anciënniteit;
* de werkman was reeds eerder gerechtigd op een crisispremie
ingevolge een ontslag voor zover hij op het tijdstip van de
kennisgeving van dit ontslag, minder dan 6 maanden anciënniteit
had.».
Schuldenaar van de premie
De crisispremie is ofwel volledig ten laste van de RVA, ofwel
gedeeltelijk ten laste van de RVA (1.111 EUR) en gedeeltelijk ten laste
van de werkgever (555 EUR).Â
De crisispremie is volledige ten laste van de RVA in de volgende
gevallen: (nieuwigheden in vet)
* indien de werkman minder dan 6 maanden anciënniteit heeft op het
tijdstip van de kennisgeving van het ontslag;
* in het geval van ontslag in het kader van een collectief ontslag,
indien de werkman op het tijdstip van de mededeling door de
werkgever van de intentie tot collectief ontslag minder dan één
jaar ononderbroken dienstanciënniteit heeft bij die werkgever en
hij zich kan inschrijven in een tewerkstellingscel overeenkomstig
artikel 34 van de wet van 23 december 2005 betreffende het
generatiepact;
* indien de werkgever, wanneer de kennisgeving van het ontslag valt
in de periode van 1 januari 2010 tot 31 maart 2010, ten aanzien van
de werkman, in de periode van 1 oktober 2009 tot de dag vóór de
kennisgeving van het ontslag, een maatregel van collectieve
vermindering of individuele (=ëcrisistijdskrediet»)Â
vermindering van de arbeidsduur heeft toegepast zoals voorzien door
titel I of titel II, hoofdstuk 2 van de wet van 19 juni 2009
houdende diverse bepalingen over tewerkstelling in tijden van
crisis;
* indien de werkgever, wanneer de kennisgeving van het ontslag valt
in de periode van 1 april 2010 tot 30 juni 2010, ten aanzien van de
werkman, in de periode van 1 januari 2010 tot de dag vóór de
kennisgeving van het ontslag, een maatregel van collectieve
vermindering of individuele (=ëcrisistijdskrediet»)Â
vermindering van de arbeidsduur heeft toegepast zoals voorzien door
titel I of titel II, hoofdstuk 2 van de wet van 19 juni 2009
houdende diverse bepalingen over tewerkstelling in tijden van
crisis;
* indien de werkgever, wanneer de kennisgeving van het ontslag valt
in de periode van 1 januari 2010 tot 31 maart 2010, ten aanzien van
de werkman, in de periode van 1 oktober 2009 tot de dag vóór de
kennisgeving van het ontslag, de uitvoering van de
arbeidsovereenkomst voor werklieden heeft geschorst in toepassing
van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten gedurende een aantal dagen, in functie van
zijn arbeidsregeling, gelijk aan vier weken zo de werkman minder
dan twintig jaar anciënniteit telt in de onderneming op het
tijdstip van de kennisgeving van het ontslag en aan acht weken zo
de werkman ten minste twintig jaar anciënniteit telt in de
onderneming op het tijdstip van de kennisgeving van zijn ontslag;
* indien de werkgever, wanneer de kennisgeving van het ontslag valt
in de periode van 1 april 2010 tot 30 juni 2010, ten aanzien van de
werkman, in de periode van 1 januari 2010 tot de dag vóór de
kennisgeving van het ontslag, de uitvoering van de
arbeidsovereenkomst voor werklieden heeft geschorst in toepassing
van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten gedurende een aantal dagen, in functie van
zijn arbeidsregeling, gelijk aan vier weken zo de werkman minder
dan twintig jaar anciënniteit telt in de onderneming op het
tijdstip van de kennisgeving van het ontslag en aan acht weken zo
de werkman ten minste twintig jaar anciënniteit telt in de
onderneming op het tijdstip van de kennisgeving van zijn ontslag;
* indien de werkman ontslagen is door een kleine onderneming met
minder dan 10 werknemers die economische moeilijkheden kent en die
een afwijking op de betaling van de crisispremie heeft verkregen
van de Commissie Ondernemingsplannen.
In alle andere gevallen betaalt de werkgever een derde van de
crisispremie (555 euro in geval van voltijdse tewerkstelling) en de RVA
twee derde (1.111 euro in geval van voltijdse tewerkstelling).
Uitwerking in de tijd
Met uitzondering van de beperking aangebracht op de hernieuwing van het
recht op de premie (punt 3bis) die in werking zal treden de dag van
publicatie van het KB tot wijziging van het KB van 15 februari 2010,
treden de andere wijzigingen in werking op 1 januari 2010, m.a.w. met
terugwerkende kracht. Bijgevolg zal de RVA ertoe gehouden zijn voor het
verleden premies te betalen aan bepaalde werknemers (bv.: de werkman
die, ontslagen in het kader van een collectief ontslag, op het tijdstip
van de mededeling door de werkgever van de intentie tot collectief
ontslag, minder dan één jaar ononderbroken dienstanciënniteit had
bij die werkgever en die zich kon inschrijven in een tewerkstellingscel
overeenkomstig artikel 34 van de wet van 23 december 2005 betreffende
het generatiepact) en de werkgever geheel of gedeeltelijk terug te
betalen (bv. de werkgever heeft de volledige premie betaald omdat hij
heeft nagelaten het ontslag ter kennis te brengen bij aangetekende
brief).
Formaliteiten
U kan alle inlichtingen in verband met de te vervullen
formaliteiten om de betaling of terugbetaling van de premie te
bekomen, terugvinden op de site van de RVA (www.rva.be) onder
voorbehoud van de modaliteiten die door het KB nog moeten vastgelegd
worden. U kan er eveneens het model âBIJLAGE-C4-CRISISPREMIEâ
downloaden dat de werkgever aan de werkman moet overhandigen die hij
ontslaat indien de crisispremie verschuldigd is.
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg -