verzoek over aangenomen resoluties OVSE Assemblee
Kamerbrief inzake verzoek over aangenomen resoluties OVSE Assemblee
Kamerbrief | 11 mei 2010
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste
commissie voor Buitenlandse Zaken van 8 maart 2010 met kenmerk
2010Z4062/2010D11677 inzake de acties die zijn ondernomen naar
aanleiding van voor Nederland relevante resoluties van de OVSE
Assemblée (PA OVSE) gedurende de kabinetsperiode van Balkenende IV (22
februari 2007 - 20 februari 2010). Ik heb de PA-resoluties aangenomen
in Kiev (2007), Astana (2008) en Vilnius (2009) in ogenschouw genomen.
Inleiding
Gezien de structuur van de OVSE en de rol die de PA OVSE daarin speelt,
zie ik de resoluties van de PA als een van de belangrijkste
uitdrukkingen van de visie van de PA OVSE. Bij het innemen van
standpunten in de OVSE neem ik de stem van de PA OVSE vanzelfsprekend
in mijn overweging mee. Nederland heeft in de kabinetsperiode van
Balkenende IV actief bijgedragen aan diverse Ministeriële besluiten die
geënt zijn op resoluties van de PA OVSE. Ik geef u graag een overzicht
van de besluiten van de Ministeriele Raad (MR) waar dit uit moge
blijken.
In een consensusorganisatie met 56 deelnemende Staten is het overigens
niet altijd gemakkelijk besluiten van de MR rechtstreeks te herleiden
tot resoluties van de PA OVSE. Daarvoor is het krachtenveld te complex.
Daar komt bij dat PA-resoluties soms een breed scala aan onderwerpen
bestrijken. Daardoor hebben zij dikwijls een veel bredere reikwijdte
dan besluiten van de MR. Dit alles neemt niet weg dat de PA OVSE wel
degelijk een agenderende functie heeft. Resoluties spelen daarbij een
belangrijke rol.
Door het grote aantal resoluties waarmee de PA OVSE tussen 22 februari
2007 en 20 februari 2010 heeft ingestemd, 72 in totaal, heb ik mij
beperkt tot een selectie. Het spreekt voor zich dat het niet noemen van
resoluties niet betekent dat ik twijfel aan hun intrinsieke belang.
Politiek-militaire dimensie van de OVSE
In de genoemde periode nam de PA OVSE diverse resoluties aan over de
politiek-militaire dimensie van veiligheid. Enkele voorbeelden zijn de
resoluties over kleine wapens (2007, 2008 en 2009), het verbod op
clustermunitie (2007) en conventionele wapenbeheersing (2007).
Net als in de VN wordt ook in de OVSE regelmatig aandacht besteed aan
kleine en lichte wapens. De PA OVSE riep deelnemende Staten in 2008 op
voorraden van kleine wapens en hun munitie goed te beheren, overtollige
voorraden te vernietigen, adequate regelgeving op het gebied van kleine
en lichte wapens door te voeren en het illegaal transport van deze
wapens tegen te gaan.
De OVSE besteedt sinds 2000 aandacht aan kleine en lichte wapens.
Deelnemende Staten hebben zich verplicht de normen te handhaven waaraan
zij ook in VN-kader gehouden zijn. Mede op instigatie van de PA OVSE
kwam de MR in Helsinki en Athene tot besluiten op het gebied van kleine
en lichte wapens (MC.DEC/11/08 en MC.DEC/15/09). Daarin roept de MR
deelnemende Staten op werk te maken van adequate wetgeving op dit
gebied. Het onderwerp kleine en lichte wapens vindt ook zijn weerklank
in andere gremia van de OVSE. In het Forum for Security Co-operation
(FSC) staat het regelmatig op de agenda. Het FSC houdt de
(rapportage)verplichtingen van deelnemende Staten bij en organiseert
met enige regelmaat seminars op het gebied van SALW. Nederland voldoet
jaarlijks aan deze rapportageverplichting en geeft daarmee inzicht in
de Nederlandse import, export en vernietiging van kleine wapens.
De PA OVSE nam in 2007 een resolutie aan over het verbod op
clustermunitie. In deze resolutie riep de PA OVSE deelnemende Staten op
het gebruik, de productie, het vervoer en de opslag van clustermunitie
te verbieden.
De deelnemende Staten van de OVSE hebben afgesproken elkaar op de
hoogte te houden van de vernietiging van wapens en munitie op hun
grondgebied, inclusief clustermunitie. Dat gebeurt aan de hand van
rapportages, die via het FSC worden voorgelegd aan de MR. Ook Nederland
moet daarbij openheid van zaken geven over de naleving van de gemaakte
afspraken. Op 3 december 2008 ondertekenden 33 OVSE-staten in Oslo het
Verdrag inzake clustermunitie. Daartoe behoort ook Nederland. Het
verdrag zal op 1 augustus 2010 in werking treden en Nederland hoopt de
ratificatie zo spoedig mogelijk te kunnen afronden. Voorafgaand aan de
ondertekening riep Nederland in de OVSE diverse malen op het Verdrag te
ondertekenen. De tragische dood van de Nederlandse journalist Stan
Storimans in Georgië heeft de noodzaak van een verbod op clustermunitie
nog eens onderstreept en maakte de resolutie van de PA OVSE des te
relevanter. Ik heb de deelnemende Staten tijdens de MR in Helsinki op
het hart gedrukt de conventie tegen clustermunitie te ondertekenen.
De PA OVSE sprak zich tijdens meerdere sessies uit over conventionele
wapenbeheersing, meer in het bijzonder over het CSE-verdrag.
Benadrukkend dat conventionele wapenbeheersing ook in de 21ste eeuw
relevant is, sprak de PA OVSE zijn zorgen uit over de crisis waarin het
CSE-verdrag zich bevindt en riep deelnemende Staten op om een oplossing
te vinden voor de huidige impasse.
De discussie over het CSE-verdrag en het getekende (maar door de meeste
partijstaten nog niet geratificeerde) aangepaste CSE-verdrag is in de
OVSE volop gaande. Die discussie vindt plaats tussen de
CSE-partijstaten. Dat zijn er dertig, dat wil zeggen, slechts een deel
van de 56 OVSE-staten. De discussie vindt deels plaats in Wenen, in het
overlegforum van het CSE-verdrag, de Joint Consultative Group, en deels
in bilateraal kader, tussen de VS en Rusland. De VS treedt op namens de
aan het CSE-verdrag deelnemende NAVO-lidstaten. Nederland is
depositaris van het CSE-verdrag en heeft uit dien hoofde een bijzondere
rol te spelen. In de geest van de oproep van de PA OVSE een uiterste
inspanning te doen om een oplossing te vinden voor de problemen met
betrekking tot het CSE-verdrag, heeft Nederland zich geschaard achter
een NAVO-initiatief om de impasse te doorbreken. Ook verdient hier
vermelding dat de werking van afspraken in het kader van Weens Document
1999 regelmatig wordt besproken. Nederland speelt daarin een actieve en
constructieve rol.
Tot slot wijs ik u graag op het Korfoe-proces. In dit proces, dat
betrekking heeft op alle dimensies van de OVSE, hebben diverse
voorstellen op het gebied van de politiek-militaire dimensie het licht
gezien. Zij hebben vooral tot doel het vermogen van de OVSE te
versterken om crises te voorkomen en, in voorkomende gevallen, te
beheersen.
Economische en ecologische dimensie
De afgelopen jaren sprak de PA OVSE zich diverse malen uit over de
economische en de ecologische dimensie van de OVSE. Daarbij nam de PA
resoluties aan over milieu, water, energieveiligheid,
klimaatverandering en voedselvoorziening. Ook de gevolgen van de
economische crisis voor veiligheid in Europa kreeg aandacht.
Wat betreft de economische en ecologische dimensie van de OVSE heeft
een informele groep zich in Wenen over deze dimensie gebogen. Deze
groep stond onder leiding van de Nederlandse Permanente
Vertegenwoordiging bij de OVSE. In aansluiting op genoemde resoluties
heeft de informele werkgroep dertien doelstellingen en vijftien
aanbevelingen geformuleerd om de ecologische en de economische dimensie
van de OVSE een meer zichtbare en effectieve rol te geven
(CIO.GAL/97/09). Het rapport van de groep benadrukt in het bijzonder
het belang van enkele kernactiviteiten, zoals energie, milieu en
veiligheid, de financiële crisis en migratie. Het belang van
voedselvoorziening komt terug in het advies van de informele groep om
het onderwerp klimaatverandering en water aan te merken als
kernactiviteit in deze dimensie. De MR heeft het rapport van de
informele werkgroep in Athene omarmd (MC.DEC/4/09). Op basis van de
bevindingen van deze informele groep zal in de OVSE verder worden
gesproken over versterking van deze dimensie. Nederland zal zich
vanzelfsprekend hiervoor blijven inzetten.
In het verlengde van de resolutie van de PA OVSE over energie riep de
MR, met steun van Nederland, deelnemende Staten op de OVSE te gebruiken
als platform om problemen op het gebied van energie te bespreken
(MC.DEC/6/09). Bij die gelegenheid droeg de MR de secretaris-generaal
van de OVSE op in 2010 een bijeenkomst te beleggen waarin wordt
besproken hoe de rol van de OVSE op dit gebied nader wordt omschreven.
Ook klimaatverandering is de laatste jaren regelmatig in de PA OVSE aan
bod geweest. In 2007, 2008 en 2009 heeft de PA resoluties over dit
onderwerp aangenomen. Mede in dit licht is het ook veelvuldig door
Nederland en de EU in de Permanente Raad van de OVSE aan de orde
gesteld. Zo ook in de MR. De opeenvolgende Finse en Griekse
OVSE-voorzitterschappen hebben op dit terrein ontwerpbesluiten aan de
MR voorgelegd, die door Nederland zijn ondersteund. Nederland heeft,
samen met vele andere EU-landen, tijdens een informele bijeenkomst van
de Permanente Raad op 23 maart jl. in het kader van het Korfoe proces
gepleit voor aandacht van de OVSE voor de veiligheidsaspecten van
klimaatverandering.
Gezien de relatie tussen veiligheid en migratie is dit onderwerp, tot
slot, de afgelopen jaren regelmatig in de OVSE besproken. Zo werd de
mediterrane editie van het Handbook on Estabishing Effective Labour
Migration Policies gezamenlijk door de OVSE, de Internationale
Organisatie voor Migratie en de International Labour Organisation
uitgegeven. Het 18e Economische en Ecologische Forum van de OVSE was in
2009 geheel gewijd aan migratievraagstukken. In Athene nam de MR een
resolutie aan over migratiebeleid, waarin het belang van de
OVSE-commitments in vooral de tweede en derde dimensie nogmaals zijn
onderstreept. Deelnemende Staten worden daarin opgeroepen zich te
vergewissen dat hun migratiebeleid strookt met OVSE-verplichtingen en
de negatieve effecten van de economische crisis tegen te gaan
(MC.DEC/5/09).
Menselijke dimensie
De afgelopen jaren heeft de PA OVSE regelmatig van zich laten horen op
het terrein van de menselijke dimensie van de OVSE. De PA heeft onder
meer resoluties aangenomen over Development of political
freedomsontwikkeling van de politieke vrijheden (2007), bevordering van
mensenrechten en burgerlijke vrijheden (2009), Resolution on
strengthening OSCE engagement with human rights defenders and national
human rights institutionsmensenrechtenverdedigers en nationale
mensenrechteninstellingen (2007), en Resolution on a moratorium on the
death penalty and towards its abolitionmoratorium/afschaffing van de
doodstraf (2009). Deze onderwerpen komen terug in besluiten en
verklaringen van de MR OVSE over onder meer: de Universele Verklaring
van de Rechten van de Mens (MC.DOC/2/08), de herdenking van het einde
van de Tweede Wereldoorlog (MC.DOC/2/09) en de Conventies inzake
genocide en marteling (MC.DOC/4/09). Nederland heeft daar mede aan
bijgedragen.
De PA heeft een resolutie aangenomenResolution on strengthening OSCE
engagement on freedom of opinion and expression over de versterking van
het engagement van de OVSE betreffende de vrijheid van meningsuiting,
waaronder die op het internet (2009). In dit verband wijs ik u erop dat
Nederland zich in het Korfoe-proces inzet voor dit onderwerp. Mede naar
aanleiding van bovengenoemde resolutie heeft Nederland het belang van
implementatie van het OVSE-acquis op het gebied van vrijheid van media
aan de orde gesteld. Daartoe heeft Nederland een non-paper geschreven.
Doel daarvan is het belang van verplichtingen te benadrukken en
voorstellen te doen over hoe in OVSE-verband op dit gebied betere
afspraken kunnen worden gemaakt.
In de geest van de PA-resolutie over de bestrijding van antisemitisme,
xenofobie en andere vormen van intolerantie heeft Nederland in Athene
actief bijgedragen aan het besluit van de MR over duurzame integratie
van Roma en Sinti (MC.DEC/8/09) en de bestrijding van haatmisdaden
(MC.DEC/9/09). Al eerder, tijdens de MR in Madrid, was Nederland actief
betrokken bij het besluit over tolerantie. Ten overvloede wijs ik u
erop dat Nederland in de OVSE een voorvechter is van bestrijding van
homofobie. In de aanloop naar de MR in Athene heeft Nederland zich
sterk gemaakt voor het opnemen van seksuele oriëntatie en gender
identiteit als een motief voor haatmisdaden, zodat ook geweld wegens de
seksuele oriëntatie van het slachtoffer onder de reikwijdte van
OVSE-besluiten over haatmisdaden vallen.
De PA OVSE heeft de afgelopen periode resoluties aangenomen over
versterking van het beginsel van participatie van vrouwen en de rol van
vrouwen op het gebied van vrede en veiligheid (beide 2007). Daarnaast
heeft de PA OVSE een resolutie aangenomen over geweld tegen vrouwen
(2008). Dit laatste onderwerp is door deelnemende Staten besproken
tijdens een Supplementary Human Dimension Meeting in 2009, met actieve
Nederlandse inbreng. De MR nam in 2009 een besluit aan over deelname
van vrouwen in het politieke en openbare leven (MC.DEC/7/09). Naar
aanleiding van een resolutie van de PA roept de MR deelnemende Staten
daarin op maatregelen te nemen die moeten leiden tot een evenwichtigere
samenstelling van het openbare bestuur. Dit onderwerp zal in mei 2010
nader zal worden behandeld in een Supplementary Human Dimension
Meeting. Ook in de Permanente Raad komt deze kwestie aan bod. Nederland
is één van de co-sponsors van een Decision No. 7/09 Women's
participation in political and public lifeconceptbesluit van 16
februari 2010 inzake de bevordering van meer gender balance in de OVSE.
De Permanente Raad moet zich nog hierover uitspreken. DConceptbesluit
permana
Tot slot wijs ik u erop dat de samenwerking tussen de PA OVSE en ODIHR
op het gebied van verkiezingswaarneming regelmatig wordt besproken in
de Weense gremia van de OVSE en de raadswerkgroep OVSE van de EU in
Brussel. Nederland heeft daarbij diverse malen het belang van een goede
samenwerking tussen de PA OVSE en ODIHR benadrukt.
Interne werking van de OVSE
In Kiev en Astana heeft de PA OVSE resoluties aangenomen over
transparantie, OVSE-hervormingen en versterking van de rol van de PA.
Deze resoluties over de interne werking van de OVSE vertonen
raakvlakken met de discussies tussen deelnemende Staten over de
wenselijkheid van een rechtspersoonlijkheid voor de OVSE. Na actieve
inzet van Nederland heeft de MR hierover in Helsinki (2008) een besluit
genomen (MC.DEC/4/08). Zoals bekend is Nederland een actieve speler op
dit gebied. Ambassadeur Van Veldhuizen-Rothenbücher is daarom door het
Kazachstaanse OVSE-voorzitterschap verzocht het voorzitterschap als
persoonlijke vertegenwoordiger bij te staan.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Pagina 5 van 5
Ministerie van Buitenlandse Zaken