Depressie en sociale angst gerelateerd aan emotionele verwaarlozing als kind
Dat mishandeling, seksueel misbruik of emotionele verwaarlozing in de
kindertijd risicofactoren zijn voor depressieve en angststoornissen
later in het leven was al bekend. Een nieuwe studie laat zien welke
vorm van jeugdtrauma precies kenmerkend is voor met welke psychische
aandoening.
Depressies, dysthymie en angst
Emotionele verwaarlozing als kind is kenmerkend voor personen met
depressies, dysthymie (een lichte maar minimaal twee jaar durende vorm
van depressie) en/of sociale angststoornissen later in het leven.
Seksueel misbruik heeft onafhankelijk van emotionele verwaarlozing of
andere traumatische ervaringen een specifiek verband met dysthymie.
Dit zijn een aantal opvallende resultaten van een onderzoek van
psychologen en psychiaters van de Universiteit Leiden, het LUMC, de VU
en het VUMC, naar de samenhang van negatieve jeugdervaringen en
ingrijpende levensgebeurtenissen met depressie en angst later in het
leven. De onderzoekers publiceerden hierover in de Journal of Affective
Disorders. Psycholoog Philip Spinhoven beschreef de resultaten hiervan
samen met andere onderzoekers van de sectie Klinische psychologie en de
afdeling Psychiatrie van het LUMC.
Eerdere hypotheses
De resultaten nuanceren bestaande hypotheses die angststoornissen
vooral relateren aan bedreigende ervaringen als seksueel misbruik en
mishandeling, en depressie vooral in verband brengen met emotionele
verwaarlozing, d.w.z. afwezigheid van aandacht, steun en empathie bij
ouders of verzorgers.
Welk trauma is risico voor welke psychische aandoening?
Dat negatieve jeugdervaringen zoals mishandeling, seksueel misbruik of
emotionele verwaarlozing en later in het leven optredende ingrijpende
gebeurtenissen, risicofactoren zijn voor het ontwikkelen en blijven
voortbestaan van depressieve en angststoornissen was al bekend uit
eerder onderzoek. Maar met deze nieuwe studie wilden de onderzoekers te
weten komen welke vorm van jeugdtrauma precies samenhangt met welke
psychische aandoening. Als dat bekend is kunnen therapeuten gericht en
in een vroeg stadium ingrijpen.
Nederlandse Studie naar Depressie en Angst
De onderzoekers maakten gebruik van de data van NESDA, de Nederlandse
Studie naar Depressie en Angst. Dit is een grote langlopende studie
naar depressie, angst en de combinatie daarvan. Ze richtten zich op
2288 personen die ooit in hun leven een of meer zogenoemde affectieve
stoornissen hadden gehad: angststoornissen (gegeneraliseerde angst,
sociale angst, paniekstoornis of straatvrees zonder paniek),
depressieve episodes, of dysthymie. 616 van deze personen hadden op het
moment van het onderzoek geen klachten meer. Daarnaast was er een
gezonde controlegroep van 498 personen zonder geschiedenis van angsten
of depressies.
Methode
In interviews werd aan de deelnemers gevraagd of ze voor hun zestiende
levensjaar emotionele verwaarlozing en/of emotioneel, seksueel of
lichamelijk misbruik hadden meegemaakt. Ook werd gevraagd naar
ingrijpende gebeurtenissen tijdens de jeugd, zoals echtscheiding of
overlijden van ouders of uithuisplaatsing. Met behulp van een
gestandaardiseerde vragenlijst werd verder gevraagd naar ingrijpende
negatieve ervaringen gedurende het gehele leven, zoals een ernstige
ziekte, het overlijden van een goede vriend, werkloosheid, etc.
Eerdere studies
Eerdere studies waren veel beperkter van omvang en boden niet de
mogelijkheden van statistische analyse en filtering van NESDA. Ze
focusten bijvoorbeeld op de relatie tussen misbruik en depressie en
deden daar uitspraken over zonder zich er rekenschap van te geven dat
depressie en angst vaak samen voorkomen, wat het beeld kan vertekenen.
Ook negatieve jeugdervaringen komen vaak in combinaties voor; seksueel
misbruik en mishandeling krijgen bijvoorbeeld vaak een kans in een
context van emotionele verwaarlozing.
Beeld nu gedifferentieerder
Personen die ooit een angststoornis of depressie hadden gehad
rapporteerden in de NESDA-studie inderdaad vaker dan de gezonde
proefpersonen dat ze in hun leven ingrijpende gebeurtenissen hadden
meegemaakt. Verder hingen de meeste jeugdtraumaâs en in mindere mate
negatieve levensgebeurtenissen samen met bijna elk van de depressieve
en angststoornissen. Echter, wanneer er gecorrigeerd werd voor het
samen voorkomen van angst en depressieve stoornissen en het meegemaakt
hebben van meerdere belastende gebeurtenissen werd het beeld veel
gedifferentieerder.
Emotionele verwaarlozing vergroot kwetsbaarheid
De conclusies over het specifieke verband tussen emotionele
verwaarlozing en zowel dysthymie, depressieve episoden als sociale
angst, zijn opvallend, zo schrijven de onderzoekers. Emotionele
verwaarlozing zou niet alleen een deel van het verband tussen seksueel
en fysiek misbruik en affectieve stoornissen kunnen verklaren, maar ook
op zichzelf een belangrijke factor kunnen zijn in het vergroten van de
kwetsbaarheid voor depressie en angst.
Leiden Family Lab
Dit is nuttige kennis, want emotionele verwaarlozing komt relatief veel
voor maar is vergeleken met andere jeugdtraumaâs weinig onderzocht. De
nieuwe inzichten bieden handvatten voor gerichte interventies.
Â
De studie was gebaseerd op herinneringen van de ondervraagden aan hun
jeugd en geeft dus geen harde causale verbanden. Hij biedt echter
aanknopingspunten voor nieuw onderzoek in het hier en nu. In het
gezamenlijke Leidse universitaire onderzoeksprofileringsgebied Health,
prevention and the human life cycle van de Faculteit der Geneeskunde en
Sociale Wetenschappen zijn twee onderzoeksgroepen gevormd die zich
bezig gaan houden met kindermishandeling resp. sociale angst.
Psycholoog Spinhoven: âIn een family lab studie zou het goed mogelijk
zijn om de invloed van omgevingsfactoren als kindermishandeling op het
ontwikkelen van sociale angst nader te onderzoeken. In het Leiden
Family Lab (LFL) zullen meerdere generaties van een familie waarin een
bepaalde stoornis voorkomt onderzocht worden om de invloed van
persoons- en omgevingsfactoren op het voorkomen van de stoornis te
onderzoeken.â
Meer resultaten
Naast de genoemde resultaten over emotionele verwaarlozing en over
seksueel misbruik leverde het onderzoek ook de volgende uitkomsten op:
* De samenhang van depressieve of angststoornissen met negatieve
ervaringen in de jeugd is groter dan die met negatieve ervaringen
later in het leven.
* Jeugdtraumaâs zijn zowel kenmerkend voor angst als voor depressieve
stoornissen, hoewel het verband met depressieve stoornissen wat
sterker lijkt.
* Personen met meer dan één angst en depressieve stoornis
rapporteerden vaker een geschiedenis van emotionele verwaarlozing
en seksueel misbruik. En: hoe vaker verwaarlozing en misbruik
voorkwamen des te sterker het verband.
* De resultaten voor personen die ooit een affectieve stoornis hebben
gehad zijn vergelijkbaar met de resultaten voor personen die daar
op het moment van het onderzoek nog steeds last van hadden. Dit
suggereert dat de antwoorden van de laatsten niet gekleurd waren
door de negatieve stemming bij het invullen van de vragenlijst en
tijdens het interview.
The specificity of childhood adversities and negative life events
across the life span to anxiety and depressive disorders
Philip Spinhoven, Ph.D.; Bernet Elzinga, Ph.D.; Jacqueline Hovens,
M.D.; Karin Roelofs, Ph.D.; Frans Zitman, Ph.D.; Patricia van Oppen,
Ph.D.; en Brenda Penninx, Ph.D.
Journal of Affective Disorders (2010) doi:10.1016/j.jad.2010.02.132
Het artikel is nog niet in druk verschenen maar is te raadplegen in
PubMed als Epub publication ahead of print
Universiteit Leiden