Gemeente Utrecht

2010 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
41 Vragen van mevrouw drs. M.W. Haage en de heer G.P. Isabella (ingekomen 19 maart 2010
en antwoorden door het college verzonden op 11 mei 2010)

Preventief financieel toezicht politie

Op 17 maart jl. maakte demissionair minister van BZK Hirsch Balin bekend dat er 13 korpsen onder preventief financieel toezicht komen te staan. De korpsen maakten verkeerde prognoses over de loonkosten, ze schatten de arbeidsduur van de agenten verkeerd in en de verwerking van pensioenpremies in de begroting gaat niet volgens afspraken, aldus Hirsch Ballin in een brief aan het Korpsbeheerdersberaad. Ook blijken korpsen 'geen duidelijk beeld te hebben' over hoe om te gaan met besparingen die vorig jaar zijn afgesproken.

De Partij van de Arbeid in Utrecht was verbaasd te lezen dat ook het korps Utrecht nu onder dit preventief financieel toezicht komt te staan. Temeer omdat al eerder en vaker in deze raad is gesproken over de "sterkte" van dit korps en ook het feit dat de burgemeester hiervan geen melding heeft gemaakt in de commissievergadering van Mens & Samenleving op dinsdag 16 maart jl.

Dit leidt bij de PvdA tot de volgende vragen:


1. Wat zijn de precieze redenen voor de minister om het Utrechtse korps om onder dit preventief toezicht te stellen?

De minister is tot dit oordeel gekomen op grond van de tekorten in de begroting 2010 en de meerjarenraming 2011-2013 en een toegenomen inzet van het eigen vermogen.


2. Wist de burgemeester ten tijde van de commissievergadering van het voornemen van de minister om het korps Utrecht onder preventief financieel toezicht te stellen? En zo ja, waarom heeft hij dit niet aan de raad gemeld?

Nee, de minister heeft ons onaangekondigd onder preventief toezicht gesteld. Dat werd pas na sluiting van de commissievergadering bij hem bekend.


3. Welke maatregelen worden genomen om het tekort van E 14,8 miljoen voor de periode 2010 tot en met 2013 aan te vullen?

Het cumulatieve tekort in de periode 2010 t/m 2013 op de lopende begrotingen is in totaal begroot op E 14,8 miljoen; 7,9 in 2010, 4,1 in 2011, 2,6 in 2012 en 0,2 in 2013. Het eigen vermogen daalt daardoor van ca E 52 miljoen naar E 21,2 in 2013. De solvabiliteitsratio is dan echter nog steeds 17%. Dat is binnen de door BZK vastgestelde bandbreedte van 15%-60%. Uit de inmiddels opgestelde jaarrekening blijkt dat het resultaat zo'n E 10 miljoen positiever uitvalt dan was begroot in de begrotingswijziging 2009. Hiermee neemt het eigen vermogen weer toe. Inmiddels is bekend dat het preventief toezicht mogelijk per 1 juli a.s. zal worden opgeheven. Dat is het gevolg van de afspraken die zijn gemaakt tussen de Korpsleiding en BZK. Kort samengevat komen die neer op het navolgende:

. Er wordt door een extern bureau een validatieonderzoek uitgevoerd naar de begroting en meerjarenraming van het korps; . Het korps zal gelijktijdig met dit onderzoek een begrotingswijziging opstellen waarin een aantal specifieke punten is verwerkt; . Beide partijen hebben de verwachting dat de begroting na de begrotingswijziging in meerjaren perspectief sluitend zal zijn en dat als dat ook zo is het preventief toezicht zal worden opgeheven; . Het korps legt in de tussenliggende periode substantiële onvoorziene uitgaven voor aan BZK.


4. In het geval dat maatregelen worden genomen, gaan deze dan ten koste van het executieve personeel en de aanwezigheid van agenten in de wijken?

De belangrijkste reden voor de tekorten op de begrotingen is de volgende. De oorspronkelijke sterktedoelstelling voor de Nederlandse politie voor 2014 was 54.700 fte. Het Utrechtse aandeel daarin was 3.324 fte. Dat betekende een sterke groei van de formatie. De benodigde instroom op de politieschool is hierop de afgelopen jaren gebaseerd. De ambitie om de Nederlandse politie te laten groeien naar genoemde 54.700 fte is echter door de minister verlaten. Thans wordt door de minister vastgehouden aan een omvang van 52.200 fte. Het Utrechtse aandeel daarin is 3.171 fte. Het gevolg is dat de sterkteontwikkeling van de politie Utrecht ingrijpend moet worden bijgesteld. We groeien minder dan gedacht. Om in 2014 op de gewenste doelsterkte van 3.171 fte uit te komen is uitstroom noodzakelijk. Doordat onze executieve instroom de komende jaren op basis van al aangegane verplichtingen hoofdzakelijk bestaat uit de instroom van afgestudeerde werkstudenten van in totaal 503 fte (wij waren - zoals gezegd - bezig een groei te realiseren) zal de sterkte in de jaren 2011 t/m 2013 slechts geleidelijk teruglopen. Eind 2009 zaten wij nog op een sterkte van plm. 3.244 fte.


5. Komen eerder afgesproken sterktedoelstelling of de beleidsdoelstellingen door het preventieve financiële toezicht in gevaar?

Er is nog veel discussie over de feitelijke/operationele politiesterkte en de betaalbaarheid daarvan en de wil van de minister landelijk vast te kunnen houden aan een sterkte van 52.200 fte. Zoals bij u bekend loopt er momenteel een onderzoek naar die betaalbaarheid. Mocht blijken dat de sterkte van 52.200 fte op termijn niet (meer) betaalbaar is, (pas) dan zal ook opnieuw moeten worden gekeken naar de beleidsdoelstellingen.

---- --