Rijksvoorlichtingsdienst

NMa-onderzoek effecten Warmtewet naar Tweede Kamer

Warmteleveranciers hebben in het jaar 2008 negatieve tot zeer lage rendementen behaald. De vrees dat warmteleveranciers misbruik maken van hun monopoliepositie door te hoge prijzen voor warmte in rekening te brengen, kan niet worden bevestigd. Door invoering van de Warmtewet zal de warmteprijs voor kleinverbruikers gemiddeld toenemen en voor grootverbruikers gemiddeld dalen. Invoering van de wet verbetert het rendement op de levering van warmte, maar het rendement blijft laag. Dit zijn enkele uitkomsten van een door de NMa uitgevoerd onderzoek naar het effect van de het voorgestelde tariefstelsel op de warmteprijs en het bedrijfsrendement, dat door minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken naar de Tweede Kamer is gestuurd. De Warmtewet, een initiatiefwet van de Tweede Kamer, heeft als doel om de consumenten te beschermen via prijsregulering en vereenvoudiging en verbetering van de transparantie.

Uit het onderzoek en de consultatie, waarin 31 partijen hun zienswijze hebben ingediend over het ontwerp Warmtebesluit blijkt volgens minister Van der Hoeven dat enkele gevolgen van de wet moeilijk aan consumenten zijn uit te leggen. Het tariefstelsel van de Warmtewet, dat bestaat uit een combinatie van twee tarieven, blijkt complex. Buren die een verschillend tarief gaan betalen door een klein verschil in verbruik, of grotere afnemers die voor het tarief gelijkgeschakeld moeten worden met een huishouden. Ook de terugwerkende kracht blijkt grote gevolgen te hebben.

Minister van der Hoeven benadrukt in haar begeleidende brief aan de Tweede kamer dat ze het doel van de Warmtewet onderschrijft en voorstander is van regulering van de warmtesector. Warmtegebruikers moeten zeker zijn van levering en van bescherming door een heldere en stabiele prijsregulering. Maar ze constateert dat uit het onderzoek en de consultatie een aantal obstakels naar voren komen die nopen tot aanpassing van de wet op bepaalde punten om de uitvoering en de werking van de wet doeltreffender te maken. Het gaat dan met name om de complexiteit van het tariefstelsel, de terugwerkende kracht, de monopoliepositie van warmteproducenten en de omvang van de gebruikersgroep waarop de wet van toepassing is.