Rechtbank Zutphen
Vrijspraak van groepsverkrachting op feest
Zutphen, 12 mei 2010 - De rechtbank spreekt vier verdachten vrij omdat
er onvoldoende bewijs is om de beschuldigingen te kunnen bewijzen. Vier
mannen werden ervan verdacht dat ze tijdens een feest in Hattem een
18-jarige vrouw hadden verkracht. Twee andere mannen, die werden
verdacht van het dronken voeren van een vrouw in Raalte om daarna seks
met haar te hebben, zijn ook vrijgesproken.
Hattem
De rechtbank kan in de zaak van de verkrachting in Hattem niet de
belangrijke feiten volledig reconstrueren. Vier mannen, tussen de 20 en
de 25 jaar, zouden in juni 2008 tijdens een feest in Hattem de
18-jarige vrouw hebben verkracht.
Met name op het punt van de dwang die uitgeoefend zou zijn om seks te
hebben. Dit komt door de ontkennende en (onderling) tegenstrijdige
verklaringen van de vier verdachten. Ook de verklaringen van de
18-jarige vrouw en een getuige komen op belangrijke punten niet
overeen. Hierdoor oordeelt de rechtbank dat deze aanklachten niet
wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Lees de uitspraken LJN:
BM4256, BM4268, BM4271 en BM4276.
Raalte
In een gerelateerde zaak stonden twee mannen van 19 en 27 jaar terecht,
die ervan beschuldigd werden dat ze in juli 2008 in Raalte een vrouw
zouden hebben dronken gevoerd om seks met haar te hebben. Ook in deze
zaak spreekt de rechtbank de twee verdachten vrij. De 27-jarige man
heeft seks gehad met de vrouw, maar volgens verdachte op vrijwillige
basis. De vrouw kan zich niets meer herinneren. Niet duidelijk is
geworden wat de oorzaak van dit laatste is. De 19-jarige heeft geen
seks met haar gehad.
Volgens de verklaring van aangeefster bij de rechter-commissaris is zij
veel meer drank gewend dan de hoeveelheid die zij die avond had
genuttigd. Dat drank heeft geleid tot een mogelijk geheugenverlies komt
de rechtbank dan ook niet aannemelijk voor. Of er "iets" in een drankje
van is gedaan, is nu niet meer na te gaan.
Overigens komt uit het dossier niet naar voren dat de jongens waar het
hier om gaat gebruik maken van GHB of soortgelijke middelen om de
weerstand van meisjes te breken. Hierdoor oordeelt de rechtbank dat ook
deze aanklachten niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Lees
de uitspraken LJN: BM4245 en BM4249.
Zie het origineel
origineel
Bron: Rechtbank Zutphen
Datum actualiteit: 12 mei 2010 Naar boven