Openbaar Ministerie

Hagenaars veroordeeld voor uitbuiten illegalen

12 mei 2010 - Arrondissementsparket Den Haag

De rechtbank van Den Haag heeft vandaag drie mannen uit Den Haag veroordeeld voor mensenhandel en mensensmokkel. De hoofdverdachte, een 47-jarige man uit Den Haag, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en zes maanden voor mensenhandel en mensensmokkel. De rechtbank achtte bewezen dat hij tussen 1 januari 2005 en 14 januari 2008 meerdere illegale vreemdelingen uit India heeft uitgebuit. Dit valt onder mensenhandel.

De drie medeverdachten hadden volgens de rechtbank een kleinere rol in het geheel. Een 46-jarige man uit Den Haag en een 52-jarige plaatsgenoot werden allebei eveneens veroordeeld wegens mensenhandel en mensensmokkel. Beiden kregen een gevangenisstraf van een jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Daarnaast kregen zij de maximale werkstraf van 240 uur. De derde verdachte, een 58-jarige man uit Den Haag, maakte zich volgens de rechtbank niet schuldig aan mensenhandel. Hij werd wel schuldig bevonden aan mensensmokkel.

Kwetsbare positie slachtoffers

De 47-jarige hoofdverdachte heeft volgens het Openbaar Ministerie en de rechtbank voordeel getrokken uit de illegale status van de slachtoffers. De slachtoffers verkeerden vanwege hun illegale status in ons land in een kwetsbare positie. Zij mochten niet in Nederland verblijven en mochten ook niet werken, zodat zij waren aangewezen op het illegale circuit.

Volgens het OM maakte de hoofdverdachte behendig misbruik van de kwetsbare situatie waar deze mensen zich in bevonden. Hij nam hun identiteitspapieren in waardoor deze illegalen afhankelijk van hem werden. Hij huisvestte hen onder erbarmelijke omstandigheden in woningen. De woningen waren sterk vervuild, er sliepen veel te veel mensen en het enige wat de bewoners kregen was een matras om op te slapen. Daarvoor moesten ze een maandelijkse huur betalen van tussen de 100 en 150 euro.

De illegale vreemdelingen hadden in India grote schulden moeten maken om hun reis naar Nederland te kunnen betalen. Om dit bedrag terug te kunnen verdienen, moesten ze werk zien te vinden. Ook hierin voorzag de Hagenaar. Hij regelde samen met de andere drie verdachten illegaal werk voor hen. De illegale vreemdelingen moesten lange werkdagen maken voor een schamel loon, tussen de 20 en 35 euro per dag. Nadat het geld voor de huur hier van was betaald, konden ze het geld dat over was overmaken naar familie in India. Omdat de illegale vreemdelingen niet over hun identiteitspapieren beschikten, konden zij niet via het reguliere banksysteem geld overboeken. Zij hadden dus geen andere keuze dan de geldtransacties te regelen via de verdachten en hierover provisie te betalen.