Provincie Overijssel



CdK Mr. G.J. Jansen legt functie neer per 1 januari 2011

12 mei 2010

Commissaris van de Koningin van Overijssel Geert Jansen legt zijn functie per 1 januari 2011 neer. Dat heeft hij vandaag aan Provinciale Staten van Overijssel bekend gemaakt. Jansen (63) heeft dan bijna 9 jaar het ambt van Commissaris van de Koningin in Overijssel vervuld.

Loopbaan commissaris van de Koningin Jansen

Geert Jansen trad in 2002 aan als Overijssels commissaris van de Koningin. Daarvoor was hij onder andere voorzitter van de Stadregio Arnhem-Nijmegen, Directeur-Generaal Openbaar Bestuur bij het ministerie van BZK en bestuurslid van de Universiteit Leiden. Jansen staat bekend als een diplomatieke bruggenbouwer. Commissaris Jansen zette zich speciaal in voor de goede samenwerking over de grenzen van de provincie, onder andere op het gebied van veiligheid. Het gaat dan onder meer om de samenwerking met Gelderland, met de Bondsrepubliek Duitsland en ook de samenwerking in Europees verband. Onder zijn voorzitterschap van GS en PS kwamen onder andere het provinciaal Reconstructieplan, de Omgevingsvisie, de verkoop van de Overijsselse aandelen Essent en het investeringsprogramma Investeren in Overijssel tot stand. Hij overzag in die tijd 19 nieuwe burgemeestersbenoemingen in Overijssel. Hij laat de provincie Overijssel achter als een actief en slagvaardig middenbestuur met een moderne ambtelijke organisatie.

Zoeken naar geschikte opvolger

Commissaris Jansen wil met zijn vroegtijdige aankondiging van zijn vertrek Provinciale Staten de tijd gunnen om te zoeken naar een geschikte opvolger, zodat deze haar of zijn taken enige tijd voor de verkiezingen van Provinciale Staten op 2 maart 2011 kan oppakken.

Procedure

Voordat de vacature voor een nieuwe commissaris van de Koningin kan worden opengesteld, overlegt de minister van Binnenlandse Zaken met Provinciale Staten over het gewenste profiel van de nieuwe Overijsselse commissaris. Vervolgens kunnen kandidaten bij de minister solliciteren. De minister selecteert dan een aantal kandidaten en legt deze voor aan een vertrouwenscommissie uit Provinciale Staten. Provinciale Staten bevelen vervolgens twee kandidaten, een eerste en een tweede voorkeur, bij de minister aan. PS maken vervolgens de kandidaat met hun eerste voorkeur openbaar. Tenslotte benoemt de Kroon, op voordracht van de minister, in beginsel de kandidaat met de voorkeur van de Staten.