Provincie Friesland


---
File: 860f5.gif





---

PERSBERICHT

Nummer: 117/AW
Datum: 12 mei 2010

Gedeputeerde Staten stellen Provinciaal Inpassingsplan De Centrale As vast

Gedeputeerde Staten van Fryslân hebben het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) De Centrale As vastgesteld. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het realisatiebesluit uit 2006 zijn: de ontsluiting van het dorp Sumar op De Centrale As verschuift in Noordelijke richting. De ontsluiting van Feanwâlden op De Centrale As verschuift in Westelijke richting. De bushaltes aan de Joute van der Meerweg in Sumarreheide blijven. De onderdoorgang Foksegatten verschuift en de oprit naar de N31 richting Drachten wordt dubbelstrooks. "Op deze manier komen we verder tegemoet aan de wensen van de inwoners uit het gebied." Zo zegt gedeputeerde Piet Adema.

" Met het vaststellen van het inpassingsplan is de ruimte die nodig is voor de aanleg van de weg geregeld. Hoe de weg door het landschap gaat, waar er oversteekplaatsen komen voor dieren en hoe bijvoorbeeld viaducten zijn ingepast ": aldus Gedeputeerde Piet Adema. Provinciale Staten stellen het PIP uiteindelijk definitief vast. Naar verwachting gebeurt dat in juni 2010.

Wijzigingen die al eerder werden doorgevoerd zijn onder andere het ongelijkvloerse kruispunt Dwarsloane (in plaats van de rotonde met fietstunnel), de onderdoorgang Zevenhuisterweg (in plaats van een viaduct oostelijk van Zevenhuisterweg) en de fietsbrug/hop-over bij de Heidstreek.

Uitgangspunten
De provincie legt De Centrale As aan om Noordoost Fryslân veiliger te maken, de leefbaarheid in de dorpen te vergroten en om bij te dragen aan een betere economie door goede bereikbaarheid. Provincie Fryslân streeft ernaar om bij de aanleg van De Centrale As zoveel mogelijk rekening te houden met de natuur en het landschap. De Centrale As wordt zo aangelegd dat de structuur van het kenmerkende landschap van de Noordelijke Wouden herkenbaar blijft.

Na vaststelling door Provinciale Staten wordt het PIP nogmaals voor zes weken ter inzage gelegd. Indieners van zienswijzen op het O-PIP kunnen in die zes weken bezwaar in dienen bij de Raad van State.