TNS NIPO

Kiezers: klimaat urgent, maar economie urgenter
Helft Nederlanders wil vasthouden aan ambitieuze CO2-doelstelling

Het kabinet Balkenende IV sprak begin 2007 af om de uitstoot van kooldioxide in 2020 in te perken met 30 procent ten opzichte van het niveau in 1990. De helft van de Nederlanders vindt dat een volgend kabinet vast moet houden aan deze ambitieuze klimaatdoelstelling. Dit blijkt uit een peiling van TNS NIPO in opdracht van de Volkskrant.

Het thema natuur en milieu wordt dus urgent gevonden door kiezers, maar als ze een keuze moeten maken laten ze economische thema's zwaarder wegen. Opnieuw gaan de verkiezingen derhalve over zorg, sociale zekerheid en economie. Het thema milieu doet relatief weinig: 22 procent laat het meewegen, maar voor slechts 3 procent is het een doorslaggevend stemmotief. Voor GroenLinks-stemmers is het vaker doorslaggevend (22%), maar zelfs voor hen is - bijvoorbeeld - sociale zekerheid (36%) belangrijker.

1 | Thema's die DOORSLAG geven in stemgedrag

Okt 2006 Mei 2010
% %
Economie 18 20
Gezondheidszorg en welzijn 18 19
Sociale zekerheid 21 15
Bestrijding criminaliteit en terrorisme 8 10
Integratie moslims en allochtonen 4 6
Ethische kwesties 9 7
Onderwijs 4 5
Overheidsdienstverlening 5 4
Milieu 2 3

De economische crisis telt bij het electoraat veel zwaarder dan de klimaatcrisis. Meer dan de helft van de ondervraagden onderschrijft de stelling dat 'het bestrijden van de economische crisis belangrijk is dan het aanpakken van de klimaatcrisis.' Vier op de tien stemmers denken dat de politiek de menselijke rol bij de opwarming onderschat. Echter, kiezers willen wel de uitstoot van CO2 reduceren, maar daar niet voor betalen. Veertig procent van de ondervraagden vindt dat het geld dat daarmee gemoeid is beter aan andere zaken besteed kan worden. Slechts 22 procent is bereid boter bij de vis te doen, en wil andere doelen ondergeschikt maken aan CO2-reductie.

C0521 AA | TNS NIPObase CAWI | Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van De Volkskrant. Het veldwerk vond plaats van 6 t/m 9 mei 2010. Daarbij werden in totaal 1.330 personen van 18 jaar en ouder ondervraagd (n=1.330). Er is herwogen op geslacht, leeftijd, opleiding, gezinsgrootte, regio en politiek stemgedrag (TK 2006).