13 mei 2010
Toch vlinders ondanks kou
Terwijl de temperatuur veel te laag is voor de tijd van het jaar en
normaal ook voor dagvlinders, blijken ze toch te vliegen. De drang is
zo groot dat ze ook onder slechte omstandigheden actief zijn.
In de eerste twee weken van mei was de temperatuur ver onder het
langjarig gemiddelde. Vlinders hebben behoefte aan warmte. Dat kan door
voldoende hoge temperatuur, of door voldoende zon bij lagere
temperaturen. Geen van beide was het geval de laatste tijd, maar toch
zijn er de eerste helft van deze maand wel meer dan twintig soorten
dagvlinders via telmee doorgegeven. Vooral de witjes en het bont
zandoogje zijn vele honderden malen gemeld. Klein geaderd witje en
klein koolwitje zijn het meest gezien. Dat zijn ook zeer algemene
vlinders in het hele land en ze zijn ook vaak de eerste vlinders op de
dag die actief worden. Ze hebben aan een klein beetje warmte al
voldoende om te kunnen vliegen. Ook het oranjetipje, familie van de
koolwitjes, is volop gemeld. Zelfs op bewolkte en koude dagen blijkt
een klein beetje indirect zonlicht al door deze vlinders te gebruiken
te zijn. Echt volop vliegen kunnen ze niet, maar je ziet ze wel drinken
op de bloeiende planten, zoals pinksterbloem en paardenbloem.
Naast de witjes is het bont zandoogje ook al veel gezien. Deze soort
neemt de afgelopen jaren sterk in aantal toe en is nu in het hele land
te zien. De enige eis die de vlinder lijkt te stellen is de
aanwezigheid van bomen of struiken. Ook zeldzamere en bedreigde soorten
vliegen al. De koninginnenpage wordt vooral in Zuid-Nederland gezien.
De kleine parelmoervlinder is gebonden aan de duinen en de bruine
vuurvlinder is in Drenthe al gezien. Van de aardbeivlinder komen de
meldingen uit vier verschillende vliegterreinen: Veerslootlanden in
Noordwest Overijssel (11 ex.), Schiermonnikoog (9 ex.), het Bargerveen
(6 ex.) en de Hoge Veluwe (3 ex.). Hoewel ze dus af en toe wel vliegen
zal de kou voor veel vlinders betekenen dat ze zich niet optimaal
kunnen voortplanten. Ze kunnen koude wel enige tijd overleven, omdat ze
over het algemeen in rust zijn en dus ook weinig slijten, maar op een
gegeven moment hebben ze toch energie nodig en dus moeten ze kunnen
drinken. Ook voor de ontmoeting tussen mannetje en vrouwtje is
vliegtijd nodig en de meeste tijd kost nog wel het afzetten van de
eitjes door de vrouwtjes. Krijgen ze daar niet voldoende gelegenheid
voor dan zal dat te merken zijn in lagere aantallen in volgende
generaties.
De Vlinderstichting