Stichting Biologica
Dioxine in maïs voor veevoeder leghennen
Naar aanleiding van de berichtgeving over dioxine in maïs voor
veevoeder leghennen, d.d. 12 mei 2010, heeft Biologica onderstaande
verklaring opgesteld.
De feiten voor zover bekend
In Duitsland zijn Nederlandse eieren uit de markt gehaald, omdat de
dioxinenorm was overschreden. Dit bleek bij routinecontroles. Na
onderzoek naar de verklaring van deze overschrijding bleek dat het voer
van de leghennen hiervoor verantwoordelijk was. Een partij maïs van
2.500 ton die door diverse Nederlandse veevoerbedrijven is verwerkt in
mengvoeders, en geleverd aan Duitse pluimveehouders, bleek de
boosdoener. De partij maïs kwam uit de Oekraine en was voorzien van een
analysecertificaat waaruit bleek dat het dioxineniveau onder de
detectielimiet lag.
In Nederlandse eieren heeft de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) geen
overschrijding van de norm geconstateerd. Biologische eieren zijn hier
dus ook niet uit de schappen gehaald.
Er wordt nog onderzocht waar precies de besmetting is opgetreden, om
deze in het vervolg te kunnen voorkomen.
Over dioxine
Dioxine is een schadelijke stof (of feitelijk een verzameling van 200
stoffen) die helaas breed in het milieu voorkomt en al in lage
concentraties schadelijk kan zijn. Dioxines zijn ongewenste
bijproducten van voornamelijk verbranding van organisch materiaal. Maar
er zijn ook andere bronnen van besmetting zoals ongevallen in de
chemische industrie of de verbranding van pvc.
Net als in gangbare voeding vinden we bijna per definitie restwaarden
dioxines in biologische voeding. De normen worden daarbij zo scherp
gezet als haalbaar is. Voor dioxine in eieren zijn de normen vorig jaar
verscherpt van 5 naar 3 picogram. De nu gevonden overschrijdingen van
de dioxinenorm in eieren liggen rond de norm van 3 picogram.
Discussie
De kwestie roept een aantal vragen op, zoals: is het probleem niet mede
veroorzaakt doordat het grondstoffen betreft die van ver moeten komen?
Waarom produceren we dat veevoeder niet in Nederland of een buurland?
Zekerheid en controleerbaarheid zijn gebaat bij overzichtelijke ketens
en betrouwbare productie, bij voorkeur dichtbij. Maar door o.a. de
groei van de consumentenvraag en de lage prijzen van veevoer waardoor
onze akkerbouwers daar niet van kunnen leven, is het buitenland op
korte termijn de enige optie. Dat hoeft op zichzelf ook geen probleem
te zijn. We consumeren immers al veel bio producten uit het verre
buitenland: bananen, koffie, thee. Het gaat om de intensiteit en de
kwaliteit van de controle. Inmiddels is die naar aanleiding van dit
geval aangescherpt. De consument moet namelijk kunnen vertrouwen op een
product van onbesproken kwaliteit.
»