De Nederlandse Bank
Ten geleide van het ECB Maandbericht mei 2010
Nieuwsbericht
Datum 14 mei 2010
In zijn op 6 mei 2010 gehouden vergadering heeft de Raad van Bestuur op
basis van zijn reguliere economische en monetaire analyses besloten de
basisrentetarieven van de ECB onveranderd te laten. De huidige
rentetarieven blijven passend.
Rekening houdend met alle nieuwe informatie die sinds de vergadering
van de Raad van Bestuur op 8 april 2010 beschikbaar is gekomen, is de
verwachting dat de prijsontwikkeling gedurende de beleidsrelevante
periode gematigd blijft. Mondiale inflatoire druk - voornamelijk
gestuwd door de prijsontwikkelingen in de grondstoffenmarkten en de
snelgroeiende economische regio's in de wereld - wordt nog steeds
tegengegaan door lage binnenlandse prijsdruk. De laatste gegevens
bevestigen tevens dat het economisch herstel in het eurogebied zich in
de eerste maanden van 2010 heeft voortgezet. Over het geheel genomen
verwacht de Raad van Bestuur dat de economie van het eurogebied in 2010
in een gematigd tempo zal groeien, maar groeipatronen kunnen in een
klimaat van ongewoon grote onzekerheid ongelijkmatig zijn. De
uitkomsten van de monetaire analyse bevestigen dat de inflatoire druk
op de middellange termijn gematigd blijft, zoals wordt gesuggereerd
door een zwakke groei van de geldhoeveelheid en kredietverlening. Al
met al verwacht de Raad van Bestuur dat de prijsstabiliteit op de
middellange termijn zal worden gehandhaafd, waarmee de koopkracht van
huishoudens in het eurogebied zal worden ondersteund. De
inflatieverwachtingen blijven stevig verankerd in overeenstemming met
de doelstelling het inflatiecijfer op de middellange termijn onder maar
dicht bij 2% te houden. De stevige verankering van de
inflatieverwachtingen blijft van essentieel belang. Het monetaire
beleid zal al het noodzakelijke doen om de prijsstabiliteit in het
eurogebied op de middellange termijn te handhaven. Dienovereenkomstig
zal de Raad van Bestuur alle ontwikkelingen gedurende de komende
periode zeer nauwlettend blijven volgen.
Wat betreft de economische analyse, is de economische bedrijvigheid in
het eurogebied sinds medio 2009 gestegen, na een periode van sterke
afname. Met name heeft de economie geprofiteerd van het aanhoudende
herstel in de wereldeconomie, de aanzienlijke macro-economische
stimulans die is gegeven en de maatregelen die zijn genomen om het
functioneren van het bancaire stelsel te herstellen. Recente
economische gegevens, met inbegrip van positieve enquête-indicatoren,
geven steun aan het oordeel dat het economisch herstel in het
eurogebied zich in 2010 voortzet. Hoewel met name slechte
weersomstandigheden aan het begin van het jaar de groei hebben gedempt,
lijkt in het voorjaar enige versterking plaats te vinden.
Vooruitblikkend, verwacht de Raad van Bestuur dat het reële bbp in 2010
in een gematigd tempo zal groeien. Het aanhoudende herstel op mondiaal
niveau, en de invloed daarvan op de vraag naar uitvoer uit het
eurogebied, zou steun moeten geven aan de economie van het eurogebied.
Tegelijkertijd zal de financiële crisis naar verwachting een dempend
effect hebben op de economische groei gezien het aanhoudende proces van
balansaanpassing in verschillende sectoren, de verwachting van een lage
bezettingsgraad en zwakke arbeidsmarktvooruitzichten.
De Raad van Bestuur blijft van oordeel dat de risico's voor deze
vooruitzichten globaal in evenwicht zijn, in een klimaat van ongewoon
grote onzekerheid. Wat de opwaartse risico's betreft, zouden zowel de
wereldeconomie als de buitenlandse handel krachtiger kunnen herstellen
dan voorzien en zou het vertrouwen sterker kunnen toenemen dan
verwacht, met als resultaat dat het herstel zichzelf gaande houdt. Wat
de neerwaartse risico's betreft, blijft er bezorgdheid bestaan ten
aanzien van hernieuwde spanningen in enkele financiële-marktsegmenten.
Daarnaast zouden een sterker of langduriger dan verwachte negatieve
terugkoppelingslus tussen de reële economie en de financiële sector,
hernieuwde prijsstijgingen van aardolie en andere grondstoffen, de
intensivering van protectionistische druk, en de mogelijkheid van een
onordelijke correctie van mondiale onevenwichtigheden eveneens
neerwaartse druk kunnen uitoefenen.
Wat de prijsontwikkeling betreft, bedroeg volgens de voorlopige (flash)
raming van Eurostat de HICP-inflatie op jaarbasis in het eurogebied in
april 2010 1,5%, tegen 1,4% in maart. Dit is iets hoger dan een paar
maanden geleden werd verwacht en lijkt verband te houden met, in het
bijzonder, opwaartse druk in de energieprijzen. Vooruitblikkend, zou de
mondiale inflatoire druk kunnen toenemen, voornamelijk gestuwd door
prijsontwikkelingen in de grondstoffenmarkten en in snelgroeiende
economische regio's in de wereld, terwijl de binnenlandse prijsdruk in
het eurogebied nog steeds naar verwachting gematigd zal blijven.
Dientengevolge is de verwachting dat de totale inflatie gedurende de
beleidsrelevante periode gematigd zal blijven. De inflatieverwachtingen
voor de middellange tot langere termijn blijven stevig verankerd in
overeenstemming met het streven van de Raad van Bestuur het
inflatiecijfer op de middellange termijn onder maar dicht bij 2% te
houden.
Op de korte termijn liggen, gezien de ontwikkelingen in de
energieprijzen, de risico's voor eerdere projecties van de
HICP-inflatie enigszins meer aan de opwaartse zijde, terwijl de
risico's voor de prijsstabiliteit op de middellange termijn gezien
worden als nog steeds globaal in evenwicht. De opwaartse risico's op de
middellange termijn houden met name verband met het beloop van de
grondstoffenprijzen. Bovendien zouden de indirecte belastingen en de
door de overheid gereguleerde prijzen sterker kunnen stijgen dan
momenteel wordt verwacht, als gevolg van de noodzaak van
begrotingsconsolidatie gedurende de komende jaren. Tegelijkertijd zijn
de risico's voor de binnenlandse prijs- en kostenontwikkeling beperkt.
Over het geheel genomen zal de Raad van Bestuur de toekomstige
ontwikkeling van alle beschikbare prijsindicatoren nauwlettend volgen.
Wat de monetaire analyse betreft, bleef het twaalfmaands groeitempo van
M3 in maart 2010 met -0,1% licht negatief. Samen met de aanhoudend
negatieve groei op jaarbasis van leningen aan de particuliere sector
(-0,2% in maart), ondersteunen de laatste gegevens nog eens de
beoordeling dat het onderliggende tempo van de monetaire expansie
gematigd is en dat, op de middellange termijn, de inflatoire druk
gematigd is. De ontwikkelingen op de kortere termijn in M3 en leningen
zijn eveneens gedempt gebleven.
De werkelijke groei van M3 is, zo wordt gedacht, zwakker dan het
onderliggende tempo van de monetaire expansie, daar de nogal steile
rendementscurve de allocatie van middelen naar langerlopende deposito's
en waardepapieren buiten M3 blijft bevorderen. Tegelijkertijd
impliceren de nog steeds geringe ecarts tussen de rentevergoedingen op
verschillende M3-instrumenten lage opportuniteitskosten voor de
allocatie van middelen aan girale deposito's in plaats van andere
M3-instrumenten. Dit komt tot uiting in het aanhoudend uitgesproken
verschil tussen de zwakke groei op jaarbasis van M3 en de sterke groei
op jaarbasis van M1, die in maart op 10,9% uitkwam. Aangezien er reeds
enige tijd sprake is van de huidige renteconstellatie, lijken de
laatste gegevens erop te duiden dat de grote verschuivingen in de
allocatie van middelen minder worden.
De groei op jaarbasis van bancaire leningen aan de particuliere sector
is in maart negatief gebleven, maar dit verhult een verder positieve
maandstroom. Daarnaast verhult dit aanhoudende tegengestelde
ontwikkelingen in verschillende sectoren: enerzijds de positieve,
toenemende groei op jaarbasis van leningen aan huishoudens en
anderzijds de negatieve groei op jaarbasis van leningen aan
niet-financiële vennootschappen. Hoewel de vertraagde reactie van
leningen aan niet-financiële vennootschappen op de economische
bedrijvigheid een normaal kenmerk is van de conjunctuur, wijzen de
gegevens over de afgelopen paar maanden op een mogelijk einde aan de
eerdere neerwaartse tendens in de kredietgroei op jaarbasis.
De laatste gegevens bevestigen tevens dat sinds het begin van het jaar
de reductie van de totale balansomvang van banken niet heeft doorgezet.
Verdere aanpassingen kunnen echter niet worden uitgesloten en het
blijft een uitdaging voor banken om de beschikbaarheid van krediet voor
de niet-financiële sector te vergroten wanneer de vraag aantrekt. Om
aan deze uitdaging het hoofd te bieden dienen banken de markt aan te
spreken en gebruik te maken van de huidige financieringsvoorwaarden om
hun kapitaalbasis verder te versterken.
Samenvattend blijven de huidige basisrentetarieven van de ECB passend.
Rekening houdend met alle nieuwe informatie sinds de vergadering van de
Raad van Bestuur op 8 april 2010, is de verwachting dat de
prijsontwikkeling gedurende de beleidsrelevante periode gematigd
blijft. Mondiale inflatoire druk - voornamelijk gestuwd door de
prijsontwikkelingen in de grondstoffenmarkten en de snelgroeiende
economische regio's in de wereld - wordt nog steeds tegengegaan door
lage binnenlandse prijsdruk. De laatste gegevens bevestigen tevens dat
het economisch herstel in het eurogebied zich in de eerste maanden van
2010 heeft voortgezet. De Raad van Bestuur verwacht dat de economie van
het eurogebied in 2010 in een gematigd tempo zal groeien, maar
groeipatronen kunnen in een klimaat van ongewoon grote onzekerheid
ongelijkmatig zijn. Een toetsing van de uitkomsten van de economische
analyse met die van de monetaire analyse bevestigt dat de inflatoire
druk op de middellange termijn gematigd blijft, zoals wordt
gesuggereerd door een zwakke groei van de geldhoeveelheid en
kredietverlening. Al met al verwacht de Raad van Bestuur dat de
prijsstabiliteit op de middellange termijn zal worden gehandhaafd,
waarmee de koopkracht van huishoudens in het eurogebied zal worden
ondersteund. De inflatieverwachtingen blijven stevig verankerd in
overeenstemming met de doelstelling het inflatiecijfer op de
middellange termijn onder maar dicht bij 2% te houden. De stevige
verankering van de inflatieverwachtingen blijft van essentieel belang.
Het monetaire beleid zal al het noodzakelijke doen om de
prijsstabiliteit in het eurogebied op de middellange termijn te
handhaven. De Raad van Bestuur zal alle ontwikkelingen gedurende de
komende periode zeer nauwlettend blijven volgen.
Wat betreft het begrotingsbeleid, roept de Raad van Bestuur overheden
op tot vastbesloten actie om een blijvende en geloofwaardige
consolidatie van de overheidsfinanciën te bewerkstelligen. De laatste
informatie toont aan dat de correctie van de grote
begrotingsonevenwichtigheden in het algemeen intensivering van de
huidige inspanningen zal vereisen. De begrotingsconsolidatie zal
substantieel hoger moeten liggen dan de jaarlijkse structurele
aanpassing van 0,5% bbp die als minimumvereiste is opgenomen in het
Stabiliteits- en Groeipact. Hoe langer de begrotingscorrectie wordt
uitgesteld, des te groter zal de noodzaak van aanpassing worden en hoe
hoger het risico van reputatieschade en vertrouwensverlies. In plaats
daarvan zal snelle implementatie van naar voren gehaalde en
veelomvattende consolidatievoornemens, gericht op de uitgavenzijde en
gecombineerd met structurele hervormingen, steun geven aan het
vertrouwen onder het grote publiek in het vermogen van overheden om de
duurzaamheid van de overheidsfinanciën te herstellen, in rentetarieven
vervatte risicopremies te verlagen en op die manier duurzame groei op
de middellange termijn te ondersteunen. In dit kader verwelkomt de Raad
van Bestuur het economische en financiële aanpassingsprogramma dat na
de geslaagde afronding van de onderhandelingen met de Europese
Commissie, samen met de ECB, en het Internationaal Monetair Fonds, door
de Griekse regering is goedgekeurd, met als doel de financiële
stabiliteit in het eurogebied als geheel te waarborgen.
Voor alle landen van het eurogebied zijn structurele hervormingen die
leiden tot hogere groei en werkgelegenheid van cruciaal belang om een
duurzaam herstel te ondersteunen. Gezien de recente stijging van de
werkloosheid zijn belasting- en uitkeringsstelsels die effectieve
prikkels tot werken bieden, verbeterde scholingsprogramma's en
voldoende flexibiliteit in arbeidscontracten nodig om een stijging van
de structurele werkloosheid te vermijden. Tegelijkertijd dienen
bestaande problemen ten aanzien van het concurrentievermogen, maar ook
binnenlandse en externe onevenwichtigheden, met spoed door de betrokken
landen te worden geredresseerd. Te dien einde zijn bij
loononderhandelingen betrokken instellingen die het mogelijk maken de
lonen zich op geëigende wijze aan te laten passen aan verlies van
concurrentievermogen en de werkloosheidssituatie onmisbaar. Op dezelfde
wijze zijn ook maatregelen die prijsflexibiliteit en niet-prijsgebonden
concurrentievermogen vergroten van essentieel belang. Een passende
herstructurering van de bankensector, ten slotte, dient een belangrijke
rol te spelen. Gezonde balansen, effectief risicobeheer en
transparante, robuuste bedrijfsmodellen zijn van essentieel belang voor
het versterken van de schokbestendigheid van banken en om te zorgen
voor adequate toegang tot financiering, om zo de basis te leggen voor
duurzame groei en financiële stabiliteit.
De Engelstalige versie van dit Maandbericht bevat twee artikelen. In
het eerste artikel wordt een beoordeling gegeven van hoe het
transmissiemechanisme van het monetair beleid in het eurogebied zich
sinds de invoering van de euro heeft ontwikkeld. In het tweede artikel
wordt ingegaan op de belangrijkste onderliggende oorzaken van de "Grote
Inflatie" van de jaren zeventig van de vorige eeuw en worden de
belangrijkste lessen voor het monetair beleid uiteengezet. In het kader
hieronder worden de door de Raad van Bestuur op 10 mei 2010 getroffen
maatregelen uiteengezet.
Kader 1
EXTRA DOOR DE RAAD VAN BESTUUR GETROFFEN MAATREGELEN
Op 10 mei 2010 heeft de Raad van Bestuur besloten tot verscheidene
maatregelen ter redressering van de ernstige spanningen die zich
voordeden in bepaalde marktsegmenten en die het transmissiemechanisme
van het monetaire beleid (en op die manier het doelmatig voeren van een
op prijsstabiliteit op de middellange termijn gericht monetair beleid)
hinderen. Deze maatregelen zijn zo opgezet dat zij niet van invloed
zijn op de monetairbeleidskoers.
Met name heeft de Raad van Bestuur besloten, in het kader van een
zogenoemd Securities Markets Programme, interventies uit te voeren op
de markten in het eurogebied voor overheids- en particuliere
schuldbewijzen, om zo diepte en liquiditeit te waarborgen in die
marktsegmenten die niet goed functioneren. Het doel van dit programma
is het slechte functioneren van de effectenmarkten tegen te gaan en een
passend transmissiemechanisme van het monetaire beleid te herstellen.
De reikwijdte van de interventies zal worden bepaald door de Raad van
Bestuur. Bij het nemen van deze beslissing heeft de Raad van Bestuur
notitie genomen van de verklaring van de overheden van het eurogebied
dat zij "alle maatregelen zullen nemen die noodzakelijk zijn om dit
jaar en de jaren daarna overeenkomstig de
buitensporige-tekortprocedures begrotingsdoelstellingen te
bereiken" en van de precieze extra toezeggingen die door enkele
overheden van het eurogebied zijn gedaan om de begrotingsconsolidatie
te versnellen en de duurzaamheid van hun overheidsfinanciën te
waarborgen. De invloed van voornoemde interventies zal worden
geneutraliseerd door specifieke transacties uit te voeren om de middels
het Securities Markets Programme geïnjecteerde liquiditeit weer te
onttrekken.
Daarnaast heeft de Raad van Bestuur besloten een
vaste-rentetenderprocedure met volledige toewijzing in te voeren bij de
reguliere driemaands langerlopende herfinancieringstransacties die
zullen worden toegewezen op 26 mei en 30 juni 2010. Bovendien is op 12
mei 2010 een zesmaands langerlopende herfinancieringstransactie met
volledige toewijzing uitgevoerd, tegen een rentetarief dat is
vastgelegd op de gemiddelde minimale inschrijvingsrente bij de
basisherfinancieringstransacties gedurende de looptijd van de
transactie.
Ten slotte heeft de Raad van Bestuur besloten, in samenspraak met
andere centrale banken, de tijdelijke liquiditeitsovereenkomsten ("swap
lines") met het Federal Reserve System te reactiveren, en de in
Amerikaanse dollar luidende liquiditeitsverschaffende transacties met
looptijden van 7 en 84 dagen, te hervatten. Deze transacties zullen
plaatsvinden in de vorm van repo's tegen door de ECB als beleenbaar
geaccepteerd onderpand en zullen worden uitgevoerd als
vaste-rentetenders met volledige toewijzing. De eerste dergelijke
transactie is uitgevoerd op 11 mei 2010.
De Raad van Bestuur acht voornoemde maatregelen van essentieel belang
om de effectiviteit van het transmissiemechanisme van het monetaire
beleid te waarborgen. Met name zullen de maatregelen bijdragen tot
vermindering van de doorwerking van de gestegen volatiliteit in de
financiële markten, en van liquiditeitsrisico's en marktverstoringen
bij de toegang tot financiering in de economie.
De neutralisatie van de interventies op de markten in het eurogebied
voor overheids- en particuliere schuldbewijzen zal ervoor zorgen dat
het Securities Markets Programme niet van invloed is op de vigerende
niveaus van liquiditeit en geldmarktrentetarieven. De getroffen
maatregelen zijn als zodanig niet van invloed op de
monetairbeleidskoers.
---