Universiteit Utrecht

Persbericht van de Universiteit Utrecht

10 mei 2010

Kennis van effecten op milieu, gezondheid en veiligheid noodzakelijk

CO2-opslag is geen alles-in-1-oplossing voor alle milieuproblemen

CO2-afvangst, -transport en -opslag (CCS) kan een belangrijke rol spelen bij het verminderen van de uitstoot van het broeikasgas CO2, maar is niet de alles-in-1-oplossing voor alle milieuproblemen. CCS kan negatieve gevolgen hebben voor andere milieuproblemen, afhankelijk van de technologie die wordt toegepast. Dit concludeert Joris Koornneef in zijn promotieonderzoek dat hij uitvoerde aan de Universiteit Utrecht. In zijn proefschrift brengt hij de effecten van CCS op het milieu, de gezondheid en veiligheid in kaart. Koornneef promoveert op 17 mei.

Het klimaat op aarde verandert vrijwel zeker als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen door menselijk handelen. Om deze verandering te beperken, moet de uitstoot van broeikasgassen, waaronder CO2, zoveel mogelijk worden beperkt. Een optie is CCS: het afvangen van dit broeikasgas bij onder meer elektriciteitscentrales, gevolgd door het comprimeren, transporteren en ondergronds opslaan van het gas. "Voordat CCS grootschalig kan worden toegepast, is het noodzakelijk om de effecten van CCS op milieu, gezondheid en veiligheid te kennen", aldus de onderzoeker. Koornneef heeft onder andere een analyse van het totale milieueffect van CCS gemaakt en de risico's van CO2-transport via buisleidingen bepaald.

Totale milieueffect van CCS

In de levenscyclusanalyse analyseerde Koornneef de milieueffecten van de hele keten voor kolencentrales met CCS - van de kolenmijn tot elektriciteitsproductie. Vervolgens keek hij wat het effect was op verschillende milieuproblemen. "CCS zorgt voor een substantieel kleinere bijdrage aan het milieuprobleem 'broeikaseffect'", aldus Koornneef. "Ook op lokaal niveau kan CCS voordelen hebben doordat bijvoorbeeld de uitstoot van fijnstof en zwaveldioxide aanzienlijk lager zullen zijn. Het afvangen van CO2, het transport en de opslag kost echter ook extra energie." Koorneef toont aan dat over de keten 'verzuring' en 'vermesting' zal toenemen wanneer een bepaald type (post-combustion) CO2-afvangst wordt toegepast bij een kolencentrale. Ook voor andere milieuproblemen zoals 'uitputting van grondstoffen' en 'afbraak van de ozonlaag' wordt deze trend gevonden. Technologiekeuzes en verbetering van de technologie hebben grote invloed op het totale milieueffect van CCS.

CO2-transport via buisleidingen

Koornneef heeft ook de onzekerheden in de risicoanalyse van CO2-transport via buisleidingen onderzocht. Dit is een belangrijk punt in de publieke discussie over de veiligheid van CO2-opslag bij Barendrecht. Volgens Koornneef zijn de huidige modellen niet getoetst voor hoge druk CO2-uitstroming en -verspreiding. "Dit wil echter niet zeggen dat CO2-buisleidingen onveilig zijn. Het beheersen van risico's lijkt namelijk goed mogelijk met bestaande technieken, zoals veiligheidskleppen", aldus Koornneef.

Risicostudies van CO2-opslag

Ten slotte heeft Koornneef ook risicostudies van CO2-opslagprojecten onderzocht. Hij concludeert dat het momenteel nog niet mogelijk is om de risico's nauwkeurig te berekenen. Dat betekent echter niet dat de kennis ontbreekt om in te schatten of ondergrondse opslag veilig kan gebeuren. De kans dat CO2 vrijkomt en dat dit vervolgens leidt tot milieu- of gezondheidsschade acht Koornneef zeer klein. Toch is monitoring van opslagprojecten zeer gewenst om bijvoorbeeld met grotere nauwkeurigheid het gedrag van CO2 in de ondergrond te kunnen bepalen.

Dit onderzoek is uitgevoerd binnen het Nederlandse onderzoeksprogramma CATO (CO2-afvang, -transport en -opslag) dat liep van 2005-2009. Dit deels door de overheid gefinancierde onderzoeksprogramma is een consortium van bedrijven, universiteiten (waaronder de Universiteit Utrecht), onderzoeksinstituten en belangengroeperingen. In 2009 is het vervolg van dit onderzoeksprogramma, CATO-2, van start gegaan.

Promotie

Joris Koornneef promoveert op 17 mei 2010 om 12.45 uur in het Academiegebouw, Domplein 29 in Utrecht. Proefschrift: 'Shifting streams- on the health, safety and environmental impacts of carbon dioxide capture, transport and storage', ISBN 978-90-8891-163-7. Promotoren: prof. dr. André Faaij en prof. dr. Wim Turkenburg, copromotor: dr. ir. Andrea Ramírez Ramírez.