beantwoording vragen van de leden Ferrier en Haverkamp over het verlies
aan geloofwaardigheid van het Kimberley Proces inzake diamanthandel in
Zimbabwe.
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Ferrier en Haverkamp over
het verlies aan geloofwaardigheid van het Kimberley Proces inzake
diamanthandel in Zimbabwe.
Kamerbrief | 17 mei 2010
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Economische Zaken,
de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden
Ferrier en Haverkamp over het verlies aan geloofwaardigheid van het
Kimberley Proces inzake diamanthandel in Zimbabwe. Deze vragen werden
ingezonden op 27 april 2010 met kenmerk 2010Z07520.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de minister van Economische Zaken, op vragen van de leden
Ferrier en Haverkamp (beiden CDA) over het verlies aan
geloofwaardigheid van het Kimberley Proces inzake diamanthandel in
Zimbabwe.
Vraag 1
Kent u het bericht "Mugabe's vuile edelstenen"? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de uitspraak dat het Kimberley proces een
"schijnvertoning" en tot een "witwassysteem van bloeddiamanten" is
geworden?
Antwoord
Ik deel die uitspraak niet. Het Kimberley Proces (KP) zorgt in beginsel
in de landen die lid zijn van het KP voor een systeem waarmee
bloeddiamanten niet kunnen worden witgewassen. Wel ben ik van mening
dat Zimbabwe de minimumeisen van het KP dient na te leven. Daarvan is
op dit moment onvoldoende sprake. Dat ligt echter niet zozeer aan het
KP, maar komt geheel voor rekening van de Zimbabwaanse autoriteiten.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de conclusie van de onderzoekscommissie van het
Kimberley Proces Certificering Schema (KPCS), namelijk dat er in
Zimbabwe sprake was van grove mensenrechtenschendingen en dat het leger
betrokken was bij smokkeloperaties en illegale diamanthandel, een
ernstige is?
Antwoord
Ja. In reactie daarop is tijdens de KP-jaarvergadering 2009 besloten om
het mensenrechtenaspect een zwaarder accent te geven binnen het KPCS.
Een voorstel hiertoe wordt momenteel binnen het KP uitgewerkt en staat
op de agenda van de KP-jaarvergadering dit najaar.
Vraag 4
Bent u van oordeel dat, als Zimbabwe in juni aanstaande geen
aantoonbare verbetering heeft laten zien, het land geschorst dient te
worden? Zo ja, gaat u als lid van het samenwerkingsverband KPCS zich
hiervoor inzetten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Tijdens de laatste plenaire vergadering van het KP is het actieplan,
dat door de Zimbabwaanse regering werd aangeboden, goedgekeurd. In dit
plan wordt aangegeven welke acties de Zimbabwaanse regering zal
ondernemen om het delven van diamanten weer veilig en volgens de regels
te laten verlopen. Ook de certificering van diamanten is hierin
meegenomen. Vastgelegd is onder andere dat diamanten uit de
Chiadzwa-regio uitsluitend na goedkeuring door een aangewezen
autoriteit van het KP mogen worden geëxporteerd.
De uitvoering van het actieplan wordt bewaakt door een KP-waarnemer.
Tijdens de KP-vergadering in juni 2010 zal op basis van de rapporten
van deze waarnemer, de situatie in Zimbabwe worden besproken. Daarnaast
zal net als vorig jaar een onderzoekscommissie naar Zimbabwe afreizen,
die zal rapporteren over de naleving van de afspraken. Inmiddels is al
wel gebleken dat een poging is gedaan om een klein deel van de
diamanten uit Chiadzwa te verhandelen buiten het KP om. Het KP
onderzoekt nu hoe de export van diamanten uit deze regio nader aan
banden gelegd kan worden. Tijdens de KP-jaarvergadering die dit najaar
gehouden wordt, zal vervolgens een besluit moeten worden genomen over
de deelname van Zimbabwe aan het KP. Uitsluiting betekent dat de export
van ruwe diamanten onmogelijk wordt via de officiële kanalen.
Nederland wordt binnen het KP vertegenwoordigd door de EU. Op basis van
de rapporten van zowel de KP-waarnemer als de KP-onderzoekscommissie
zal bepaald moeten worden of de EU inzet op schorsing van Zimbabwe of
niet. Bedacht moet worden dat het KP een instrumentarium biedt om de
diamanthandel te reguleren en niet gereguleerde handel te voorkomen.
Uitsluiting moet dan ook gezien worden als een uiterste maatregel en
dient wat betreft de Nederlandse regering aan de orde te komen op het
moment dat elk perspectief op een effectieve en vruchtbare samenwerking
in KP-verband is verdwenen.
1) Trouw, 14 april 2010
Ministerie van Buitenlandse Zaken