Stivoro
Den Haag, 17 mei 2010 - Laag opgeleide rokers hebben meer ondersteuning
nodig om hun ongezonde gedrag te veranderen. Ze hebben minder succes
als ze proberen te stoppen omdat ze verslaafder zijn. Ook hebben ze
minder vertrouwen in zichzelf dat stoppen met roken lukt. Dit blijkt
uit onderzoek dat STIVORO, het expertisecentrum voor tabakspreventie,
in samenwerking met het RIVM heeft uitgevoerd. Het gevolg is dat mede
hierdoor het verschil tussen het percentage rokers onder
lageropgeleiden en hoogopgeleiden steeds groter wordt en dat
lageropgeleiden daardoor veel ongezonder zijn. Door volledige
vergoeding van ondersteuning bij stoppen, wordt hulp toegankelijker en
de kans groter dat deze rokers succesvol zullen stoppen.
In de afgelopen decennia is het percentage rokers in Nederland gedaald.
Onder hoog opgeleide rokers is het roken meer gedaald dan onder
middelbaar en laag opgeleide rokers. Het percentage rokers onder laag
opgeleiden daalde in de periode 1988-2008 met 6% van 36% naar 30%. Bij
hoog opgeleiden met 9% van 31% naar 22%. Mede hierdoor zijn de
sociaaleconomische gezondheidsverschillen de afgelopen 21 jaar
toegenomen. Dit vertaalt zich in ongezonder en korter leven. Volgens
het RIVM leven lageropgeleiden zes tot zeven jaar korter dan
hoogopgeleiden en leven ze 14 jaar langer met beperkingen door ziekte
en ongezondheid. Een belangrijk deel van deze verschillen wordt
veroorzaakt door roken. Daarmee biedt stoppen met roken de kans op
enorme verbetering van de gezondheid van lageropgeleiden.
De laag opgeleide roker onderneemt minder vaak een poging om te
stoppen. Dit kan samenhangen met het feit dat hij verslaafder is, het
daardoor moeilijker is om te stoppen en minder vertrouwen heeft in een
succesvolle afloop. Door het gebruik van stopondersteuning wordt de
kans op een succesvolle stoppoging 3 tot 4 keer zo groot. Uit onderzoek
in opdracht van het ministerie van VWS blijkt dat het vergoeden van
stopondersteuning ertoe leidt dat rokers meer gebruik van
stopondersteuning maken en succesvoller stoppen. Dit geldt ook voor de
lageropgeleiden. In 2009 maakte minister Klink zijn voornemen bekend
aan de Tweede Kamer om per 1 januari 2011 bewezen werkzame hulp bij
stoppen op te nemen in het basispakket van de zorgverzekering. Het
effectueren van dit voornemen zal een positieve invloed hebben op de
gezondheid van de laag opgeleide rokers.
Onderliggend rapport
Themapublicatie: Sociaal economische verschillen in roken in Nederland
1988-2008
Aangehaalde bronnen
Van gezond naar beter: de vijfde Volksgezondheid Toekomst Verkenning
Proefimplementatie 'stoppen met roken'. Resultaten begeleidend
onderzoek.