TNS NIPO

TNS NIPO publicaties

17 mei 2010

Cohen meest gewilde premier
`Wat u zegt' (De Telegraaf 17 mei 2010)

Door: Peter Kanne, verkiezingsonderzoeker bij TNS NIPO

Als Nederland zijn premier mocht kiezen, zou Job Cohen die verkiezing op dit moment winnen. Een derde van de kiezers geeft de voorkeur aan Job Cohen als ze moeten kiezen uit de leiders van de vier (virtueel) grootste partijen. Jan Peter Balkenende (22%) en Mark Rutte (14%) volgen op afstand. Wilders eindigt als vierde met een tiende van de stemmen.

---

1 | Job Cohen favoriete minister-president (`Wie moet wat u betreft premier van Nederland worden?')

---

Cohen meest gewilde premier

Bron: TNS NIPO, 2010

---

Waarom wil een groot deel van de Nederlanders Cohen als premier? Uit onderzoeken die we de afgelopen maand hebben uitgevoerd, blijkt dat men veel vertrouwen heeft in Cohen als minister- president. Vooral zijn vaderlijke stijl wordt als een verademing ervaren. Een kiezer licht zijn voorkeur voor Cohen als volgt toe: `Het is de meest geschikte kandidaat op dit moment. Komt rustig en betrouwbaar over.' Hij wordt gezien als iemand die boven de partijen kan staan en niet meedoet aan het moddergooien: `Hij laat zich niet verleiden tot schelden'. Andere omschrijvingen die kiezers geven van Cohen zijn: sympathiek, evenwichtig, samenbindend en rechtvaardig. Veel mensen vonden hem een goede burgemeester van Amsterdam en verwachten dat hij het ook goed zal doen als premier.

Degenen die niet voor Cohen kiezen, vragen zich af of Cohen daadkrachtig genoeg is, of hij over voldoende (economisch) leiderschap beschikt en of hij niet te soft is. `Hij was als een vis in het water in Amsterdam, maar zal zich ongelukkig voelen in de arena van Den Haag', stelt een kiezer. Cohen zal zich dus een besluitvaardig politicus moeten tonen, met visie op de juiste economische koers voor Nederland. Als hij daarin slaagt, is de kans groot dat Job Cohen de volgende minister-president van Nederland wordt.

F0521AA | TNS NIPObase CAWI | Het veldwerk vond plaats van 6 tot en met 9 mei 2010. Hierbij werden 647 personen van 18 jaar en ouder ondervraagd (n=647).