TNO

19 mei 2010

Zesde Randstadmonitor: Randstad niet innovatief genoeg

Concurrentiepositie en arbeidsproductiviteit Randstad onder druk

TNO presenteerde op 18 mei de resultaten van de zesde editie van de Randstadmonitor. Deze jaarlijkse monitor vergelijkt de economie, aantrekkelijkheid en leefomgeving van de Randstad met twintig stedelijke Europese regio's. Tevens worden de deelgebieden van de Randstad onderling vergeleken. De zesde Randstadmonitor omvat data over de periode 1995-2008. Eén van de meest opvallende ontwikkelingen is dat de Randstad op steeds meer aspecten buiten de Top 5 valt, bijvoorbeeld als het gaat om de aantrekkingskracht op toeristen en buitenlandse bedrijven. Ook de arbeidsproductiviteit van de Randstad begint achter te lopen. De centrale beleidsuitdaging voor de komende tijd is hoe de arbeidsproductiviteit kan worden verhoogd ten einde lange termijn groei te realiseren, gecombineerd met een verhoging van de aantrekkelijkheid van de Randstad. De effecten van de kredietcrisis zijn in deze uitkomsten nog niet verwerkt.

Amsterdam verliest positie

Amsterdam heeft de positie in de subtop van de aantrekkelijkste vestigingsplaatsen verloren en is nu achtste. In 2008 lag de krimp voor Schiphol op het gemiddelde voor de tien grootste luchthavens. Het toerisme in Amsterdam zakte in 2008 behoorlijk terug. Hier kan de beperkte toegankelijkheid van de kunstschatten in Amsterdam een rol spelen. Amsterdam blijft de grootste hub voor internetverkeer. Rotterdam handhaaft zijn eerste positie in de goederenoverslag via zeehavens met gemak, maar de eerste positie in de containeroverslag via Europese zeehavens staat onder druk.

Langzaam afzakkende subtopper

Het algemene Europese beeld dat uit de Randstadmonitor rijst, is dat de Randstad een langzaam afzakkende subtopper is. Het meerjarig gemiddelde van het Bruto Regionaal Product (de indicator die de relatieve welvaart van een land weergeeft) valt bescheiden terug, het neergaande pad van de conjunctuur volgend. De Randstad voorziet in economische groei door extra werkgelegenheid en niet door meer te verdienen per gewerkt uur. De verklaring van de beperkte groei van de arbeidsproductiviteit ligt in de weinig innovatieve bedrijvigheid, een hoog aandeel dienstverlening en een op banengroei gericht beleid. Gevolg hiervan is dat de vraag uit het oog is verdwenen hoeveel welvaart er per arbeidsjaar wordt gerealiseerd. De concurrentiepositie van de Randstad staat hierdoor onder druk. Op milieugebied blijkt Nederland ook minder goed te scoren; per eenheid economische groei gebruikt Nederland meer energie dan gemiddeld. De vraag die centraal staat is: hoe kan de arbeidsproductiviteit worden verhoogd ten einde lange termijn groei te realiseren?

Voortrekkersrol Noordvleugel uitgewerkt

Binnen Nederland zakt de noordelijke Randstad (Amsterdam en Utrecht) qua groei terug naar het Nederlands gemiddelde. Hier lijken agglomeratienadelen op te treden: ruimtegebrek en congestie als gevolg van een periode van hoge groei. Ook lijken het terugvallende toerisme, de druk op Schiphol, de problemen in de financiële sector, de beperkte openstelling van musea en de stagnatie van de bouw van de Noord-Zuidlijn hun tol te eisen. Inkomens per hoofd, het percentage investeringen ten opzichte van export en het aandeel hoger opgeleiden zijn in de Noordvleugel nog steeds gunstiger dan in de Zuidvleugel. De Zuidvleugel kent een hoger eigenwoningenbezit dan de Noordvleugel. Wat toerisme betreft steekt de provincie Noord-Holland met kop en schouders boven de andere Randstadprovincies uit. Vooral de stedelijke regio's van de Randstad laten wat betreft veiligheid, sociale cohesie en leefbaarheid een lagere score zien dan gemiddeld nationaal.

Top 20

In de periode 1995-2008 neemt de Randstad wat betreft de groei van het Bruto Regionaal Product de vijfde plek in de Europese rangorde in. Dat is behoorlijk hoger dan voorgaande jaren. Deze positieverbetering is hoofdzakelijk het gevolg van de verlate doorwerking van de kredietcrisis in de Randstad. Europese regio's die in 2008 het hardst zijn getroffen door de crisis zijn Kopenhagen, Dublin, Londen, Stockholm, Madrid en Barcelona. Anno 2008 zijn andere stedelijke regio's nu leidend. Vooral Praag en München springen daarbij in het oog. Ten opzichte van het meerjarig gemiddelde valt de Randstad bescheiden terug. De regio's waar de Randstad mee zijn vergeleken zijn Londen, Parijs, Ruhrgebied, Milaan, Madrid, Frankfurt/Main, Vlaamse Ruit, Barcelona, Rome, Hamburg, Berlijn, München, Kopenhagen, Stockholm, Wenen, Dublin, Lissabon, Boedapest en Praag.

Persbericht 2010-25