Siemens

Persbericht

201005. 292

Den Haag, woensdag 19 mei 2010

Profinet-communicatie nu nog krachtiger en flexibeler

Siemens heeft de Profinet-functionaliteit van haar Simatic S7-300 en S7-400 controllers uitgebreid met de functies Shared Device, Intelligent Device (I-Device) en Media Redundancy Protocol (MRP). Hierdoor zijn niet alleen eenvoudiger systeemconfiguraties mogelijk, bijvoorbeeld in fail-safe toepassingen, maar ook een minder complexe en flexibeler topologie-architectuur bij meerdere besturingen binnen één netwerk en een hogere beschikbaarheid van de installatie. De nieuwe firmware, die in juni voor de S7-300 en in augustus voor de S7-400 beschikbaar is, biedt tevens uitgebreidere diagnosefuncties via gebruikersspecifieke webpagina's en ondersteunt kloksynchroniteit via Profinet.

Met Shared Device hebben meerdere Simatic-besturingen toegang tot één Profinet-I/O (Input/Output)-apparaat, bijvoorbeeld een decentraal periferiesysteem. Hierdoor zijn eenvoudiger systeemconfiguraties mogelijk, bijvoorbeeld in fail-safe toepassingen. Standaard-CPU's én fail-safe CPU's kunnen nu gebruik maken van hetzelfde decentrale periferiesysteem.

Intelligent Device (I-Device) maakt de I/O-communicatie van een CPU met andere bovenliggende of centrale besturingen mogelijk. Tot nu toe was alleen de hiërarchische toegang van een centrale CPU tot een onderliggend I/O-apparaat mogelijk. Met I-Device kan de topologie-architectuur bij meerdere besturingen binnen een netwerk minder complex en flexibeler worden uitgevoerd. Zo wordt het bijvoorbeeld eenvoudiger, de besturingen van meerdere projecten te koppelen en Siemens-controllers binnen een communicatienetwerk met controllers van andere leveranciers te integreren.

Met het Media Redundancy Protocol (MRP) wordt de beschikbaarheid van de installatie verhoogd. Hiervoor wordt eerst de netwerkinfrastructuur redundant in de vorm van een ringtopologie geïnstalleerd, bijvoorbeeld met Industrial Ethernet Switches of via de geïntegreerde Profinet-interfaces van de Simatic-besturingen en decentrale periferiesystemen. Wanneer de communicatie in een deel van de ringinstallatie wordt onderbroken, is slechts dit deel van de installatie betroffen en valt niet de hele installatie uit.

Hierdoor kunnen onderhouds- en reparatiewerkzaamheden zonder tijdsdruk worden uitgevoerd. Het MRP-protocol waarborgt een herconfiguratietijd binnen de 200 milliseconden.