Inburgeren met een taalcoach
Er komen ieder jaar circa tachtig mensen naar Zwolle die verplicht
moeten inburgeren. De gemeente Zwolle wil in 2010 aan 305 mensen een
inburgeringtraject aanbieden. Naast de mensen die verplicht moeten
inburgeren zijn er ook mensen die niet verplicht zijn om in te burgeren
maar wel die behoefte hebben. Een betere beheersing van de taal kan
leiden tot een betere participatie in de samenleving. Om de Nederlandse
taal beter te leren, zijn er taalcoaches. Taalcoaches leveren een
belangrijke bijdrage aan het inburgeringtraject. Taalcoaches zijn
mensen die inburgeraars op vrijwillige basis ondersteunen bij het leren
van de Nederlandse taal.
Arlette Korteweg-Spijker heeft zich vier jaar geleden aangemeld als
vrijwilliger bij Gilde SamenSpraak, een project van Gilde Nederland.
Gilde SamenSpraak brengt Nederlanders en anderstaligen bij elkaar om de
Nederlandse taal en cultuur te delen. Er wordt een vrijwilliger
gekoppeld aan een anderstalige waarna ze wekelijks bij elkaar komen om
op een persoonlijke en informele manier Nederlands te spreken. Gewoon
thuis, in de huiskamer of tijdens een wandeling. Bij GildeSamenSpraak
worden taalcoaches `taalmaatjes' genoemd.
De gemeente Zwolle vroeg Arlette Korteweg-Spijker naar haar ervaringen
in haar werk als taalmaatje. Bij de ontvangst voel je meteen de
hartelijkheid en de gastvrijheid van Korteweg-Spijker. Als we vragen
waarom ze taalmaatje is geworden, vertelt ze dat ze van nature veel
belangstelling heeft voor andere culturen. Ze is lerares Frans en
Nederlands als Tweede Taal en had vroeger kinderen uit België in het
gezin die Nederlands wilden leren. Het geven van begeleiding en het
bieden van hulp aan andere mensen is iets wat haar goed ligt. `Het is
niet alleen leuk om mijn ervaring en kennis met anderen te delen, het
is voor mij ook heel interessant om van nieuwe Nederlanders te leren',
zo zegt de taalcoach. `Ik ben onlangs naar een moederdagfeest geweest
van Turkse Zwolse vrouwen, ik wist niet dat Turken aan Moederdag deden.
Ik vond het geweldig om daar bij te mogen zijn en een stukje van deze
andere cultuur te mogen ervaren'.
Korteweg-Spijker heeft inmiddels vier mensen begeleid. In principe
duurt de begeleiding één jaar. Momenteel biedt ze begeleiding aan één
persoon, ze komen iedere week bij elkaar om te praten. `Ik trek me
terug om aandachtig te luisteren, daar begint het mee. Dan praten we
over dingen waar ze in het dagelijks leven tegenaan loopt. Op die
manier leert ze over de taal maar ook over tradities en gebruiken in
Nederland. Zo vertelde ze dat ze bij een specialist was geweest en dat
ze een medicijn had gekregen. Dus dan sta ik op en kijk in het
medicijnboek van de Consumentengids om naar het aanbod te kijken. Ze
wist niet van het bestaan van een dergelijke gids af. Er ging voor haar
een hele wereld open.'
Een taalmaatje leert inburgeraars dus niet alleen over de Nederlandse
taal maar ook over alledaagse dingen die voor ingeburgerde Nederlanders
heel normaal zijn. `De eerste keer dat ze komen leg ik uit waarom we de
koektrommel dichtdoen. Dan vertel ik dat dit niet is door de zuinigheid
van de Nederlanders maar echt met het idee dat die koekjes vers moeten
blijven', zo vertelt Korteweg-Spijker. Het taalmaatje leert de mensen
over alles wat met cultuur te maken heeft. Het gaat vaak om hele kleine
dingetjes zoals het feit dat het in Nederland normaal is om de
chauffeur na een busreisje een fooitje te geven.
Ook taalmaatje worden?
Gilde SamenSpraak is altijd op zoek naar vrijwilligers die het leuk
vinden om inburgeraars te begeleiden gedurende het inburgeringtraject.
Geïnteresseerd? Kijk voor meer informatie op www.gildezwolle.nl.
college aan het woord
college aan het woord
gemeenteraad
gemeenteraad
Gemeente Zwolle