Wageningen Universiteit en Researchcentrum

19 mei 2010

âDe vergelijking dringt zich op met grote infrastructuurprojecten als de Betuwelijn of de Amsterdamse Noord-Zuidmetro. Maar er zijn twee grote verschillen met de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS): de geraamde kosten worden nauwelijks overschreden en de aanleg ervan is allesbehalve een luxe, als het gaat om het herstel van onze groene leefomgeving en behoud van biodiversiteit, zegt prof. Joop Schaminée, vegetatie-onderzoeker bij Alterra, onderdeel van Wageningen UR, en hoogleraar in Wageningen en Nijmegen. â

Onlangs kopte De Volkskrant: âNieuwe natuur in gedrangâ. Aanleiding was het verschijnen van het boek âPubliek geheim; het succes van de EHSâ van het Nationaal Groenfonds. Directeur Walter Kooy zei dat de overheid meer dan een miljard tekort komt voor de realisatie van de EHS en dat de streefdatum daarvan, 2018, in gevaar komt.
Schaminée: âEr lijkt een patroon in te zitten hoe de uitvoering van grote projecten waarvoor de overheid verantwoordelijk is, verloopt. Waar A wordt gezegd, blijkt het moeilijk om ook B te zeggen. Of we nu praten over de Amsterdamse metro of om de Ecologische Hoofdstructuur en Natura 2000. Het is iedere keer hetzelfde liedje. Maar anders dan bij de EHS zijn bij die infrastructuurprojecten de overschrijdingen van de kostenramingen gigantisch en lijkt de politiek telkens weer daarvoor groen licht te geven. En dan aarzelen ze bij het voortzetten van projecten die gaan over onze toekomstige leefbaarheid. Dat vind ik onverantwoord en ik zou overheid en politiek met klem willen oproepen om de destijds ingeslagen weg tot en met het behalen van het gewenste einddoel te bewandelenâ.

âNatuurlijk, er zijn successen rond de EHS, maar die zijn betrekkelijk. De verbeterde water- en luchtkwaliteit, het broeden van zeearenden en kraanvogels, het herstel van natte duinvalleien en de uitbreiding van kalkgraslanden in Zuid-Limburg kunnen niet verbloemen dat het herstel en behoud van de biodiversiteit, zeker op de lange termijn, helaas per saldo nog geen positief beeld opleveren. Daarvoor zijn de resultaten van de jaarlijkse studies van het Planbureau voor de Leefomgeving te alarmerend. We moeten de natuur in ons land robuuster maken en de realisatie van de EHS is daartoe het belangrijkste middel. Misschien nog belangrijker dan het verbinden, is in dit verband volgens mij het vergroten van bestaande natuurgebieden. De gevreesde 'externe werking' van activiteit in de omgeving op natuurgebieden kan daardoor ook worden verminderd, of in andere woorden: de kwetsbare natuur in die gebieden kan dan beter tegen een stootje.â

âDe veel gehoorde opmerking dat de landbouw in de nabije toekomst geen hectare meer kan missen, verdient ook nuancering. Uit gesprekken met vertegenwoordigers van onder andere LTO is me gebleken dat de pijn hier niet zozeer ligt bij de verwezenlijking van de EHS als wel bij het afstaan van goede landbouwgrond voor de aanleg van bedrijventerreinen - die dan jarenlang ongebruikt blijven liggen - of voor compensatienatuur, waarbij wat groen met een bankje wordt ingericht. Schaamnatuur, zoals ik het in ander verband wel eens heb genoemd.â