European Union



| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
|9280/10 (Presse 98)                                                        |
|(OR. en)                                                                   |
|PERSMEDEDELING                                                             |
|Betreft:                                                                   |
|PERSMEDEDELING                                                             |
|Buitengewone zitting van de Raad                                           |
|Vervoer, Telecommunicatie en Energie                                       |
|VERVOER                                                                    |
|Brussel, 4 mei 2010                                                        |
|Voorzitter de heer José BLANCO LÓPEZ                                       |
|minister van Infrastructuur en Vervoer van Spanje                          |
|                                                                           |
|Voornaamste resultaten van de Raadszitting                                 |
|De Raad heeft conclusies aangenomen over de reactie van de EU op de        |
|gevolgen van de vulkanische aswolk voor het luchtverkeer na de uitbarsting |
|van een vulkaan in IJsland.                                                |
|Hij bereikte met name overeenstemming over de noodzaak om                  |
|onverwijld nieuwe methoden voor risicobeoordeling en risicobeheer te       |
|ontwikkelen en bindende limietwaarden betreffende de risico's van          |
|vulkanische aswolken vast te stellen;                                      |
|versneld werk te maken van belangrijke aspecten van het gemeenschappelijk  |
|Europees luchtruim, zoals de benoeming van een centrale netwerkbeheerder   |
|voor het Europees luchtruim;                                               |
|een geïntegreerd Europees vervoerssysteem te ontwikkelen waardoor in       |
|noodgevallen op andere vervoerswijzen kan worden overgeschakeld.           |
INHOUD1

DEELNEMERS 4

BESPROKEN PUNTEN

reactie van de EU op de gevolgen van de vulkanische aswolk voor het luchtverkeer 6

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

geen

DEELNEMERS

De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:

België:
de heer Etienne SCHOUPPE staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister

Bulgarije:
de heer Kamen KITCHEV viceminister van Verkeer, Informatietechnologie en Communicatie

Tsjechië:
mevrouw Dita SCHAUTOVÁ viceminister van Verkeer

Denemarken:
de heer Hans Christian SCHMIDT minister van Verkeer

Duitsland:
de heer Peter RAMSAUER minister van Verkeer, Bouwbeleid en Stedelijke Ontwikkeling

Estland:
de heer Gert ANTSU plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Ierland:
mevrouw Geraldine BYRNE NASON plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Griekenland:
de heer Léonidas C. ROKANAS plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Spanje:
de heer José BLANCO minister van Infrastructuur en Vervoer

Frankrijk:
de heer Dominique BUSSEREAU staatssecretaris, belast met Vervoer, toegevoegd aan de minister van Ecologie, Energie, Duurzame Ontwikkeling en de Zee

Italië:
de heer Altero MATTEOLI minister van Vervoer en Infrastructuur

Cyprus:
mevrouw Erato KOZAKOU-MARCOULLIS minister van Communicatie en Openbare Werken

Letland:
mevrouw Lelde LICE-LICITE plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Litouwen:
de heer Raimundas KAROBLIS plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Luxemburg:
de heer Claude WISELER minister van Duurzame Ontwikkeling en Infrastructuur

Hongarije:
de heer Lajos CSEPI staatssecretaris, ministerie van Verkeer, Telecommunicatie en Energie

Malta:
de heer Austin GATT minister van Infrastructuur, Vervoer en Communicatie

Nederland:
de heer Camiel EURLINGS minister van Verkeer en Waterstaat

Oostenrijk:
mevrouw Doris BURES minister van Verkeer, Innovatie en Technologie

Polen :
de heer Tadeusz JARMUZIEWICZ staatssecretaris, ministerie van Infrastructuur

Portugal:
de heer António MENDONÇA minister van Openbare Werken, Vervoer en Communicatie

Roemenië :
de heer Radu Mircea BERCEANU minister van Vervoer

Slovenië:
de heer Igor JAKOMIN staatssecretaris, ministerie van Vervoer

Slowakije:
de heer ?ubomír VÁ?NY minister van Vervoer

Finland:
mevrouw Anu VEHVILÄINEN minister van Verkeer

Zweden:
de heer Leif ZETTERBERG staatssecretaris, ministerie van Ondernemingen, Energie en Verkeer

Verenigd Koninkrijk:
Lord ADONIS onderminister van Verkeer

Commissie:
de heer Siim KALLAS vicevoorzitter

BESPROKEN PUNTEN

reactie van de EU op de gevolgen van de vulkanische aswolk voor het luchtverkeer

De vervoersministers van de Unie hielden een gedachtewisseling over de gevolgen van de verstoringen van het luchtverkeer door de vulkaanuitbarsting in IJsland en de maatregelen die genomen moesten worden.

Het debat in de Raad was gebaseerd op een informatieve nota waarin de Commissie de impact van de crisis analyseert, en een aantal onmiddellijke structurele maatregelen voorstelt.

De Raadsbesprekingen leidden tot de volgende conclusies:

"Rekening houdend met de ernst van de situatie die het gevolg is van de eruptie van de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull, de gevolgen voor het beheer van het Europese luchtruim en de huidige ontwikkelingen,

Ervan uitgaande dat veiligheid de eerste prioriteit in de luchtvaart is, en zowel de consument als de sector de zekerheid moet hebben dat het luchtverkeer in geheel Europa volgens uniforme regels plaatsvindt, met inachtneming van de strengste veiligheidsnormen,

Uit recente ervaringen afleidende dat er een accurater systeem met meetgegevens en modellen nodig is om de invloed van een aswolk op de toestand van het luchtruim beter te kunnen beoordelen,

Rekening houdend met de internationale dimensie van de crisis en de behoefte aan een internationaal beheer om dergelijke crisissituaties het hoofd te bieden,

Rekening houdend met de informatie van de Commissie over de gevolgen van de vulkanische aswolk voor de luchtvaartsector, en de maatregelen om de effecten te verlichten,

stemt de Raad in met het volgende:


1. tijdens de volgende zitting van de Raad Vervoer moet er een nieuwe Europese methode en een coherente aanpak ontwikkeld worden voor een veiligheidsrisicobeoordeling en een risicobeheer voor het sluiten en weer openen van het luchtruim wanneer er as in de lucht zit of zich natuurrampen of andere gevaarlijke situaties voordoen; hij neemt nota van de bereidheid van de lidstaten om in de tussentijd de adviezen van Eurocontrol op te volgen, rekening houdend met de technische ontwikkelingen en de deskundigheid van de VAACS (Volcanic Ash Advisory Centers);


2. de voor de vliegveiligheid verantwoordelijke autoriteiten moeten onverwijld bindende limietwaarden voor de EU vaststellen die duidelijk de veiligheidsmarges bepalen voor motoren en luchtvaartuigen, wat het gevaar voor vulkanische as betreft;


3. hij is verheugd dat de Commissie een werkgroep van internationale deskundigen opricht om technologische en methodologische instrumenten te inventariseren en een routekaart voor onderzoek en technologie uit te tekenen zodat de modernste en deugdelijkste instrumenten snel en regelmatig voorhanden zijn om de juiste beslissingen te kunnen nemen. In deze context pleit de Raad voor een EU-initiatief hieromtrent met het oog op de algemene vergadering van de ICAO in september 2010;


4. de hoogste prioriteit moet gegeven worden aan een snellere, eerdere en volledige totstandbrenging van één Europees luchtruim. Hij roept de Europese instellingen en de lidstaten op dringend de nodige beslissingen te nemen over een serie maatregelen die de Commissie heeft voorgesteld:


5. de onmiddellijke oprichting van een crisiscoördinatiecentrum,


6. de onmiddellijke benoeming van de coördinator voor functionele luchtruimblokken,


7. de versnelde invoering van de functionele luchtruimblokken,


8. de benoeming, vóór eind 2010, van de beheerder van het Europese netwerk,


9. de aanneming, vóór de zomer van 2010, van de prestatieregeling,


10. een snellere overdracht, vóór 2012, van nieuwe bevoegdheden aan de EASA, met name wat ATM betreft,


11. de aanneming, vóór eind 2010, van de strategie voor de toepassing van SESAR;


12. er moet een degelijk geïntegreerd Europees vervoerssysteem komen waarin de verschillende vervoerswijzen in nauwe samenwerking functioneren; hij is blij met het voornemen van de Commissie om concrete voorstellen te doen voor mobiliteitsplannen die de lidstaten moeten uitvoeren als zich in de EU plotseling een vervoerscrisis voordoet;


13. de verordeningen inzake de rechten van vliegtuigpassagiers zijn bij een dergelijke crisis onverkort van toepassing en worden op eenvormige wijze gehandhaafd, rekening houdend met de uitzonderlijke omstandigheden. De Raad verzoekt de Europese Commissie bij de huidige herziening van Verordening (EG) nr. 261/2004 rekening te houden met de ervaring en inbreng van alle partijen die bij een aswolkcrisis betrokken zijn;


14. de Raad wijst op het bestaande rechtskader (artikel 107, lid 2, punt b) van het VWEU) dat geldt voor eventuele steunmaatregelen van de lidstaten;


15. hij neemt nota van de beslissing van de Commissie om voor alle betrokken partijen op Europees niveau een Platform voor de Luchtvaart op te richten dat de crisismaatregelen volgt en dat bij alle initiatieven die van belang zijn voor de sector, nauw samenwerkt met alle luchtvaartactoren;


16. hij verzoekt de Commissie om de situatie samen met Eurocontrol en de nationale autoriteiten op de voet te volgen;


17. hij verzoekt ten slotte de Commissie een verslag voor te leggen dat op 24 juni 2010 door de Raad besproken kan worden."

De EU-vervoersministers hadden de verstoringen van het luchtverkeer reeds op 19 april tijdens een informele video/audioconferentie besproken. Geconfronteerd met een luchtverkeer dat in het grootste gedeelte van Europa lamgelegd was door beperkingen om veiligheidsredenen, stemden zij in met een geleidelijke, gecoördineerde heropening van het Europese luchtruim, maar onderstreepten zij daarbij dat de veiligheid een absolute prioriteit is. De ministers besloten uitgaande van een technische analyse door de Europese organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart (EUROCONTROL) tot een gezamenlijke regeling die drie zones omschrijft: een zone bij de aspluim waar niet gevlogen mag worden, een zone met een lage asconcentratie waarvoor de lidstaten bepaalde vliegrestricties mogen opleggen, en een asvrije zone waarvoor geen beperkingen gelden. Deze gezamenlijke regeling is met ingang van 20 april van toepassing.

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

Geen