Woonbond
19-05-2010
Eerste Kamer over het kraakverbod
Het wetsvoorstel Kraken en Leegstand (kraakverbod) lijkt zonder veel
weerstand door de elementaire heroverweging van de Eerste Kamer heen te
komen. Toch konden de initiatiefnemers van het wetsvoorstel (Ten
Hoopen, Slob en Van der Burg) tijdens het plenaire debat op 18 mei
wederom niet aantonen dat kraken op dit moment een zodanig en urgent
probleem is in Nederland dat een wet nodig is om van kraken een
misdrijf te maken. Van het leegstandsonderdeel van de wet verwachten de
Eerste Kamerleden vooral meer bureaucratie.
Geen verharding
Verschillende Eerste Kamerfracties refereerden in het debat aan het
VU-rapport Kraken in Amsterdam anno 2009, dat tegenspreekt dat er
sprake is van verharding binnen de krakerswereld. Het rapport maakt
tevens gewag van een zeer opvallende daling van het aantal krakers (het
aantal krakers zou de afgelopen twintig jaar met 80 procent zijn
afgenomen) en stelt dat kraken nog steeds een primaire relatie heeft
met woningnood. Het CDA vroeg om een reactie hierop.
Wetsindiener Ten Hoopen (CDA) zei dat de krakersbeweging een beweging
blijft zonder democratische legitimatie die zich aan eigenrichting
schuldig maakt. Kennelijk vond hij het volgende treffend in dit
verband: Het VU-rapport beschrijft duidelijk hoe dienst en wederdienst
de smeerolie van de kraakbeweging vormen Daarbij maken krakers hun
eigen afweging, los van wat democratisch is besloten. Zo kan het
gebeuren dat krakers zich verzetten tegen de komst van koopwoningen om
een wijk te revitaliseren, omdat zij een ander wereldbeeld aanhangen
dan de verantwoordelijke wethouder of wethouders.
Verschillende fracties stelden vragen over de plotselinge
strafmaatverhoging op kraken (van 4 maanden naar een jaar) en D66 kon
zich in dat opzicht niet aan de indruk onttrekken dat de strafmaten
zijn verhoogd in ruil voor politieke steun (van de PVV, red). Hierop
kwam geen reactie van de wetsindieners.
Geen overgangsregeling
Het wetsvoorstel voorziet niet in een overgangsregeling voor huidige
kraakpanden en zittende krakers. Als de wet van kracht wordt, worden
zittende krakers van de een op de andere dag strafbaar. Het komt niet
zelden voor dat er al jarenlang in een kraakpand wordt gewoond, soms
meer dan tien of twintig jaar. De PvdA veronderstelde dat, indien zon
geval voor het Europese Hof wordt gebracht, dat wel eens tot problemen
zou kunnen leiden. Volgens GroenLinks is er zonder overgangsrecht geen
sprake van een voldoende kenbare en voorzienbare strafbaarstelling,
naar de maatstaven van artikel 7 van het Europees Verdrag tot
bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
Minister van Justitie Hirsch Ballin maakte zich hier geen zorgen over.
Leegstandsbeleid
Wetsindiener Van der Burg (VVD) toonde aan dat er alle reden is om
beleid op leegstand te gaan voeren omdat er o.a. 6 tot 8 miljoen m2
kantoorruimte leeg staat (1 januari 2010) waarvan de helft al meer dan
3 jaar. Zij suggereerde dat gemeenten een meldpunt voor leegstand maken
waar wat haar betreft ook mensen en clubs kunnen melden dat zij een
huisvestingsbehoefte hebben. Haar partijgenoot in de Eerste Kamer
Hofstra had zijn twijfels bij de voorgestelde leegstandsmaatregelen.
Hij deed twee suggesties voor alternatieven: De eerste is het flink
versoberen van het huurrecht. En de tweede is het beperken van de
bouwvoorschriften. Minister Van Middelkoop (Defensie en WWI) kon zich
in dat eerste niet echt vinden.
De PvdA wilde weten waarom de fiscale aftrekbaarheid van leegstand niet
in het wetsvoorstel was opgenomen. Daardoor zijn de kosten van
leegstand aftrekbaar van de belasting en voelt de eigenaar die
leegstand nauwelijks in zijn portemonnee. Van der Burg antwoordde dat
dat meer een straf zou zijn terwijl leegstand niet altijd verwijtbaar
is en dat het wat te ver ging om ook nog fiscale maatregelen in het
wetsvoorstel op te nemen. Minister Van Middelkoop zegde uiteindelijk
toe na te gaan wat de effecten zijn van die fiscale aftrekbaarheid van
leegstand.
Antikraak
Over antikraak en de rechtspositie van antikraakbewoners stelden bijna
alle fracties opnieuw vragen. En opnieuw verwezen de wetsindieners naar
het keurmerk dat de antikraakbranche binnenkort zal presenteren. De
eerste concepten van dat keurmerk doen echter vermoeden dat het
keurmerk de huidige gang van zaken in de antikraaksector gaat
normaliseren, in plaats van de rechtspositie van antikraakbewoners te
verbeteren. Ook de beide ministers lieten weten er op te vertrouwen dat
zelfregulering de misstanden in de antikraaksector zal gaan voorkomen.
Van Middelkoop zegde toe een reactie op het keurmerk te zullen geven en
het in de Tweede Kamer te zullen bespreken. Minister Hirsch Ballin
voegde er aan toe in elk geval geen voorstander te zijn van het opnemen
van antikraakovereenkomsten in het Burgerlijk Wetboek (boek 7A).
Toch een meerderheid
Ondanks de kritiek op het rammelende wetsvoorstel tekende zich in de
Eerste Kamer een meerderheid af voor het kraakverbod. De VVD (14
zetels) en het CDA (21 zetels) waren positief en ook de ChristenUnie (4
zetels) en de SGP (2 zetels) lieten weten zeker voor te zullen stemmen.
Daarmee zou het voorstel in de senaat in elk geval aan een meerderheid
van 41 zetels komen. Op 1 juni wordt er over gestemd. Wat minister
Hirsch Ballin betreft, zou het wetsvoorstel voor of op 1 oktober 2010
van kracht kunnen zijn.
Lees hier het stenoverslag van het plenaire debat.
Zie het origineel