Universiteit van Amsterdam


Promotie: Bestraffing abortus in vroege middeleeuwen niet eenduidig


Promotie Geschiedenis

woensdag 19 mei, 12.00 uur

De visie op toelaatbaarheid van abortus was in de vroege middeleeuwen, net als nu, niet eenduidig. Marianne Elsakkers onderzocht hoe toen abortus werd gepleegd, waarom het werd gedaan, wie er kennis over bezat, wie ervoor verantwoordelijk was en wie verantwoordelijk werd gehouden. Om op deze vragen een antwoord te krijgen bestudeerde ze Oudgermaanse en vroegchristelijke wetteksten. Deze teksten tonen dat onderscheid werd gemaakt tussen gewelddadige abortus, dat wil zeggen, onvrijwillige abortus die door een derde wordt veroorzaakt, en vrijwillige abortus door de moeder. Vrijwillige abortus werd gepleegd om een ongewenste zwangerschap te onderbreken of werd gehanteerd als een methode van anticonceptie. Zowel vrijwillige als gewelddadige abortus vonden plaats en beide werden bestraft, maar niet altijd op dezelfde wijze en in dezelfde mate. In sommige teksten werd de foetus als deel van het lichaam beschouwd en werd abortus opgevat als 'verwonding' van het lichaam van de vrouw. In an dere, met name de christelijke teksten, werd de foetus als menselijk wezen beschouwd en werd abortus bestraft als moord. Soms werd onderscheid gemaakt tussen vroegtijdige en late abortus. Het verschaffen van abortiva werd bestraft, omdat deze werden geclassificeerd als gevaarlijke gifsoorten. Uit het onderzoek van Elsakkers blijkt dat verschillend werd gedacht over de toelaatbaarheid van abortus, en dat in de vroege middeleeuwen de hoofdverantwoordelijkheid bij de vrouw lag. Mw. M.J. Elsakkers: Reading Between the Lines. Old Germanic and Early Christian Views on Abortion. Promotoren zijn mw. prof. dr. M.F. Gijswijt-Hofstra en dhr. prof. dr. T. Hofstra (RUG).
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.




Universiteit van Amsterdam