'Lijst Zembla' stelt OM ten onrechte in kwaad daglicht
20 mei 2010 - Openbaar Ministerie
Op 31 januari 2010 is er door het televisieprogramma Zembla met de
aflevering `Officieren van justitie in de fout' een beeld gecreëerd van
officieren van justitie die doelbewust bewijs zouden hebben vervalst en
doelbewust ontlastend bewijs voor de rechter en de verdediging zouden
hebben achtergehouden. Zembla toonde in het programma een lijst van
`falende' officieren van justitie die op de site van Zembla werd gezet.
Door fouten van het OM zouden 150 verdachten van moord, doodslag,
kinderporno en mensenhandel vrijuit zijn gegaan. Voor de betrokken
officieren zou een en ander geen personele consequenties hebben gehad.
Het Wetenschappelijk Bureau van het OM (WBOM) dat de lijst heeft
onderzocht, concludeert dat voor deze stellingen van Zembla geen grond
bestaat.
Het College van procureurs-generaal stelt vast, dat Zembla met de
betreffende uitzending een onjuist beeld van het OM en zijn medewerkers
heeft gecreëerd. Hierdoor zijn met naam vermelde officieren van
justitie in hun integriteit geschaad en is het OM als organisatie ten
onrechte in een kwaad daglicht gesteld.
Conclusie WBOM
De stellingen van Zembla zijn gebaseerd op een door het programma
samengestelde lijst waarop 96 zaken zijn vermeld waarin in een periode
van ruim tien jaar een officier van justitie een `fout' zou hebben
gemaakt. Het College van procureurs-generaal heeft voorafgaand aan de
opnames geen inzage in deze lijst gekregen en heeft direct na de
uitzending het WBOM gevraagd `de juistheid van de verwijten die aan het
OM of aan een individuele OM-functionaris werden gemaakt' te
onderzoeken.
Uit dit onderzoek blijkt, dat het verwijt dat officieren van justitie
doelbewust ontlastend bewijsmateriaal achterhouden en doelbewust
bewijsmateriaal vervalsen, onjuist is. Dat geldt ook voor het verwijt
dat door fouten van officieren 150 verdachten van moord, doodslag,
kinderporno en vrouwenhandel op vrije voeten zijn gekomen.
Verder ligt het aantal zaken, waarbij een officier van justitie een
verzuim valt aan te rekenen, beduidend lager dan Zembla in zijn lijst
van 96 zaken stelt. Binnen de onherroepelijk zaken betreft dit
uiteindelijk zeventien zaken, waarvan in vijf zaken de rechter geen
gevolg verbond aan het verzuim. Van de resterende twaalf zaken ligt in
drie gevallen de oorsprong van het verzuim buiten het OM. Het algemene
verwijt dat Zembla ten aanzien van officieren van justitie maakt, is
dan ook ongegrond. Dit geldt ook voor het verwijt dat officieren die
fouten maken promotie krijgen.
Onderzoek WBOM
De minister van Justitie heeft het onderzoeksrapport op 20 mei naar de
Tweede Kamer gestuurd. Om de objectiviteit van het onderzoek te borgen,
is het onderzoek begeleid door de hoogleraren P.A.M. Mevis (Rotterdam)
en Th. de Roos (Tilburg).
Na het filteren van:
* dubbel vermelde zaken,
* en zaken waarbij de rechter geen negatief oordeel velde over de
werkwijze van het OM, danwel volgens het WBOM sprak was van:
o een normaal verschil van juridisch inzicht,
o een normaal verschil van waardering van bewijs
of
o een proefproces,
blijven er 59 zaken over. Van die 59 zaken zijn er 36 onherroepelijk,
wat wil zeggen dat de rechter in deze zaken tot een definitief
eindoordeel is gekomen.
Van deze 36 zaken is er in zeventien zaken volgens het WBOM sprake van
een verzuim dat weliswaar formeel aan het OM wordt toegeschreven, maar
waarvan de oorsprong ligt in het handelen van de politie.
In negentien van de 36 onherroepelijke zaken is er volgens het WBOM
sprake van een verzuim dat zijn oorsprong vindt in het handelen van het
OM zelf.
Omdat Zembla de officieren van justitie persoonlijke verwijten maakt,
heeft het WBOM ook dat beoordeeld. Het komt tot het oordeel dat in
zeventien van de 36 onherroepelijke zaken - over een periode van ruim
tien jaar - de officier mede een verwijt treft voor het verzuim. In
vijf van de zeventien zaken verbond de rechter geen gevolg aan het
verzuim. In twee zaken leidde het tot strafvermindering en in tien
zaken tot een niet-ontvankelijkheid van het OM. Van deze twaalf zaken
lag in drie gevallen de oorsprong van het verzuim bij het handelen van
de politie.
Maatregelen
Onnodig vaak worden in de lijst officieren van justitie persoonlijk
verwijten gemaakt voor een verzuim, waarvan valt aan te nemen dat het
een organisatorische component kent of dat de oorsprong ervan buiten
het OM ligt.
Een verzuim kan de leiding van het OM aanleiding geven tot personele
maatregelen. Als er sprake is van verwijtbaar plichtsverzuim kan onder
omstandigheden een disciplinaire maatregel worden opgelegd. Daartoe
werd in drie zaken besloten.
Aandacht voor kwaliteit
Het OM als kennisorganisatie kent permanent kwaliteitsprogramma's,
zowel op het gebied van de primaire processen (dat is de
administratief-organisatorische kant van de afdoening van zaken) als op
het terrein van kennis en vaardigheden. Sinds 2006 is onder meer het
Programma Versterking Opsporing en Vervolging (PVOV) in werking waarmee
ontwikkelingen in gang gezet zijn om de kwaliteit van het OM als
organisatie en de professie van de officieren van justitie te
versterken.
Het rapport van het WBOM onderstreept nog eens dat in het buitengewoon
complexe werk van politie en OM, dat onder hoge druk wordt uitgevoerd,
fouten worden gemaakt. Fouten die diep ingrijpen bij degenen wie het
aangaat. Sommige van die fouten kunnen en moeten vermeden worden.
Het is beleid van het OM om in die gevallen waarin mogelijk sprake is
van verzuim, (post-incident) een onderzoek in te stellen en te kijken
hoe herhaling kan worden voorkomen. In vijf zaken die voorkomen op de
Zembla-lijst was door het College al een onderzoek ingesteld naar de
gang van zaken. De rapportages over twee van de vijf zaken (Sierra en
Tom Poes) heeft de minister tegelijk met het onderzoeksrapport van het
WBOM aan de Kamer gestuurd.
In een relatief groot aantal zaken waarin het WBOM een verzuim bij het
OM constateert, zijn geheimhoudersgesprekken (tussen verdachte en zijn
advocaat) ten onrechte niet vernietigd. Dit betreft een complexe
problematiek, mede ingegeven door in de praktijk moeilijk uitvoerbare
regelgeving. Inmiddels is er op initiatief van het OM onder meer een
principeakoord bereikt tussen alle betrokken partijen, waaronder de
Nederlandse Orde van Advocaten, over een systeem van nummerherkenning.
In de toekomst zullen geheimhoudersgesprekken automatisch worden
herkend en uitgefilterd, zodat het probleem veel minder zal voorkomen.
OM-tv
Op OM-tv komen Harm Brouwer, de voorzitter van het College van
procureurs-generaal, Gert Haverkate, de directeur van het WBOM en Theo
de Roos, als hoogleraar betrokken bij de totstandkoming van het
rapport, aan het woord over het onderzoek naar de Zembla-lijst.
Bestanden
* Zembla-rapport WBOM (2 Mb) | pdf-icoon pdf-bestand
* Samenvatting (58.6 Kb) | pdf-icoon pdf-bestand
* Aanbiedingsbrief (84.92 Kb) | pdf-icoon pdf-bestand
* Rapport Sierra (181.9 Kb) | pdf-icoon pdf-bestand
* Rapport Tom Poes (124.27 Kb) | pdf-icoon pdf-bestand
Zie het origineel
Openbaar Ministerie