Kamerbrief over grootschalige meldingen van dierenleed
20 mei 2010 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen over het bericht dat Nederland
in de top 10 staat van landen waar veel dierenleed voorkomt. De
minister heeft te weinig informatie om te reageren op de top 10.
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, de antwoorden op de Kamervragen van het lid Thieme (PvdD)
over het bericht dat Nederland opnieuw is gestegen op de lijst van landen waar
meldingen over dierenleed grootschalig voorkomen.
1
Kent u het bericht ''Nederland in top tien dierenleed''(1)?
Ja, inmiddels wel.
2
Deelt u de mening dat het feit dat twee onderdelen van het Koninkrijk voorkomen
in de top tien beschamend is? Zo nee, waarom niet?
5
Bent u het eens met de signalering van de Stichting Dierenhulp, zo nee, waarom
niet?
Ik maak mij sterk voor dierenwelzijn en er zouden geen meldingen over dierenleed
in Nederland moeten zijn. Het ontbreekt echter aan voldoende informatie om
valide uitspraken te doen over deze top tien. Stichting Dierenhulp heeft
aangegeven, dat er geen onderzoeksrapport ten grondslag ligt aan de ranglijst.
De stichting heeft zelf meldingen geteld op basis waarvan de rangorde is bepaald.
Volgens de stichting komen de meldingen voor meer dan 95% van Nederlanders,
al dan niet op vakantie in de landen die in de top tien staan vermeld. De plaats
van Nederland op deze top tien lijkt daarmee in ieder geval en in zekere mate
bepaald door het feit dat de respondenten grotendeels uit Nederland afkomstig
zijn.
3
Bent u van mening dat de stijging van Nederland op de lijst eerder samenhangt
met een vergroot bewustzijn en vergrote meldingsbereidheid onder burgers van
gesignaleerd dierenleed, of door een hogere incidentie van dierenleed of een
combinatie daarvan?
Ook voor deze vraag geldt dat de onderzoeksmethode van de Stichting Dierenhulp
te weinig informatie biedt om de oorzaak van de gestelde stijging te kunnen
beoordelen. De Stichting Dierenhulp zelf schrijft de toename van de door haar
getelde meldingen toe aan grotere bewustwording bij de burger en het
toegenomen gebruik van communicatiemiddelen. Ten algemene kan worden
gesteld dat het bewustzijn van de burger in Nederland voor het welzijn van dieren
toeneemt.
4
Bent u bereid, zowel in de overzeese gebiedsdelen als in eigen land, actief te gaan
werken aan het verbeteren van de positie op het gebied van het welzijn van
dieren? Zo niet, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
In de Nota Dierenwelzijn heb ik uiteengezet hoe ik in Nederland verder aan
verbetering van het dierenwelzijn wil werken. Ik heb daarover veelvuldig met u
van gedachten gewisseld. De Nederlandse wetgeving op het gebied van
dierenwelzijn is niet op de Nederlandse Antillen van toepassing. De Nederlandse
Antillen zijn met betrekking tot dierenwelzijn autonoom.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit