Nederlands kunstvakonderwijs staat er goed voor
20/05/2010 21:28
Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie
Het kunstvakonderwijs in Nederland staat er goed voor. Dat is de voornaamste conclusie van een analyse door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) van 52 opleidingen in de disciplines Autonome Beeldende Kunst, Vormgeving, Dans, Theater en Muziek. De kunstvakopleidingen onderscheiden zich door een beroepsgerichte aanpak, het stimuleren van de individuele artistieke ontplooiing en de vaktechnische bekwaamheid.
NVAO-voorzitter Karl Dittrich: "Er zijn natuurlijk ook verbeterpunten aan het licht gekomen. De voorbereiding op het ondernemerschap en de formele betrokkenheid van de alumni en het beroepenveld kunnen beter. Ook kunnen de opleidingen het theorieonderwijs en de onderzoekscomponent versterken."
Sectorplan
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft de NVAO vorig jaar gevraagd om aan de hand van bestaande visitatierapporten een analyse te maken van het kunstvakonderwijs in Nederland en inzicht te verstrekken in de trends en ontwikkelingen op dit terrein. Het rapport fungeert tevens als referentiekader voor de commissie Dijkgraaf die een adviserende rol vervult in het formuleren van een sectorplan door de HBO-raad en de beoordeling daarvan door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Het rapport wordt op 16 september 2010 gepresenteerd op een NVAO-seminar voor het kunstvakonderwijs over onderzoek en ondernemerschap. De gastsprekers zijn onder meer Koen Brams, Henk Slager en Alexander Beets.
Vijf thema's
De 52 visitatierapporten werden bekeken op basis van vijf thema's - "voorbereiding op de beroepspraktijk", "profilering", "instroom", "systematische actualisering" en "trends en ontwikkelingen" - die in aparte deelrapporten voor iedere discipline zijn belicht.
Uit de thematische conclusies blijkt dat de voorbereiding op de beroeps-praktijk en profilering overwegend positief scoren. Diversiteit en een eigen identiteit staan voorop in de opleidingen. De opleidingen zijn competentiegericht en ze brengen de studenten in aanraking met de realiteit van de gemengde beroepspraktijk bijvoorbeeld via praktijkopdrachten en stages. Daarnaast wordt de inbreng van de lectoraten steeds groter. Aandachtspunt is een efficiënte scholing in het ondernemerschap. Bovendien kan de verbinding tussen theorie en praktijk soms beter. Verder vereisen de actualiteit en de verdieping van het theorieonderwijs continu aandacht.
Dat geldt ook voor de verdere uitbouw van de onderzoekscomponent.
Het instroombeleid voor kunstvakopleidingen is streng en zorgvuldig. Hierdoor is de kwaliteit van de studenten hoog.
Bij de systematische actualisering van het kunstvakonderwijs spelen de (gast)docenten een cruciale rol. Zelf bijna allemaal actief in de kunstsector, beschikken zij over een uitgebreid netwerk waardoor studenten vlot kennismaken met het werkveld en de actuele ontwikkelingen. Daarentegen is de betrokkenheid van de alumni en het beroepenveld een aandachtspunt voor alle disciplines. De contacten zijn vaak informeel en garanderen geen gestructureerde input van buitenaf.
Het gebruik van nieuwe (media)technieken, de vergaande inter-disciplinariteit, de toenemende inbedding in maatschappelijke thema's,
de brede samenwerkingsverbanden en de sterke internationale gerichtheid zijn binnen het kunstvakonderwijs de meest voorkomende trends en ontwikkelingen.
EINDE

http://www.nvao.net/nieuws/2010/358