Raad van State
donderdag 20 mei 2010
Zitting over het besluit van het college van gedeputeerde staten van
Noord-Brabant waarbij het bestemmingsplan "Reparatieherziening
Buitengebied" van de gemeente Oosterhout deels is goedgekeurd en
waaraan deels goedkeuring is onthouden. In het gebied bevindt zich een
aantal glastuinbouwbedrijven. De gemeenteraad van Oosterhout wil niet
dat er nieuwe bedrijven bij komen of dat bestaande bedrijven zich
uitbreiden. Volgens de gemeenteraad zou daarmee de landschappelijke
waarde van het gebied worden aangetast. Het provinciebestuur is van
mening dat er wel een mogelijkheid zou moeten zijn dat bedrijven kunnen
uitbreiden en heeft dan ook op dat punt goedkeuring onthouden aan het
plan van de gemeente. De gemeenteraad is het niet eens met het besluit
van de provincie en komt hiertegen in beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Naast de gemeenteraad komen
nog een aantal inwoners van Oosteind, een paar bedrijven, een
recreatiecentrum en de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie in
beroep bij de Raad van State. Zij zijn het om uiteenlopende redenen ook
niet eens met het besluit van de provincie. Het recreatiecentrum
bijvoorbeeld wil graag in de toekomst kunnen uitbreiden, maar het
provinciebestuur is daar op tegen. (zaaknummer 200903145/1)
10.30 uur
Zitting over de vaststelling door de gemeenteraad van Roosendaal van
het bestemmingsplan "Moskee Burgemeester
Schneiderlaan/Kortendijksestraat". Het bestemmingsplan maakt de bouw
van een moskee mogelijk op die locatie. Een echtpaar dat naast de
geplande locatie woont, heeft bezwaren tegen de komst van de moskee en
is tegen het bestemmingsplan in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het echtpaar vreest
aantasting van het woongenot, geluidsoverlast en verkeersoverlast. In
afwachting van een definitieve uitspraak van de Raad van State,
verzoekt het echtpaar de Raad van State om het besluit van de gemeente
voorlopig te schorsen. (zaaknummer 200910161/2)
Zitting over een geschil tussen een echtpaar uit Gorredijk en de
gemeente Opsterland. Het geschil gaat over een zogenoemd
voorbereidingsbesluit dat het college van burgemeester en wethouders
van Opsterland heeft genomen om het bestemmingsplan "Landelijk Gebied"
te herzien. Dit is volgens de gemeente nodig om een gastenverblijf met
kookstudio en coachingbureau te realiseren binnen een bestaande woning
en schuur in de gemeente. Ook worden een kleinschalige camping en een
aanlegsteiger op dit perceel gevestigd. Het echtpaar is het niet eens
met het besluit van de gemeente en is in hoger beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In afwachting van
een definitieve uitspraak van de Raad van State, verzoekt het echtpaar
de Raad van State om het besluit van de gemeente voorlopig te schorsen.
(zaaknummer 201003258/2)
Zitting over de sluiting door de burgemeester van Roosendaal van een
kledingwinkel aan de Molenstraat voor een periode van vijf jaar. De
burgemeester is hiertoe overgegaan, nadat meerdere keren is
geconstateerd dat er vanuit de winkel softdrugs werden verkocht. De
exploitant heeft tegen de sluiting door de burgemeester beroep
ingesteld bij de rechtbank in Breda. De rechtbank heeft in november
2009 de exploitant in het gelijk gesteld. Weliswaar vond de rechtbank
dat de burgemeester bevoegd was om de winkel te sluiten voor zo'n lange
periode, maar had hij hier in dit geval van af moeten zien. De
overtreding die uiteindelijk aanleiding heeft gegeven tot de sluiting
is volgens de rechtbank slechts enkele uren na de waarschuwing aan de
exploitant begaan. Volgens de rechtbank heeft hij dus nauwelijks de
tijd gehad om adequate maatregelen te treffen. Daarbij opgeteld dat na
die tijd geen overtredingen meer zijn gesignaleerd, vond de rechtbank
dat de burgemeester de sluiting in redelijkheid niet heeft kunnen
bevelen. De rechtbank heeft het besluit van de burgemeester dan ook
herroepen. De burgemeester is het niet eens met de uitspraak van de
rechtbank en komt hiertegen in hoger beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer 200910265/1)