Wageningen Universiteit en Researchcentrum
21 mei 2010
Nummer: 026
Gezamenlijk Persbericht van Wageningen Universiteit en De
Vlinderstichting
In ruim tien jaar tijd is het bloemenaanbod in Nederland met 34 procent
afgenomen. Dit biedt een nieuwe verklaring voor de aanhoudende
achteruitgang van dagvlinders en andere bestuivende insecten in
Nederland.
In het zojuist verschenen nummer van het tijdschrift De Levende
Natuur worden voor het eerst resultaten gepresenteerd van
veranderingen in de bloemenrijkdom in het Nederlandse landschap. Deze
veranderingen worden in verband gebracht met de afname van dagvlinders.
Het onderzoek is uitgevoerd door Dr. Ir. Michiel Wallis de Vries â
bijzonder hoofddocent aan het Laboratorium voor Entomologie van
Wageningen University en tevens werkzaam bij De Vlinderstichting â in
samenwerking met de coördinator van het Landelijk Meetnet Dagvlinders,
Chris van Swaay - De Vlinderstichting - en Calijn Plate van het
Centraal Bureau voor de Statistiek. Via Wageningen Universiteit wordt
gezocht naar de mechanismen die de veranderingen in vlinderaantallen
kunnen verklaren.
Vlinderrijkdom
De gegevens zijn door enige honderden vrijwilligers verzameld langs in
totaal 388 vlinderroutes. Bloemen en vlinders werden zowel in 1994-1995
als in 2007-2008 geteld. Het aantal bloemen nam in die periode af met
34 procent en het aantal vlinders met 28 procent. De vlinderrijkdom
bleek sterk samen te hangen met het totale bloemenaantal, in het
bijzonder met distels en met knoopkruid. Juist de soorten die sterk op
de bloemenrijkdom reageren zijn in aantal achteruit gegaan. Dat betreft
ook betrekkelijk gewone soorten als het zwartsprietdikkopje (meer dan
75 procent afgenomen) en de argusvlinder (bijna 90 procent afgenomen).
Landelijk verschijnsel
De afname van bloemen en vlinders blijkt een landelijk verschijnsel te
zijn. De verschillen tussen regioâs en tussen landbouw en natuurgebied
zijn kleiner dan verwacht. De oorzaken lijken gezocht te moeten worden
in de toegenomen productiviteit van de vegetatie, waardoor
nectarplanten worden weggeconcurreerd, en mogelijk ook in een
veranderde uitvoering van het maaibeheer, waarbij het maaisel minder
vaak wordt afgevoerd.
Verhoging van de bloemenrijkdom kan het tij doen keren. Dit is mogelijk
door het bevorderen van voedselarme milieus en het toelaten van
tijdelijke ruigten â daar kan zowel in het beleid als in de uitvoering
meer aan worden gewerkt. Niet alleen vlinders, maar ook bijvoorbeeld
bijen hebben daar baat bijâ en natuurlijk ziet het er ook voor de mens
aantrekkelijker uit!
Het onderzoek werd mogelijk gemaakt dankzij financiële bijdragen van
het Prins Bernhard Cultuurfonds en van natuurbeheerders
Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten, de duinwaterbedrijven
PWN, DZH en Waternet â en dankzij de inzet van honderden vrijwillige
waarnemers.