Rijksvoorlichtingsdienst
Het Koninklijk Huis

Toespraak van Prinses Máxima, bij de uitreiking van de Appeltjes van Oranje, Den Haag, 21 mei 2010

Majesteit, excellenties, dames en heren

Hartelijk welkom bij het jaarlijkse feest van de uitreiking van de Appeltjes van Oranje.

Om te beginnen wil ik mijn schoonmoeder, onze Koningin, hartelijk danken voor haar gastvrijheid, waardoor we dit feest elk jaar in deze prachtige omgeving kunnen vieren. Ik verheug mij altijd op deze bijeenkomst, omdat er altijd zo'n vrolijke stemming heerst. De genomineerden en de drie winnaars: iedereen is blij. Fijn dat u er bent!

Het is vandaag voor het Oranje Fonds wel een bijzondere dag. Want zoals hij zelf net al zei: Hans Wijers is hier vandaag voor de laatste keer als voorzitter aanwezig. Daar wil ik graag even bij stilstaan. Hans Wijers is immers de eerste voorzitter van ons Fonds en het was destijds wel dapper van hem om voorzitter te willen worden van een Fonds dat nog niet eens bestond en zich nog helemaal moest bewijzen. Mijn man en ik hebben als beschermpaar van het Oranje Fonds veel aan hem te danken, want mede door zijn inzet en toewijding is het Oranje Fonds nu het grootste fonds op sociaal gebied in Nederland. Mede namens mijn man: heel veel dank! Uw opvolger Roger van Boxtel wens ik uiteraard veel succes; ik ben er zeker van dat we goed zullen samenwerken.

Vandaag zijn we voor de achtste keer bij elkaar voor de uitreiking van de Appeltjes van Oranje en dit jaar hebben we één thema gekozen. De kracht van sport - een thema dat mijn man en mij zeer na aan het hart ligt.

Want sport heeft - en geeft - inderdaad een enorme kracht. Het geeft ontspanning aan wie een druk bestaan leidt. Het is gezond voor lichaam en geest, want terwijl je lichaam zich inspant wordt je hoofd lekker opgefrist. Het is goed voor de ontwikkeling van teamspirit en van een gezond gevoel voor competitie. En het zorgt dat je slank en fit blijft.

Dat is allemaal waar en we weten het ook allemaal. Maar voor het Oranje Fonds heeft sport nog een extra, toegevoegde waarde. Want het is ook een middel om groepen mensen met elkaar te verbinden - en dat is één van de basisgedachten van ons fonds.

Een tijdje geleden bezocht ik één van de Cruijff Courts - een geweldig initiatief van een echte Nederlandse sportheld. Daar zag ik de 14 hoofdregels die Johan Cruijff voor zijn veldjes heeft gesteld en die spraken me erg aan. Ik noem een paar belangrijke termen: teamspelen, respect, integratie, coachen, sociale betrokkenheid. Stuk voor stuk termen waar we ons bij het Oranje Fonds erg bij thuis voelen. Ook dat is dus de kracht van sport.

Het is dan ook niet vreemd dat sportprojecten in de afgelopen jaren vaker een Appeltje hebben gewonnen: Meer met sport in Roosendaal, Van Hangjongeren naar sportjongeren in Maarssen en Continental Sport in Amsterdam Zuid Oost. Steeds is de sport bij die projecten geen doel op zichzelf, maar een manier om samenhang en kameraadschap te kweken, om meer eenheid te brengen in een wijk, om meer samen te doen.

Sport brengt groepen mensen bij elkaar die anders niet zo gemakkelijk bij elkaar zouden komen. Omdat ze in een ander deel van de stad wonen, omdat ze een andere achtergrond hebben of van verschillende leeftijden zijn. In de sport is dat allemaal niet van belang. Het gaat erom dat je het parcours afloopt of de bal in het doel krijgt - de rest is bijzaak. En zo werkt sport als bindmiddel.
Het brengt jongeren en ouderen bij elkaar.
Het versterkt de samenhang in de buurt.
En sport zorgt dat groepen mensen die een geïsoleerd bestaan leiden weer meedoen in de samenleving.

Die drie dingen gelden ook precies voor de drie projecten die vandaag een Appeltje van Oranje krijgen.

In het Wereldkampioenschap van Eindhoven wordt een voetbalcompetitie ingezet om kinderen uit de hele stad samen te brengen. Zo kunnen kinderen uit verschillende buurten en wijken, van verschillende culturen en achtergrond elkaar ontmoeten. Ook de ouders en buurtbewoners doen mee en daardoor versterkt het project de samenhang in de buurt.

We zien het ook in het winnende project uit het Caribische deel van ons koninkrijk. In de Aminta Sprockel Challenger Little League krijgen kinderen met een lichamelijke of geestelijke beperking de kans hun eigen, officiële competitie te spelen. Met inzet en hulp van talloze vrijwilligers. De volwassen vrijwilligers die het organiseren en de kinderen die meedoen komen hier bij elkaar om de wedstrijden tot een succes te maken. Zo zorgt dit project voor een ontmoeting tussen verschillende leeftijdsgroepen en biedt een groep kinderen een kans samen te spelen.

En tenslotte zien we het zeker ook in het derde project, de Stichting Be Interactive - alleen de naam vind ik al zo creatief! De initiatiefnemers bereiken een groep allochtone vrouwen die heel weinig contact hebben met hun omgeving. Het begint ermee, dat ze meedoen met looptrainingen in een park in de buurt. Dat ze niet zo goed Nederlands spreken is dan helemaal niet erg. Om lekker met elkaar te lopen heb je dat niet nodig. En omdat er meer vrouwen bij zijn die moeite hebben met de taal, hoef je je niet te schamen. Spelenderwijs - of liever: sportenderwijs - krijgen ze contact met anderen en komen ze uit hun isolement. Eerst lopen ze alleen in de buurt, later doen ze mee met evenementen in het land. Eerst lopen ze alleen met elkaar, later maken velen de overstap naar reguliere sportverenigingen - waar ze dan nog meer Nederlanders ontmoeten. En zo is dit project een mooi voorbeeld van sport als springplank.

Voor alle drie de winnende projecten geldt, dat het geen eendagsvliegen zijn. Ze bestaan al langer en groeien nog steeds. Dat vindt het Oranje Fonds heel belangrijk. De kracht van sport is niet alleen vandaag het thema. De komende periode zal het Oranje Fonds er van alles aan doen om deze Appeltjes-projecten en andere goede voorbeelden te stimuleren. Er komen bijeenkomsten waarin de projectleiders adviezen krijgen over de organisatie van bestuur, over het werven van vrijwilligers en deelnemers en over financiën en communicatie. En waar ze ook veel met elkaar kunnen praten, om ervaringen uit te wisselen of misschien wel plannen te maken voor samenwerking.

Want zo'n bijeenkomst van vandaag is een feest voor alle deelnemers van nu, maar het is natuurlijk nog mooier als er de komende jaren nog veel meer mensen van kunnen profiteren.

Dat is ook de reden waarom de grote Appel dit jaar gaat naar het project, dat het meest actief werkt aan verbreding en verspreiding. Het project dat een hele lage drempel heeft voor deelname en dat gemakkelijk ook in andere steden in heel Nederland kan worden georganiseerd. Be Interactive uit Amsterdam krijgt dit jaar de Grote Appel.

Wij van het Oranje Fonds zijn heel erg trots op u en ik feliciteer u allemaal van harte.


* © RVD