Breda betaalt baatbelasting snel terug
Hoge Raad verklaart ook overige cassatieberoepen ongegrond
De Hoge Raad heeft ook vandaag het cassatieberoep van de Gemeente Breda
rondom de heffing van baatbelasting voor verfraaiing van het historisch
stadshart ongegrond verklaard.
Hiermee sluit ze zich voor acht zaken aan bij de uitspraak die ze twee
weken geleden deed in eenzelfde casus. Wethouder Boelema: âDeze
uitspraak was te verwachten. Uiteraard vind ik het jammer dat de Hoge
Raad deze uitspraak heeft gedaan. Wij hebben 1,1 miljoen gereserveerd
om de indieners van openstaande bezwaar- en beroepschriften terug te
betalen. Wij doen er alles aan om dat snel af te handelenâ.
In 1996 is deze baatbelasting geheven ten behoeve van de herinrichting
van het historisch stadshart van Breda. Vervolgens heeft een aantal
eigenaren bezwaar en beroep aangetekend tegen de aanslagen. Deze
uitspraak van de Hoge Raad maakt een eind aan een lange juridische
procedure.
Aanleiding
De baatbelasting is destijds ingesteld om het stadshart te verfraaien.
Bijvoorbeeld het vernieuwen van de bestrating of het plaatsen van
moderner staatmeubilair en verlichting. De plannen tot een extra impuls
aan de kwaliteit van de binnenstad hadden brede steun.
Na raadpleging van de ondernemersvereniging (VBB) is in 1996 besloten
een bijdrage van ⬠4.537.802 te vragen.
Zonder deze bijdrage zou de herinrichting soberder worden.
Breda, 21 mei 2010
Gemeente Breda