Rommelig televisiedebat kent geen overtuigende winnaar

24/05/2010 00:23

Nederlands Debat Instituut Holding B.V.

Het eerste televisiedebat van deze verkiezingen was regelmatig een rommelige vertoning waar de kiezer maar zelden inhoudelijk verder werd geholpen bij het maken van een keuze op 9 juni. Gespreksleider Frits Wester trad niet altijd even objectief en sterk op. Rutte en Balkenende kwamen het sterkste uit de strijd. Cohen verloor en Wilders schond een elementaire debatregel.

Verkiezingsdebatten hebben als doel de kiezer te helpen bij het maken van een inhoudelijke keuze. Met name tijdens de eerste helft van dit debat werd de inhoud echter weggedrukt door een kakofonie. Zelden kreeg een lijsttrekker de kans om een paar volzinnen uit te spreken en van een het uitwisselen en toetsen van argumenten was nauwelijks sprake. Frits Wester had regelmatig geen controle op het gesprek en voerde geen consequente lijn. Verschillende keren volgde hij niet de spreekvolgorde die hij eerder had aangekondigd wat storend is voor met name de deelnemers aan het debat. Het kwam de eerlijkheid (het equal arms principe) en de duidelijkheid niet ten goede. Kwalijker was dat hij op onverwachte momenten bijna deelnemer werd aan het debat door lijsttrekkers te confronteren met onverwachte vragen. Het meest opvallend was het moment toen hij Cohen vroeg hoe de nieuwe inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorg er nu precies uitzag bij de PvdA. Cohen beleefde een uiterst zwak moment toen hij het antwoord schuldig moest blijven. De vraag is echter of de gespreksleider dit soort vragen hoort te stellen tijdens een debat. Het antwoord is nee. Een gespreksleider moet zich beperken tot het faciliteren van het debat tussen de lijsttrekkers. Door inhoudelijk in het debat te treden beïnvloed de gespreksleider het debat op een manier die onwenselijk is. Geen enkele andere lijsttrekker werd bijvoorbeeld gevraagd een gedetailleerd cijfer te noemen. Dat kan als oneerlijk worden uitgelegd. Een ander storend element tijdens het debat waren de doorlopende applausmachines van de verschillende partijdelegaties. Politici zijn geen artiesten die optreden die toegejuicht moeten worden. Los daarvan is het ook geen oprecht applaus maar ingestudeerd. Het voegt dus ook niets toe.

Job Cohen begon het debat zelfverzekerder dan het Radio 1 debat van afgelopen vrijdag. Toch was hij debattechnisch de verliezer. In zijn zelf gekozen één op één debat met Geert Wilders zat hij zelf grotendeels in de verdediging en viel de ergernis van zijn gezicht af te lezen. Beiden zijn niet sterk tijdens een debat. Maar ook op andere momenten ontbrak hem met name aan snelheid van reactie. Bij meerdere vragen van zijn opponenten en Frits Wester haperde hij en was zijn antwoord onduidelijk.

Geert Wilders was zoals zo vaak sterk in zijn oneliners. Zo sprak hij Cohen toe met; 'als u belooft wat u met Nederland gaat doen wat u met Amsterdam heeft gedaan dan is dat geen belofte maar een dreigement'. Balkenende werd voor het blok gezet met de vraag of hij kon leven met een land waar meer moskeeën staan dan kerken. Dit alles werd echter teniet gedaan door het moment dat Wilders bij zijn één op één debat met Cohen wegliep terwijl zijn opponent nog aan het woord was. Dit kan als een symbool gezien worden van de desinteresse die Wilders vaker toont voor zijn opponenten. Hij formuleert zijn mening scherp en sterk en is niet geïnteresseerd in het standpunt van de ander. Vanuit debatperspectief is dit onacceptabel.

Mark Rutte en Jan Peter Balkenende leverden de beste debatprestatie. Beiden oogden zelfverzekerd en het beste in staat om snel en scherp op hun opponenten te reageren. Met name hun onderlinge debatten waren interessant. Zowel over de hypotheekrente afrek als over het premierschap waren zij aan elkaar gewaagd. Zo viel Balkenende Rutte scherp aan op het feit dat hij eventueel Neelie Kroes naar voren zou schuiven als premier wanneer het een complex kabinet zou worden. 'Een echte leider staat ook voor een moeilijke opgave' beet hij Rutte toe. Rutte antwoordde echter ook scherp door te stellen dat een echte leider op de plek gaat zitten waar hij het beste kan dienen.


http://www.debatinstituut.nl