Ontwikkelingen DNA-onderzoek Bende van Venlo
25 mei 2010 - Ressortsparket Den Bosch
In de zaak van de Bende van Venlo heeft het openbaar ministerie het
Nederlands Forensisch Instituut (NFI) verzocht te inventariseren of
DNA-onderzoek mogelijk is op het nog aanwezige sporenmateriaal in de
zaak die ziet op de moord op het echtpaar Van Rijn in 1994. Het
sporenmateriaal bestaat uit haren, vezels en een metalen deeltje. De
conclusie van de inventarisatie is dat DNA-onderzoek op de beschikbare
haren en vezels niet mogelijk is. Het metalen deeltje blijkt aangetast
te zijn, waardoor DNA-onderzoek op dit deeltje naar alle
waarschijnlijkheid niets oplevert.
Buiten het feit dat DNA-onderzoek op al het materiaal waarschijnlijk
geen resultaat zal opleveren, bestaat er voor het OM nu wettelijk
gezien geen verdere mogelijkheid tot nader onderzoek van de sporen.
Indien gewenst stelt het OM de veroordeelden wel in de gelegenheid voor
eigen rekening onderzoek uit te laten voeren door een gecertificeerd
onderzoeksinstituut. Het OM zal in dat geval het sporenmateriaal
beschikbaar stellen.
DNA-onderzoek kan volgens de wet slechts plaatsvinden in een lopend
strafrechtelijk onderzoek of na een herziening door de Hoge Raad.
Mocht de verdediging afzien van nader onderzoek, dan is deze kwestie
hiermee afgedaan.
Openbaar Ministerie