Universiteit van Tilburg

Persbericht 17 mei 2010

Nieuw meetinstrument spoort kwetsbare ouderen op

Ouderen vormen een risicogroep in de gezondheidszorg, maar wat is een oudere? Leeftijd zegt lang niet alles over gezondheidsrisico's. Het begrip kwetsbaarheid blijkt beter hanteerbaar, maar over de definitie daarvan bestaat geen consensus. De onderzoeker Robbert Gobbens ontwikkelde een veelomvattende definitie voor kwetsbaarheid en een instrument om kwetsbare ouderen te identificeren. Hij promoveert op 26 mei aan de Universiteit van Tilburg.

De kwetsbaarheid van oudere mensen is een betere voorspeller voor aandoeningen, ziekten, zorggebruik en vroegtijdige sterfte dan de chronologische leeftijd, zo blijkt uit onderzoek. Maar over de definitie van kwetsbaarheid, ook wel 'fragiliteit' genoemd (frailty in het Engels) bestaat geen consensus. De meeste definities zijn uitsluitend gericht op het lichamelijk functioneren, waardoor het gevaar bestaat dat ook de ouderenzorg alleen daarop wordt gericht. Volgens promovendus Robbert Gobbens zouden we echter moeten kijken naar het totaal functioneren van de mens.

Tilburg Frailty Indicator

Gobbens ontwikkelde daarom een nieuwe definitie van fragiliteit en een model van de factoren die daarbij een rol spelen. Dat zijn lichamelijke, psychische en sociale factoren die verschillende oorzaken kunnen hebben. Op basis daarvan ontwierp hij de Tilburg Frailty Indicator, een vragenlijst waarmee kwetsbare ouderen kunnen worden geïdentificeerd. Ouderen kunnen de vragenlijst zelf invullen. De uitkomst geeft aan of de oudere kwetsbaar is, in welke mate en in welk domein.

De Tilburg Frailty Indicator kan door zorgverleners in de eerstelijnszorg worden gebruikt om kwetsbare ouderen op te sporen en tijdig zorg op maat te verlenen, zowel preventief als gericht op genezing.

Robbert Gobbens (1963) studeerde verpleegkunde aan de HBO-V te Eindhoven en werkte vanaf 1986 als wijkverpleegkundige bij de Kruisvereniging Breda. Van 1990-1993 studeerde hij Gezondheidswetenschappen aan Universiteit Maastricht en vervolgens startte hij in 1997 als docent bij de HBO-V van de Hogeschool Brabant. Daar volgde hij van 2001 tot 2003 ook de Hoger Management Opleiding en richtte een Regionaal Bureau Beroepspraktijkvorming op. In 2004 trad hij toe tot de kenniskring van het lectoraat Gerontologie. Van 2005- 2009 werkte hij bij Tranzo aan de UvT aan zijn proefschrift. Sinds september 2009 werkt hij als docent en onderzoeker aan de Hogeschool Rotterdam vanuit het lectoraat Samenhang in de ouderenzorg.