Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Tweede bestuurlijke conferentie Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Toespraak | 26-04-2010 | Minister Camiel Eurlings

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Beste mensen,

Het is altijd een feest om met collega bestuurders aan de slag te gaan. Zeker op een dag als vandaag, dat het er echt op aankomt.

Vandaag kunnen we cruciale stappen zetten voor de bereikbaarheid van onze steden. Voor de versterking van ons goederenvervoer. Voor het herstel van onze economie. Want dit herstel is afhankelijk van de ruimte die we geven aan mobiliteit.

Dit betekent dat we investeren in onze wegen. Vóór mei 2011 worden er dertig spoedaanpakprojecten in gang gezet. Overal in Nederland gaat de schop in de grond om wegen, rijstroken en spitsstroken aan te leggen.

Maar daarmee zijn we er niet. We hebben ook de trein hard nodig om groeiende reizigersstromen op te vangen. Naar verwachting groeit het personenvervoer tot 2040 met 40 procent. De trein is een duurzaam, prettig alternatief voor de auto. Zeker voor degenen die tijdens de spits vanuit de dorpen en middelgrote steden naar onze economische centra reizen.

We verwachten dat het aantal treinforensen met name op een aantal drukke trajecten in de Randstad snel toeneemt. Zeker wanneer zij kunnen vertrouwen op metro-achtige treinverbindingen. Zonder PHS groeit het reizigersvervoer tussen 2008 en 2020 met 27 procent; mét PHS ligt deze groei boven de 40 procent. De hoogfrequente verbindingen ontlasten de weg. Zij helpen voorkomen dat onze economische centra slecht bereikbaar zijn.

Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer richt zich op forenzen, omdat zij belangrijke dragers zijn van onze economie. Als zij gehinderd worden op de reis naar het werk, dan hindert dit onze economie.

Er is mij veel aan gelegen om de trein voor deze mensen aantrekkelijker te maken. Met het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer werken we toe naar 2020. Daarnaast zorgen we nú voor prettiger wachtruimtes op stations, betere informatie voor reizigers en internetverbindingen in intercity's.

Vorige maand reisde ik in de eerste intercity met gratis internet. De trein had het voordeel dat je er veilig kan bellen en een boek lezen. Nu kan je ook in steeds meer intercity's chatten met vrienden en vriendinnen, je mail checken of doorwerken op je laptop. Je ziet dat de trein steeds grotere voordelen heeft ten opzichte van de auto.

We willen het spoor maximaal benutten. Daar hoort ook bij dat internationale goederenroutes open blijven en zich verder kunnen versterken. Zeker nu de bouw van de Tweede Maasvlakte in volle gang is. De bedrijven die zich hier vestigen, zijn straks verplicht om 20 procent van hun goederen over het spoor te vervoeren. Het is belangrijk dat goederenvervoer de ruimte heeft.

En dàt is wat we vandaag voor ogen moeten houden: het belang van onze economie. Dáár zet het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer op in.

Dit geeft ons houvast als we beslissen over de besteding van onze schaarse euro's. We zijn gebonden aan een budget van 4,5 miljard. Dat is een enorm bedrag, een rechtstreekse investering in het herstel van onze economie. Toch blijken de ambities groter dan dit budget. We moeten dus keuzes maken, en dat is niet eenvoudig.

Tijdens de vorige bestuurlijke conferentie PHS - in november van vorig jaar - hebben we onze oorspronkelijke plannen bijgesteld. We hebben geconstateerd dat de gedachte om op alle corridors naast zes intercity's ook zes sprinters per uur te laten rijden onhaalbaar was. Het was een klein miljard te duur.

We hebben de afgelopen maanden gekeken hoe we onze oorspronkelijke ambitie met creatieve oplossingen binnen bereik kan komen. Maar het gáát er natuurlijk niet om dat er overal en altijd zes sprinters rijden. Dat is absoluut geen doel op zich. Het gaat er wèl om dat onze plannen aansluiten op de reizigersvraag. En op de keten van vervoer per bus, tram en metro.

We hebben nu de optie van 6 intercity's en gemiddeld 4 sprinters per uur. Dit geeft een gigantische impuls aan het treinverkeer in Nederland. Het aantal kilometers dat Nederlanders jaarlijks met de trein reizen, groeit dan naar 21,4 miljard reizigerskilometers in 2020. Zonder PHS zou dit blijven steken op 19,3 miljard. Het is een groei van 41 procent ten opzichte van 2008.

En we hebben nu ook de optie van 6 intercity's en op een groot deel van de trajecten ook 6 sprinters per uur binnen het budget gekregen. Het aantal reizigerskilometers stijgt hiermee nog meer: naar 21,7 miljard. Een stijging van 43 procent ten opzichte van 2008.

We zullen vandaag een goede afweging moeten maken. Ook over de vraag hoe we tot hoogfrequent spoorvervoer in OV SAAL kunnen komen. De ideale optie ligt hier nog niet op tafel.

Daarnaast is vandaag de keuze via welke routering we ruimte bieden aan het goederenvervoer over spoor. En hoe we lokaal de overlast beperken. Dat geldt voor het risico voor gevaarlijke stoffen en de verkeerssituatie bij de overwegen.

We hebben een uitdagende legpuzzel te maken. Al onze planstudies, onze expertise en onze belangen krijgen een plek. De informatie die we nodig hebben om een hoofdkeuze te maken, ligt op tafel. Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer is niet controversieel verklaard door de Tweede Kamer. Daarom vind ik dat het kabinet op hoofdlijnen kan besluiten. In de uitvoeringsfase, na de besluiten, wordt de hoofdkeuze in gedetailleerde planstudies uitgewerkt.

Ik hoop ons voorstel nog te bespreken met de Tweede Kamer. Wat er daarna gebeurt, is aan het volgend kabinet. Daarom is het belangrijk dat we vandaag een voorstal doen dat te goed is om te laten sneuvelen in heroverwegingen.

Ik heb daarbij ook een persoonlijk belang. In de nabije toekomst neem ik afscheid van mijn auto met chauffeur. Als ik dan in de trein stap, doe ik dat graag met het vooruitzicht dat ik straks zes keer per uur gebruik kan maken van supersnelle verbindingen op de belangrijkste trajecten.

Ik wil u dus - ook als reiziger - vragen om het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer vandaag over een cruciale drempel heen te tillen. Laten we onze eigen verschillen overstijgen. Laten we het best mogelijke voorstel doen voor de toekomst van onze economie.