Senternovem
26-05-2010 |
Grassa!: belangrijke stap naar delven groene goud
Onder de naam Grassa! onderzoekt een consortium de mogelijkheden van
grasraffinage. Doel is het alom in Nederland aanwezige gras - er is in
ons land zo'n miljoen hectare grasland aanwezig - economisch beter te
benutten.
Grasraffinage is een van de speerpunten van het platform Groene
Grondstoffen en komt neer op het mechanisch `ontleden' van gras in
verschillende componenten, zoals vezels en eiwitten. Maar het is ook
mogelijk nutriënten - stikstof, fosfaat en kalium - en suikers en
aminozuren uit gras te winnen. De deelproducten zijn commercieel veel
aantrekkelijker dan het gras zelf.
Johan Sanders - hoogleraar plantaardige productieketens WUR en lid van
het EnergieTransitie-platform Groene Grondstoffen - stond in Nederland
aan de wieg van het concept `grasraffinage'. Al halverwege de jaren '90
hield hij zich als directeur R&D bij AVEBE bezig met het `winnen' van
eiwit uit gras. "Dat initiatief bleek echter toen om verschillende
redenen niet haalbaar. Eén ervan was de grootschalige aanpak en de
daaraan verbonden hoge kosten van het transport van gras naar de grote
centrale fabriek."
Consortium
Sanders was overigens niet de enige die rondliep met de gedachte om
meer met gras te doen. Het idee leefde ook bij stichting Courage, die
innovatie in de melkveehouderij stimuleert, en het bedrijf Hoogland
Gras- en Groenvoeders. Sanders raakte betrokken bij hun initiatief om
het groene goud te delven en het raffinage-idee werd verder uitgewerkt.
Een reeks partijen heeft zich vervolgens binnen het consortium Grassa!
achter het initiatief geschaard: van een grote kartonfabriek (Eska) die
in grasvezel een alternatief ziet voor houtvezel, tot een producent
voor diervoeders (Beuker) en een machinefabriek (PMF Machinefabriek).
Eiwit en vezels
Grassa! loopt als innovatief proefproject sinds maart 2009 en krijgt
financiële ondersteuning van onder meer het Samenwerkingsverband Noord
Nederland, het ministerie van economische zaken en Brussel. Het doel
van de eerste fase van het project, is de ontwikkeling van een
proefinstallatie die gras raffineert en een (vooralsnog) beperkt aantal
producten levert. Sanders: "Eén ervan is eiwit als duurzame grondstof
dat kan dienen ter vervanging van het geïmporteerde sojaschroot dat nu
de basis vormt voor veevoeders. Een ander belangrijk product dat het
resultaat is van raffinage, is grasvezel. De vezels zijn te gebruiken
voor de productie van tweede generatie bio-ethanol, maar ook - en dat
speelt binnen Grassa! zeer nadrukkelijk - als grondstof voor de papier-
en kartonindustrie."
Vervolg: meer gewassen, groter aantal producten
Maar bij eiwit en vezels blijft het niet, zegt Sanders: "Momenteel
loopt een subsidieaanvraag voor een vervolg op het project. Het is de
bedoeling dat Grassa! uiteindelijk resulteert in een draaiende
proeffabriek die behalve met gras ook met andere gewassen uit de voeten
kan: bietenloof bijvoorbeeld, of Luzerne. Ook denken we aan algen. Die
proeffabriek moet een groter aantal producten leveren dan waarvan nu
sprake is. In gras bijvoorbeeld zitten hele interessante verbindingen
zoals suikers en aminozuren. Weliswaar gaat het om kleine hoeveelheden,
maar omdat er heel veel gras wordt verwerkt, kan het toch interessant
zijn deze verbindingen op een slimme manier als product te winnen.
Daarnaast willen we ook de minerale voedingsstoffen uit het gras
isoleren."
Kleine installatie
Bij het ontwikkelen van de fabriek die Grassa! voor ogen staat, wil het
consortium het probleem van hoge transportkosten voor het vervoeren van
gras naar een centrale fabriek vermijden. Het idee is te komen tot een
kleine, mogelijk mobiele installatie. "Dat is onder meer een kwestie
van logistiek: de aanvoerroute van het gras - of andere te raffineren
grondstoffen - moet niet teveel kilometers over de weg met zich
meebrengen. Bovendien willen we dat ook het terugbrengen van mineralen
op het land met zo min mogelijk bewegingen gepaard gaat."