In rusteloze arbeid. De betekenis van Cornelia Philippi-Siewertsz van Reesema
(1880-1963) voor de ontwikkeling van het onderwijs aan het jonge kind
Datum: 27 mei 2010
Promotie: mw. M. Hazenoot, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5,
Groningen
Proefschrift: In rusteloze arbeid. De betekenis van Cornelia
Philippi-Siewertsz van Reesema (1880-1963) voor de ontwikkeling van het
onderwijs aan het jonge kind
Promotor(s): prof.dr. H.W. van Essen, prof.dr. A.E.M.G. Minnaert
Faculteit: Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
De betekenis van Cornelia Philippi voor het kleuteronderwijs in
Nederland
Cornelia Philippi-Siewertsz van Reesema (1880-1963) wilde tijdens haar
leven een bijdrage leveren aan de verbetering van het kleuteronderwijs
in Nederland. Tot op hoge leeftijd heeft zij zich daarvoor ingezet.
Toch werd zij na haar dood vergeten en bestond er bij historische
pedagogen en onderwijshistorici weinig belangstelling voor haar werk.
Promovenda Maartje Hazenoot onderzocht welke betekenis Philippi heeft
gehad voor de ontwikkeling van het onderwijs aan het jonge kind.
Hazenoot beschrijft de achtergronden van de familie van Philippi, de
contouren van het bewaarschoolonderwijs, de opleiding voor
bewaarschoolonderwijzeressen, haar kennismaking met de wereld van de
wetenschap van het jonge kind en haar belangrijkste inspiratiebronnen.
Na haar ontmoeting met Maria Montessori sticht Philippi in 1918 de
eerste opleiding voor Montessorileidsters te Den Haag. In de jaren erna
neemt zij geleidelijk aan afstand van Montessori en haar methode. Bij
de New Education Fellowship, een internationaal gezelschap van
wetenschappers voor het `nieuwe onderwijs', voelt zij zich meer thuis.
Tussen 1925-1938 maakt Philippi nader kennis met hun werk, ondermeer
via tal van studiereizen. Geleidelijk aan ontwikkelt zij een
eclectische benadering voor de inrichting van de kleuterklas en het
kleuteronderwijs. Dit stuit zowel binnen de Fröbel- als de
Montessoribeweging op verzet. Na 1940 is haar rol als pionier voor `het
nieuwe onderwijs' uitgespeeld. Wel wordt in 1950 nog een nieuwe
openbare kleuterschool in Den Haag geopend die volgens haar concept
ontworpen is.
Hazenoot concludeert dat de belangrijkste bijdrage en betekenis van
Philippi aan de ontwikkeling van het onderwijs aan het jonge kind is
dat zij vanuit een organisatie- en vormgevingsperspectief in de
inrichting van de kleuterklas een verandering tot stand heeft gebracht
die haar waarde heeft behouden.
Maartje Hazenoot (Noordwijk aan Zee, 1949) studeerde pedagogiek in
Leiden en deed haar promotieonderzoek bij het Promovendi & Postdoc
Centrum van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen.
Laatst gewijzigd: 14 mei 2010 10:58
Rijksuniversiteit Groningen