UMC Utrecht
Behandeling HIV kan succesvol in Afrika
Ook op het platteland van Zuid-Afrika zijn mensen met hiv succesvol te
behandelen met antiretrovirale therapie. Dat concludeert
internist-infectioloog Roos Barth van het UMC Utrecht in haar
proefschrift. Zij analyseerde ruim achthonderd patiënten in een
plattelandskliniek. Barth promoveert op 27 mei.
Barth onderzocht de effectiviteit van een behandelprogramma van het
Ndlovu Medisch Centrum in Zuid-Afrika. De kliniek ligt in Elandsdoorn,
een plattelandsgebied ten noordoosten van Johannesburg en Pretoria. In
het programma krijgen hiv-patiënten niet alleen goede medicatie
voorgeschreven (HAART, highly active anti-retroviral therapy) maar
houden artsen via bloedonderzoek ook in de gaten hoe goed de
behandeling aanslaat. Daarnaast krijgen patiënten advies
(`counselling') over hun ziekte. Het programma onderscheidt zich
daarmee van andere initiatieven waarbij de patiënten vaak alleen
medicatie ontvangen.
Na vijf jaar blijkt de behandeling goed aan te slaan, concludeert Barth
na analyse van ongeveer zevenhonderd volwassenen en honderd kinderen.
De resultaten zijn vergelijkbaar met in westerse landen behaalde
resultaten. Patiënten maken het relatief goed en hun gewicht neemt toe.
Verder is de virusconcentratie in hun bloed laag en blijven
immuuncellen op peil. Wel overlijdt een op de vijf patiënten binnen
drie maanden na aanvang van de behandeling. Waarschijnlijk doordat
patiënten zich vaak pas zeer laat melden, waardoor de ziekte al te ver
gevorderd is.
Bij vijftien procent van de volwassenen en veertig procent van de
kinderen werkt de therapie niet goed en vermenigvuldigt het virus zich
toch. Door de continue monitoring worden deze patiënten in het Ndlovu
Medisch Centrum snel opgespoord waarna ze kunnen overstappen op andere,
tweedelijns medicatie. Dat is belangrijk om ophoping van resistentie te
voorkomen waarbij het virus minder gevoelig wordt voor de
standaardmedicijnen.
"Het onderzoek laat zien dat je hiv inderdaad ook op het platteland in
Zuid-Afrika goed kunt behandelen", stelt Barth. "Maar je moet het goed
doen, of niet. Alleen medicijnen voorschrijven is niet voldoende. Je
moet monitoren of de therapie het virus inderdaad onder controle heeft.
Want patiënten die doorgaan met medicijnen terwijl het virus
doorgebroken is reageren uiteindelijk ook slechter op
tweedelijnsmedicatie. De frequente laboratorium monitoring maakt ons
onderzoek uniek."
In Zuid-Afrika is ongeveer achttien procent van de bevolking
hiv-positief. Wereldwijd zijn zo'n 33 miljoen mensen besmet met hiv,
daar komen jaarlijks 2,5 miljoen bij. Tweederde van alle hiv-patiënten
woont in sub-Sahara Afrika. Minder dan de helft van hiv-positieven in
niet-westerse landen krijgt accurate therapie.
Het Ndlovu Medisch Centrum is opgezet door tropenarts Hugo Tempelman,
een van de promotoren van Barth. Tempelman is visiting professor aan de
Universiteit Utrecht op het gebied van `Education and Health Care in
Resource-Poor settings' en kreeg vorig jaar de prestigieuze Martin
Buber-Plaquette 2009 uitgereikt.
woensdag 26 mei 2010