Kennis palliatieve terminale zorg in GGz kan beter
27 mei 2010
palliatief In instellingen voor geestelijke gezondheidszorg is zorg aan
cliënten in hun laatste levensfase minder gestructureerd en
vanzelfsprekend dan in de reguliere zorg.
Ondanks toegewijde zorgverleners is het mogelijk en gewenst de
palliatieve terminale zorg in deze instellingen te verbeteren.
Dit is een van de conclusies uit het onderzoek dat het
Trimbos-instituut heeft uitgevoerd met steun van het Fonds Psychische
Gezondheid, het VSBfonds en het K.F. Hein Fonds en is geïnitieerd door
Agora, het landelijk ondersteuningspunt palliatieve zorg.
Uit het onderzoek blijkt ook dat zorgverleners in de GGz onvoldoende op
de hoogte zijn van het bestaan van palliatieve netwerken, consultatie-
en financieringsmogelijkheden of bestaande richtlijnen op het terrein
van palliatieve zorg.
Kennisoverdracht zou een eerste stap kunnen zijn naar een verbetering
van de palliatieve terminale zorg in de GGz. Zo zou de structurele
inzet van methodieken zoals een 'Laatste wensen-boekje' kunnen helpen
om de wensen en behoeften van de terminale cliënten in GGz-instellingen
beter in beeld te brengen. Onduidelijkheid over de wensen en behoeften
van de cliënt bij hulpverleners kan namelijk de zorg, zeker bij
wilsonbekwame cliënten, extra bemoeilijken.
Op dit moment maken zorgverleners weinig gebruik van familieleden en
vrijwilligers die een actievere rol kunnen spelen bij de ondersteuning
van de cliënt in de terminale fase. Nu wordt de extra zorg die nodig is
vooral gedragen door toegewijde zorgverleners die bereid zijn om extra
in de zorg voor deze cliënten te investeren.
Ook geven zorgverleners in de GGz die met een palliatieve terminale
cliënt van doen hebben gehad, aan dat zij een handzame checklist
missen. Hierdoor zijn zij onzeker over de vraag of zij alle
mogelijkheden die er zijn op palliatief terminaal gebied wel voldoende
benut hebben. In deze checklist moeten beslismomenten en punten van
aandacht bij de zorg beschreven staan. Door het gebruik van een
dergelijke checklist zou de integrale zorg aan GGz-cliënten in de
laatste levensfase beter geborgd kunnen worden.
------------------------
Informatie voor de pers:
Miranda Thoen (030 - 297 1107, 06 - 5139 5407) en Marjan Heuving (030 -
297 11 38, 06 - 5139 5629), voorlichters van het Trimbos-instituut.
Trimbos-instituut